Observations of a non-American visiting Boston – Travels,tidiness and trash

I read Americanah, written by Chimamanda Ngozi Adichie, a Nigerian writer. In the novel, the leading character, Ifemelu, writes a blog: Observations by a non American Black.
Inspired by the idea I want to write a few blogs while I’m here in Boston, visiting my father-in-law Chris, titled: Observations of a non-American visiting Boston. Let’s see what I come up with. I’m writing in English so my American family can read it as well…(do I really want that?)

Traveling with Americans is always relaxed. They communicate easily and are usually interesting to talk to. This is probably a generalisation, but so far it is my experience and I have traveled here for almost 40 years now. My fellow passenger waiting for our delayed plane in Dublin was a real traveler ‘American style’. He had traveled far and wide around the world, always in the form of bustrips or cruises. A cruise along the Yangtze in China for three weeks, a bus tour through eastern Europa in two weeks, a bus tour in India, now he just returned from a two week trip through Italy, by bus. He was tired, he said. It was a lot to take in, in a short time. I told him we Dutchies joke about American tourists like him, “doing Europe in a week”. He laughed and admitted it was probably their lack of patience to stay put somewhere longer than a couple of days. When you cross the ocean you want to see it all. Probably it’s also related to the way vacations get organised, trying to overcome language barriers. Americans speak only English (or Spanish) so to get around they feel safer on a tour. The gentleman I talked to was from Greek/Albanian descent, but didn’t speak the language.

After a long wait and a lot of speculating and joking around about the source of the delay troubles, we finally boarded and flew without any further problems to Boston.

Our plane crew was Irish, so no observations on their Americanness. I watched three American movies, which turned out to be very good. The Homesman, You’re not you (bad reviews, but I thought it pretty good), and I forgot the third one, probably wasn’t any good after all.

Walking around the neighborhood today, I enjoyed watching the busy streets and parks. It’s Memorial Day weekend (no Pentecost days here) and everybody is out to enjoy the first balmy weather. Shorts, tanktops, skirts and dresses, everybody is determined to get some sun! I noticed very short skirts and dresses, on sometimes very chubby girls. Not very becoming.

I noticed with great delight the absence of DOGPOOP! Nowhere to be found. Why I ask, why is it that in our so called ‘clean and well organised’ country we cannot seem to solve that filthy problem? Why do Americans clean up their mess and we don’t?

As a non-American I miss a place to sit down with a cup of coffee. Oh, I know there are dozens of Starbucks, Dunkin Donuts and what not, to pick up a gallon of coffee, but I miss the sitdown places where coffee is served in porcelain cups, accompanied by a small coockie. I would like to know what the amount of waste is in one single day in the city of Boston. Waste of only the take away plastic or paper coffee cups. The ‘take out’ culture in America is so deeply ingrained that I wonder if that could ever be changed.

Greeting in stores is something I have learned to handle over the years. But today’s  greeting at the local supermarket left me speechless: Wassup? I know the expression (short for What’s up?), but what is the appropriate answer? I mumbled something like: I’m good..but felt very foreign.

I see many people of Asian, Indian or South American descent, but no Muslim people. At least not recognizable by headcovering.

Loving the outdoors on a beautiful day is universal: many families were out enjoying the sights and having fun!

De plantjes van mijn schoonvader

Twee weken was ik in de Verenigde Staten. Twee weken op het vertrouwde adres bij mijn schoonvader in Boston. Het appartement waar ik als net getrouwd meisje al kwam, nog voor ik kinderen had. Waar later mijn kinderen rond huppelden, en waar zelfs twee van mijn kleinzoons omarmd werden door hun overgrootmoeder. Vorig jaar overleed ze. Dit keer was het eerste bezoek waar zij niet meer op haar vertrouwde plekje op de bank zat. Het zitgedeelte een putje en de vloerbedekking ervoor een glanzend vierkantje, kaal gewreven door haar voeten. Daar zat ze, met de telefoon naast haar, de kalender en haar boek. Op het laatst haar wereld. Eindeloos veel telefoontjes naar ik weet niet wie allemaal om af te spreken voor een lezing, een sponsoring, een etentje. Alles werd in de kalender gekrabbeld, onleesbaar voor niet-ingewijden. Naast alle verjaardagen en andere hoogtijdagen van -tig geliefden en vrienden. En als dat werk gedaan was,en  de krant gelezen, dan was er altijd nog het boek voor de leesclub.

Die plek was leeg nu. Schreeuwend, overweldigend leeg. Verder was alles hetzelfde. Mijn schoonvader heeft een vast ritme en vaste gewoontes waar hij zelden van afwijkt. Daar kun je echt rustig van worden. Wat er ook gebeurt, welke wereldschokkende gebeurtenissen er ook plaatsvinden, hij heeft een bak slappe koffie en een English muffin voor ontbijt, leest de Boston Globe, uitgebreid, neemt om half twaalf een colaatje, een sandwich om half één, gaat dan aan de administratie van de verschillende commissies waarvan hij lid is. Even ertussenuit, naar de bank meestal ( ik heb overigens geen idee wat iemand iedere dag bij de bank doet). Hij maakt ook wel eens een uitzondering, dan gaat hij naar het postkantoor.

Weer thuis een dutje, soms, en daarna het nieuws van zes uur op TV plus avondeten, meestal een diepvriesmaaltijd, heel smakelijk tegenwoordig. De kranten nogmaals, een serie op TV en om 11 uur naar bed. Een rustig bestaan met af en toe een uitje naar concert of toneel, een etentje met vrienden of een filmpje pakken met schoonzus die redelijk dichtbij woont. Als wij er zijn merk ik dat ik erg mijn best doe me aan te passen aan zijn gewoontes. Dingen niet op het aanrecht, maar spoelen en direct in de afwasmachine. Geen kopjes in de woonkamer laten staan. Dat soort dingen.

Toen we deze keer bij hem waren moest hij voor een ingreep naar het ziekenhuis dus waren we een paar dagen alleen in het appartement. Ik nam de gelegenheid te baat om wat te poetsen, hier en daar. Amerikaanse hygiëne betreft vooral het lichaam, niet zo zeer het huis. Ik ben wel een beetje Nederlands schoon…WC’s en zo…Behalve poetsen wilde ik natuurlijk ook voor de plantjes zorgen. Mijn schoonouders hebben het altijd trots over ‘hun tuin’, waarmee ze voornamelijk op een assortiment meestal uit hun krachten gegroeide kamerplanten duiden. Mijn schoonvader heeft de  zorg voor de  overgenomen. De vorige keer dat ik er was, in de tijd dat mijn schoonmoeder ziek was en op sterven lag, heb ik een keer de orchideeën in water onder gedompeld. (Die werden toen in plaats van bloemen veel geschonken). Maar dat was een vergissing. ‘No, no, no’, riep mijn schoonvader, ‘Een keer per week een ijsklontje, zo doe ik dat!’ Oeps! Ok, sorry..

Dit keer liep ik al met een schaar rond om de uitgebloeide bloemstelen uit een plant te knippen, de verdorde stelen van de uitgebloeide orchidee-bloemen te verwijderen, ik zag het voor me. De lange,bruine slierten van de kalanchloë die aan het einde weer groene blaadjes kreeg, terugknippen zodat hij weer mooi gedrongen groei zou krijgen. De bijna verdorde kerstster in de prullenbak kieperen. En nog wat hoognodig opknapwerk.

Maar intuïtie hield me tegen. IJsblokjes op de orchidee..Dat duidt op een overwogen plantenbeleid. Eigenlijk is alles in dit appartement weloverwogen. Toen ik later nederig mijn ideeën met hem deelde was ik blij dat ik me ingehouden had…Geen van mijn ingrepen zou instemming verkregen hebben. Mijn schoonvader’s motto is: laat de natuur haar gang gaan. Geen geknip en gesnoei en gedoe. Let nature have her way. Ik durfde niet te vragen naar de natuurlijke oorsprong van de ijsblokjes voor de orchideeën.

 

 

Boston-Wallingford-New York

Maandag weer de oversteek gemaakt naar het Amerikaanse continent. Mijn tweede thuisland. De 50e reünie van de middelbare school van echtgenoot in Wallingford CT, en een snel bezoek aan de jongste dochter in New York staan op het program.

De  vlucht is als immer lang en maakt mij gaar. Het valt me op hoe ik ter compensatie bereid ben iedere morsel voeding dat wordt uitgedeeld met een zekere gretigheid te ontvangen en veroberen als ware  ik net gered uit een gebied met voedseltekorten,

Op de korte vlucht van Amsterdam naar Dublin krijgen we een kop koffie met een snack. Prima. Maar vanaf Dublin komt het meer serieuze vliegtuigeten. De pretzils met een drankje, waarvoor $5,00 betaald moet worden bij Aer Lingus, Dan het eten, Van te voren door ons besteld omdat op de site waar we onze ticket bestelden de vraag gesteld werd of we wilden eten tijdes de vlucht. Dat leek ons voor een vlucht van 7 uur wel aangenaam, dus ja, we bestelden 2 maaltijden voor 17 euro per stuk.  Duur vonden we dat wel. Maar ja om nu zeven lange uren te vasten…

Aan boord worden de maaltijden bezorgd. Keurig met zelfs echt bestek, geen plastic. Een glazen wijnglas en een porseleinen koffiekop. Een bord met folie eromheen onthult een kipgerecht. Niet slecht.  Een zurig smakende smurrie blijkt rijst en de eetlepel groente is zelfs nog wat knapperig. Tot onze verbazing waren er maar weinig mensen die besteld hadden. We kregen al medelijden met alle passagiers die besloten hadden al die tijd met een lege maag te zitten (en voelden ons licht decadent). Tot op een gegeven moment alle passagiers een (weliswaar iets minder luxe), maaltijd kregen uitgedeeld. Wij waren er dus gewoon ingestonken. Aer Lingus vertelt niet dat er wel een maaltijd is, ook als jij niet de luxe variant besteld. Dit voor wie ooit met Aer Lingus gaat vliegen. Het scheelt toch 2x 35 euro!

Verder at ik met plezier alles op het blad. Broodje, salade, stukje kaas, crackers, eten zelf en het toetje, hemelse chocolade mousse. Veel viel er daarna niet meer te nuttigen, maar iedere kop koffie, iedere granolabar, iedere choco snack ontving ik met open handen. Geef, geef, ik heb geen andere afleiding dan eten.

Ook de 2 appels die niet ontdekt waren door de strenge controles konden we zo lekker oppeuzelen.

Na deze overdaad aan caloriën en suikers moest ik van mezelf een dut doen. Dat mislukte. Dan maar de films bekijken. Begonnen met The Bookthief. Ik kwam tot ongeveer de helft, maar het boeide me niet. Hoe tragisch verder het verhaal ook is over de 2e wereldoorlog en het Duitse gezin dat een Joodse buurjongen tracht te verbergen. Ik vond het  acteren erg stijf en gekunsteld. Amerikaanse acteurs met een nep duits accent, en duitse acteurs wiens engels weer moeizaam is. Misschien hebben wij ook wel teveel films over de oorlog gezien.

Tweede film die ik op mijn mini-scherm bekeek was er een met Meryl Streep in de hoofdrol als Mater Familias van een uiterst dysfunctioneel gezin. Goeie rol van haar en ook van Julia Roberts als verbitterde dochter! Nu eens niet als de romantische alles -komt-goed icoon. Naam van de film is August: Osage County.

Vanuit mijn ooghoeken zag ik steeds de vader en moeder op de voorste middelste rij, waar alle babybezitters terecht komen. Ik heb er zelf ook vaak gezeten. Aan het muurtje voor je wordt een bak opgehangen waarvan men denkt dat het als wiegje zal fungeren. Vergeet het maar. De meeste babies hangen er al snel met benen en armen over de kant heen en zijn niet van plan er een oog in dicht te doen. Deze vader en moeder waren de  hele vlucht druk met hun dochtertje van een maand of zes. Blijkbaar was het gewend in slaap gedanst te worden want ik heb zelden zo’ń ritueel gezien. In Korea kent men ook de gewoonte een kind vrij hard, ritmisch op rug of buik te kloppen met een vlakke hand, om het zo in slaap te krijgen. Maar dit was geen kloppen of wrijven meer. Dit was een combinatie van woest wrijven en kloppen op het randje van meppen, in een tempo waar ik moe van werd,  alleen al van het kijken. Wrijf, wrijf, klop, klopper de klop, wrijf en tegelijkertijd voerde men een soort dansje uit. Knikken door de knieën, wrijf, klop, knik, wrijf, wrijf, knik en klop. En dan zeker 4 of 5 uur lang. Topsport. Het kind sliep drie minuten en dan begon de slaapdans weer. Wat zullen die ouders moe geweest zijn!

We waren er. Met de shuttle naar de metro en met de metro naar huis. Het was zeer warm, 29 gr. Heel Boston liep in korte broek en spaghetti bandjes. Wij hadden dubbele lagen aan en smolten.

De volgende dag was de temperatuur al een stuk gedaald. Tot ieders teleurstelling. De winter heeft hier lang geduurd en is zeer koud geweest. We zien het aan de natuur. Veel dode struiken en alles begint net uit te lopen. De tulpen zijn begonnen te bloeien. De rest van de week wordt het langzaam warmer.

Veertig jaar komen we hier nu in dezelfde buurt, in dezelfde flat. Er is geen huis waar ik zo’n band mee heb als dit appartement aan de haven van Boston. Mijn ouders verhuisden regelmatig en ik heb daarom geen hechte band met welk huis dan ook van vroeger. Behalve misschien het huis van mijn vroege jeugd in Schiedam,  tot ik een jaar of tien was.

Maar hier heb ik zoveel meegemaakt, het is werkelijk mijn tweede thuis.

A memorial to remember

handsBlanca

Twee maanden geleden overleed mijn Amerikaanse schoonmoeder in Boston op de respectabele leeftijd van 91 jaar. Een herseninfarct, coma en na twee dagen overleed ze rustig en vredig met de hele familie rond haar bed. De begrafenis die volgde was besloten,  voor de naaste familie en een aantal goede vrienden. Memorabel vooral door de live muziek van zonen en dochters en de persoonlijke woorden die gesproken werden in de kerk en aan het graf. De sfeer was intiem.

Mijn schoonmoeder had zelf de wens nagelaten om, na verloop van een aantal weken, een memorial te houden, voor de vele vrienden en bekenden. Ik had  af en toe wel iets over het verschijnsel memorial gehoord en gelezen. Amerikanen die de dood willen toedekken, die geen nare dingen willen horen en zien, zouden niet langer naar begrafenissen willen, maar overgaan tot memorials. Zoveel mogelijk de dood verdoezelen en ontwijken. Behoorlijk negatief dus.

Er zit ongetwijfeld een kern van waarheid in, maar na mijn eerste ervaring met het fenomeen is dat niet de indruk die bij mij is achtergebleven. Ik vond het juist een hele fijne en waardevolle  manier om samen een gestorven geliefde te gedenken, na een periode waarin rouw en verdriet centraal staan. Er is alle ruimte om nog eens heel concreet met elkaar stil te staan bij wie die persoon was en wat zij/hij eigenlijk betekende, een leven lang. Niet alleen voor de familie, maar ook in allerlei andere verbanden. En om dat te vieren. De christelijke context ontbrak nu, maar wie heeft er meer reden tot viering dan kinderen van God die alles uit Zijn Hand ontvangen?

Mijn schoonvader stond er op de bijeenkomst een ‘Viering van het Leven’ te noemen. De goede, mooie, karakteristieke dingen benoemen. Het gevaar dreigt natuurlijk dat er een te geflatteerd beeld wordt geschetst van de persoon. Je gaat op zo’n moment natuurlijk niet zeggen dat iemand bijvoorbeeld nogal bot of onvriendelijk was. Maar toch. Met wat wijsheid kun je gerust ook de scherpere kanten van iemand benoemen.

yanirobinmemorial

Mijn echtgenoot noemde in zijn toespraakje hoe zijn moeder grote ambities had (als dochter van immigranten!) waarmee ze haar kinderen inspireerde en aanmoedigde om hun talenten te ontplooien, vooral op cultureel en academisch gebied. Dat was goed. Maar het legde ook een last op de kinderen. Het gevoel te moeten voldoen aan een ideaal beeld dat hun moeder voor hen had. Een dansje werd Ballet, getokkel op een gitaar werd een Concert, een liedje zingen werd een Optreden, een paar verhaaltjes op papier een Meesterwerk. Wie daarin niet mee kon, voelde zich al gauw een kneusje. Maar het leuke van zijn moeder was, dat ook het ‘gewone’ leven tot een prestatie werd verheven. Ik was de Beste Moeder van de wereld, de Beste Echtgenote van de wereld, de Knapste Vrouw van de wereld en wat er nog meer aan onware, maar niettemin aangename opmerkingen voorbij kwamen. Uiteindelijk hield ze van al haar kinderen (en aanhang) om wie ze waren.

robinmemorial

Door de verschillende bijdrages van een bont gezelschap beseften we als nabestaanden te meer hoeveel ze voor elkaar kreeg door gewoon door te zetten. Nooit opgeven was haar devies en ze belde mensen domweg plat. Radiostations met verzoeken om muziek van haar zoons te spelen, politici om een woordje te spreken of aanwezig te zijn bij een of andere bijeenkomst. Haar grootste triomf was de aanwezigheid van Ted Kennedy bij de opening van een rozentuin in haar buurt waar ze zich voor had ingezet en die was vernoemd naar Rose Kennedy.

Tijdens de bijeenkomst sprak een rechter namens het gerechtshof zijn grote waardering uit voor haar inzet om verdachten bij te staan in welke taal ze dan ook spraken. Zelf begonnen als Spaans tolk/vertaler, vestigde ze een Talenbank en breidde die uit met een indrukwekkend aantal talen. Niemand was veilig voor haar wervingskracht, zo vertelde een bevriende Duitse architect die in zijn studententijd tegen wil en dank door haar geronseld werd.

IMG_3166

Aan het einde van haar leven vatte ze het plan op haar memoires te schrijven. Ze startte via de mail aan ons met korte stukjes zg. geschreven door Blanchee, een koosnaampje van vroeger. Door haar enorme doorzettingsvermogen heeft ze het project voor elkaar gekregen. Mede dankzij mijn schoonvader en -zus Yani ligt er nu een boekje  ‘Vignettes’, voorzien van vele foto’s. Ze heeft zelf helaas het eindresultaat niet meer gezien. Wij zijn er blij mee!

Hometown

SAM_0578

Boston is getroffen door een aanslag. Boston, de stad die ik meer dan enig andere stad beschouw als mijn ‘hometown’, terwijl ik er niet eens gewoond heb. Wel is het de enige stad waar ik al veertig jaar terugkom. In diezelfde periode heb ik met man en kids in minstens 15 huizen gewoond en in vele verschillende steden wortel geschoten. Maar  Boston bleef Boston, altijd op dezelfde plek, het appartement van mijn schoonouders: Harbor Towers. Ik wandel in dezelfde buurten en neem dezelfde routes. Langs de haven, naar het centrum, de Italiaanse wijk: the North End, Boston Common, het park, de Back Bay met z’n leuke winkelstraten als Newbury Street, Boylston Street, Boston Public Library, Copley Square (de chique Mall waar je alleen maar kunt kijken), allemaal bekende namen en vertrouwde plaatsen. Als was het mijn geboortestad.

Wonderlijk hoe dan een (naar verhouding ‘milde’) aanslag je treft als een moker: in mijn stad, hoe is dit mogelijk? Mijn eigen gevoel van veiligheid wordt hier rechtstreeks aangetast. Ik liep daar altijd vrolijk rond en een of andere gek durft het aan dáár een bom te plaatsen??

Het maakt me beschaamd. Waarom raakt dit me dieper dan alle bomaanslagen in talloze, door oorlogen en conflicten verscheurde landen? Hoeveel kinderen zijn er al niet omgekomen in de afgelopen tien jaar? Als gevolg van onbegrijpelijke, zinloze conflicten?

Misschien balt in de dood van het  Amerikaanse jongetje wel alle zinloosheid zich samen.  Dat jongetje dat daar vrolijk op zijn vader stond te wachten, bij de finish van de marathon en door een spijkerbom van het ene moment op het andere zijn leven verliest. De zinloosheid van alle geweld, alle machtszucht, alle onderdrukking en alle onrecht waardoor kinderen (en hun ouders) in de wereld lijden en sterven. 

In de psalmen klinkt zo vaak de klacht: waarom laat U het toe, God, dat onrechtvaardigen zegevieren en het lijken te winnen van de rechtvaardigen? Vanmorgen las ik psalm 92. De onrechtvaardigen (die doen wat God niet wil) lijken te groeien en bloeien, succes te hebben, terwijl de schrijver in het verdomhoekje zit voor zijn gevoel. Dan komt er een beeld: onkruid groeit en bloeit snel. Geeft de indruk van overwinning. Maar vergis je niet, de rechtvaardigen zijn als palmbomen, als ceders. In de tuin van God’s huis geplant.  Goeie bodem dus. Maar meer nog: bij bomen heb je geduld nodig. Voordat die hun indrukwekkende hoogte bereiken heb je heel wat geduld nodig. Een iele boomstam en welig tierend onkruid..Wat lijkt sterker?

Met andere woorden: het is niet wat het lijkt. De bommengooiers, de geweldenaars, de onderdrukkers zullen het niet winnen. Dat is het perspectief dat de Bijbel mij geeft. Alleen zo kan ik het vreselijke van het geweld en het lijden in de wereld ‘verdragen’. God belooft: Het heeft niet het laatste woord.

Dat dat tot troost mag zijn voor de nabestaanden en gewonden van de aanslag in Boston. Op deze aarde nog wel, (tot ik in Sion woon): My hometown.

Hoeden, dozen en verdriet

In Nederland gaan we na de begrafenis van een geliefde weer naar huis. Na de koffie en de cake en wat napraten. De achtergelaten bezittingen van de geliefde worden te zijner tijd verdeeld, wanneer we er aan toe zijn. Bij Blanca’s spullen liep het anders. Om verschillende redenen wilde mijn schoonvader dat haar kleding en sieraden nog dezelfde week zouden worden uitgezocht en opgeruimd. – Wanneer moet het anders, was zijn idee. – Nu zijn jullie er allemaal. De oudste dochter uit Californië, de jongste uit Summerville, de broers uit Nederland, Californië en New York, Massachussets;  kleinkinderen uit Nederland, Arkansas en New York.. Hoe vaak zouden we er weer allemaal samen zijn?

Zo begonnen we aan de zware, onwezenlijke klus. De kasten en laden openenen en alle kleding, hoeden, baretten en sieraden sorteren, uitzoeken en opruimen. Met het sterke gevoel iemands privé te schenden door rond te neuzen in haar spullen. Steeds weer drie stapels: weg – twijfel – behouden; waardevol – niet-waardevol,maar emotionele hechting – prullaria – Kringloop

Mijn schoonmoeder hield van sieraden. Dozijnen doosjes vol oorbellen, kettingen, ringen en broches. In iedere la, nog meer doosjes. Ze hield ook van kleding en van kleding bewaren. Ware vintage trokken we van de hangertjes. Dagenlang zijn we bezig geweest, onder leiding van gedecideerde oudste dochter Lark. Bergen vuilniszakken voor het Leger des Heils, stapels dierbare kleding voor de koffers van de negen vrouwen, spullen voor de zeven mannen en (slechts) een paar bijzondere voor Chris, haar man. Ging het allemaal zonder spanningen? Neen. De een is een doorpakker, hup, hup. De ander heeft tijd nodig, ‘ ‘laat nog even liggen’. Een eruptie hier, een stoomwolk daar, maar uiteindelijk was het klaar. Moeilijk, pijnlijk en onwezenlijk. Maar schoonvader was blij.

IMG_1628IMG_1621SAM_0590

Zondag na de begrafenis begon het bij mij te piepen en te schuren. Tot op dat moment was alles goed verlopen, terwijl ik geen grote groepen mens ben. Ik voelde me gedragen door gebeden. Ik draaide mee, luisterde, troostte, luisterde weer; lachte mee, herinnerde mee, zong mee; ruimde op, ruimde af, ruimde in, ruimde uit; zette eten klaar, waste af, praatte met die, omhelsde een ander. Maar mijn emoties zaten op slot. Ik had nog geen traan gelaten.

Die zondag kantelde er iets. Ik had slecht geslapen. We gingen naar de kerk (City Life Boston) en één van de liederen tijdens de dienst raakte me. Het eerste scheurtje in mijn survival-schil. Het bleef die dag wringen. Aan de laatste ronde van sieraden- en hoedenverdeling kon ik niet meedoen.IMAG1351 Ik ben gaan wandelen langs het water. De woontoren van mijn schoonouders staat aan de haven van Boston. Langs het water loopt een prachtig wandelpad van een paar kilometer. De dobberende boten, het geluid van krijsende meeuwen, de stapelwolken in de staalblauwe lucht, de zon, de gure wind, allemaal elementen die mij openen, rechtstreeks mijn ziel binnenkomen. Ik ben een watermens.

Ik dacht aan alle doosjes die door mijn handen waren gegaan. En ik realiseerde me dat  deze wandeling, dit alleen zijn met het water, me eindelijk bij het doosje bracht wat nog dicht zat, maar (knarsend en wel) open wilde. Ergens in een kamer van mijn ziel bewaar ik dat doosje met het verdriet om geliefden die al eerder stierven. Het verdriet om Blanca kon ik pas ervaren als dat deksel er af kwam.  Dat gaat meestal moeizaam, want de inhoud is  donker. Ik voelde echter aan mijn lijf dat het gebeuren moest.

Ik ben dus maar gaan zitten met het weidse uitzicht op het water en heb het ondergaan. Het verdriet om de geliefden die ik mis. Niet altijd bewust, maar wel op de achtergrond. Sommigen veel te jong gestorven. Het is uiteindelijk de pijn om de vergankelijkheid van het leven. De pijn omdat het altijd weer op sterven uitloopt. Op afscheid nemen en ‘afgesneden zijn’ (Vasalis). De schreeuw uit de diepte van psalm 130. Even geen uitzicht hebben op Pasen.

De zon verdween, ik kreeg het koud, het werd tijd om terug te gaan. En wat een weelde: thuis dochters om me te troosten! Mannen zijn kanjers, daar leun je op, maar soms stellen ze teveel vragen. Vrouwen, ‘mijn’ vrouwen vroegen niets. Twee paar armen om me heen. Even de tranen de vrije loop.

Toen was het weer goed. Het verdriet om Blanca had zich bij het andere verdriet gevoegd. Dat pijn doet. Maar ook zacht maakt en helpt om mee te voelen met anderen.

Een soort welriekend compost, zeg maar. Het maakt de grond van mijn bestaan vruchtbaar. Het is toch Pasen geworden.

Ontmoetingen

Mary and John Airbnb Yonkers, NY

Ik merk dat ik de ontmoeting met mensen een van de leukste kanten van het reizen vind. De onverwachte kennismaking met boeiende mensen die je drie minuten daarvoor nog nooit van je leven gezien had. Ik ben een mensen-mens dus het is vrij logisch, maar het verrast me toch. Ik moet altijd over een drempel om me in gezelschap te begeven en heel lang praten vind ik vermoeiend. Misschien is het leuke wel dat dit onverwachte, niet geplande ontmoetingen zijn. Ik hoef geen eten te koken of voorbereidingen te treffen, we zitten in een restaurant, we logeren in een B&B, of zitten aan dezelfde ontbijttafel, je raakt in gesprek en na 5 minuten denk je, wat een leuke, interessante mensen, ik wil contact houden voor de rest van mijn leven!

Leuke ontmoetingen had ik met vrouwen van predikanten/ouderlingen die op dezelfde synodes aanwezig waren als mijn echtgenoot. Je maakt een babbel en opeens blijk je eenzelfde passie te delen, nl. Kringloop- en tweedehands winkels afstruinen. Of een vrouw in de kerk (New City Life, PCA) van St. Louis die door een moeilijke periode ging, een soort heroriëntatie, na banen gehad te hebben waarin ze niet echt gelukkig was. Ping-ping! Herkenning! Binnen een uur keken we elkaar aan, zo van: wat jammer dat we niet bij elkaar in de buurt wonen!

En dan Neil, de gastheer van onze B&B in Chicago (Oakpark) die een oude schoolgenoot van mijn echtgenoot bleek te zijn en eindeloos veel herinneringen op deed borrelen bij hem. Volkomen onverwacht en niet gepland, maar daar zit je dan aan je ontbijt te luisteren naar twee gepensioneerde kerels die helemaal terug zijn in hun tienertijd. Weet je nog dit, herinner je je die leraar, enzovoort. Geweldig. Achtergrond van mijn man die ik niet kende.

Een van de nadelen van een relatie met een buitenlander is dat je niet alles even makkelijk in kunt vullen. In Nederland is een middelbare school een middelbare school, door de bank genomen. En dus kun je vrij gemakkelijk je een voorstelling maken van die periode.  In Amerika is er een wereld van verschil tussen de ene school (privé) en de andere (public). En dan heb ik het nog niet eens over homeschooling, wat hier door vele christenen gedaan wordt. (Van kleuterschool tot en met middelbare school!) Zeker begin jaren ’60 heerste er op privé scholen in de VS een redelijk elitaire sfeer. Muziek, Latijn, Toneel, Kunst, Talen, Sport, alles was even belangrijk. Het doet me aan de kostscholen in Engeland denken. Opstaan wanneer de leraar binnenkwam, altijd met twee woorden spreken, yes Sir en yes Ma’am. Colbert en stropdas naar de lessen. Na de lessen werd iedereen geacht deel te nemen aan zg. clubs. Fotografie, schaken, Frans (of andere talen), carillon, jongenskoor, sport, redactie van het schooltijdschrift, orkest, band,  en wat er nog maar meer was. Ik kreeg medelijden met de jongens toen ik  hoorde wat ze niet allemaal moesten doen. Geen slaapzalen gelukkig.

Mijn echtgenoot zat op deze luxe school (Choate, Wallingford Connecticut) dank zij een gedeeltelijke beurs. Als compensatie daarvoor moest hij dan wel o.a. iedere zaterdagavond op een balkon in een orkestje viool spelen tijdens de avondmaaltijd van de verzamelde studentenhorde. De herinnering kwam weer boven. De vernedering om daar iedere zaterdag,in zijn ogen, stompzinnige muziek te moeten spelen. Op een gegeven moment was hij het zo zat, vertelde hij, dat hij de dirigent had meegedeeld niet meer te komen opdraven. Dat was echter moedig geprobeerd, maar de man dreigde onmiddellijk  zijn beurs in te trekken…..En dus stond deze gefrustreerde leerling weer keurig achtergrond muziek te fiddelen op zaterdag.

Het weer hier is omgeslagen. Na een aantal dagen boven de 35 is het nu koeler en regent het af en toe flink. Tussen de buien door lopen we veel in het mooie Boston. Hoe men hier hondenpoep en graffiti onder controle houdt? Ik zou graag het geheim weten. Smetteloos schone stoepen en parken. Maagdelijk schone gebouwen. Veel groen, veel bloemen en planten, fonteinen waarin kinderen gillend plezier hebben, het is hier goed toeven.

Over de airbnb  en de gastheer en -vrouw in Yonkers schrijf ik nog een aparte blog. Hun huis was Mekka voor mij en zij zorgden voor ons alsof we oude vrienden waren.

Ondertussen lonkt het IJsselsteinse weiland in de verte! Mét hondenpoep, dat wel.

Laatste week – meet the parents

De 10 dagen bij mijn schoonouders in Boston zijn verre van saai. Ze zijn hoog bejaard, zoals ik al melde maar voor geen kleintje vervaard. Musea, uit eten, rondlopen in de drukke Quincy Market buurt.

De rolstoel biedt voor mijn schoonmoeder Blanca weer een grote verbreding van haar horizon. Ze heeft de beweging van het lopen nodig, maar nu die stoel er toch eenmaal is maakt ze er net zo lief gebruik van. Na 5 minuten langzaam lopen neemt ze plaats in de stoel en laat zich verplaatsen(rijden) als een koningin. Echtgenoot Chris is haar toegewijde valet. Met haar zachte stem spreekt ze hem toe waar en hoe ze gereden wil worden.

Afgelopen zaterdag was er een kunstmarkt en heel trouw rijdt hij haar langs alle stalletjes en als ze het wil nog een keer op en en neer, zo vaak ze wil.  Verder spreekt ze veel mensen aan om ons voor te stellen (ze kent hier iedereen). Of mensen staan stil om haar te groeten. Het lijkt of mensen  zich vereerd voelen om door haar te worden opgemerkt. De leukste opmerking vorig jaar hoorde ik in de lift van een museum. Mijn schoonmoeder, gekleed in kant en creme, met gouden accesoires, oorbellen, ketting enz., een flitsend hoedje op haar hoofd trok de aandacht van een medepassagier in de lift. ‘You are a museum piece yourself, pretty dazzling, mam!’

Niets maakt mijn schoonmoeder blijer dan zo’n opmerking. Ze is oud, ze weet dat, maar de tinteling in haar donkere ogen, haar nog redelijk donkere haar, het bijna rimpeloze gezicht en haar open, vriendelijke houding naar mensen om haar heen maakt dat ze leeftijdloos en nog steeds aantrekkelijk is. Ze verzorgt zichzelf goed, gebruikt make-up als ze uit gaat en heeft veel aandacht voor kleding. Ze leest Vogue “to get an idea of what is in” en maakt haar eigen combi’s. Sommige kleding is echt al zo oud als Methusalem. Ze droeg het al toen ik haar 37 jaar geleden leerde kennen. Omdat veel van polyester is blijft het natuurlijk lang goed.

Ze is een bijzondere vrouw waarvan er geen 13 in een dozijn gaan. Ik vind het steeds weer heel gaaf deel van haar familie en leven te mogen zijn. Als jongere vrouw voelde ik me snel geïntimideerd door haar. Wat had ik als lange, onhandige, verlegen, blonde Hollandse kaaskop te vertellen aan zo’n exotische vrouw? Nu ik en vooral zij ouder worden delen we ook meer persoonlijke, pijnlijke dingen. De moeilijke periodes in haar huwelijken, de moeites van het opgroeien met een dictatoriale vader die meende, als Puerto Ricaanse patriarch haar hele leven te moeten controleren. Ze vertelt boeiende verhalen over de 30’er jaren, hoe ze van alles verzon om aan zijn alziend oog te ontsnappen, vaak in samenwerking met haar jongere broer die altijd met haar mee moest als chaperonne.

In de 37 jaar dat ik haar nu ken is er ware liefde gegroeid. Ze is trouw en sterk, altijd kaarten en telefoontjes op de dagen van verjaardag, jubilea, moederdag, vaderdag en in tijden van ziektes en zeertes. Het heeft een tijd geduurd voor ik me ontspannen voelde, en haar ouderdom draagt zeker bij aan een zekere  zachtheid die gegroeid is in haar. Werk, carrière, grote vriendenparties, verre vakanties, het is allemaal kleinschaliger geworden, dichter bij mijn belevingswereld en daarom ook dichter bij haar. She is a treasure.

op weg

weer thuis met een jetlag

Het is zo’n cliche, thuis uit Amerika met een jetlag…Maar wat heb ik daar een last van, zeg. Ik heb bijna een week niet meer dan een paar uur geslapen ’s nachts en verder liggen luisteren naar het afgrijselijke kabaal dat echt honderden zeemeeuwen maken hier vanaf 04.30 uur ’s ochtends.
Toen ik pas in Scheveningen woonde was dat geluid me zo welkom: zee, zon, strand, vakantie…alleen de beste associaties! Nu kan ik die vogels wel de nek omdraaien…(ik beloof het niet te doen, dierenliefhebbers..). Wat een kabaal maken die beesten.

Inmiddels heb ik al 2 nachten doorgeslapen en m’n lichaam en geest beginnen zich te herstellen. Ik heb me voorgenomen om, als het enigzins kan, niet meer ’s nachts te reizen.

Kleinzoon Niek heeft zich alweer aangepast en slaapt bijna de nacht door, vertelde dochter Jes vandaag. Blijkbaar is teruggaan naar het oude, normale slaappatroon voor een baby minder ingrijpend dan andersom, wennen aan een nieuw ritme. In Amerika sliep hij pas aan het einde van het verblijf een beetje door. Een echte uitrustvakantie is het dus voor zijn pappa en mamma niet geweest. Maar wel een hele bijzondere. Om overgrootmoeder nog te kunnen laten genieten van haar achterkleinzoon, en actief nog van alles met elkaar te ondernemen, dat was het allemaal meer dan waard!

Ik ben sinds maandag weer aan het werk. De enorme stapel post die er lag na een maand was niet echt leuk om te vinden…Dan ga ik altijd twijfelen aan m’n baan: heb ik hier nu echt wel zin in…? Maar goed, als alles is weggewerkt krijg ik weer tijd voor andere, leukere dingen. Er is een meisje aangenomen voor 8 uur die mij gaat assisteren. Heel leuk op zichzelf maar iemand had het plan bedacht haar te laten beginnen op de dag dat ik voor het eerst terug kwam. Slecht plan. Nog zwevend van de jetlag en slaapgebrek moest ik het arme kind gaan uitleggen hoe die gigantische poststapel te lijf te gaan.

Jongste dochter is op vakantie gegaan de dag voordat wij terugkwamen. Zij is in Cuba. Ze kent daar iemand en zodoende. Veilig aangekomen, gelukkig. Hoop dat ze het heel goed zal hebben en dat ze niet teveel onder de gevolgen van heet weer en slecht eten hoeft te lijden met haar gevoelige darmen…