Boston-Wallingford-New York

Maandag weer de oversteek gemaakt naar het Amerikaanse continent. Mijn tweede thuisland. De 50e reünie van de middelbare school van echtgenoot in Wallingford CT, en een snel bezoek aan de jongste dochter in New York staan op het program.

De  vlucht is als immer lang en maakt mij gaar. Het valt me op hoe ik ter compensatie bereid ben iedere morsel voeding dat wordt uitgedeeld met een zekere gretigheid te ontvangen en veroberen als ware  ik net gered uit een gebied met voedseltekorten,

Op de korte vlucht van Amsterdam naar Dublin krijgen we een kop koffie met een snack. Prima. Maar vanaf Dublin komt het meer serieuze vliegtuigeten. De pretzils met een drankje, waarvoor $5,00 betaald moet worden bij Aer Lingus, Dan het eten, Van te voren door ons besteld omdat op de site waar we onze ticket bestelden de vraag gesteld werd of we wilden eten tijdes de vlucht. Dat leek ons voor een vlucht van 7 uur wel aangenaam, dus ja, we bestelden 2 maaltijden voor 17 euro per stuk.  Duur vonden we dat wel. Maar ja om nu zeven lange uren te vasten…

Aan boord worden de maaltijden bezorgd. Keurig met zelfs echt bestek, geen plastic. Een glazen wijnglas en een porseleinen koffiekop. Een bord met folie eromheen onthult een kipgerecht. Niet slecht.  Een zurig smakende smurrie blijkt rijst en de eetlepel groente is zelfs nog wat knapperig. Tot onze verbazing waren er maar weinig mensen die besteld hadden. We kregen al medelijden met alle passagiers die besloten hadden al die tijd met een lege maag te zitten (en voelden ons licht decadent). Tot op een gegeven moment alle passagiers een (weliswaar iets minder luxe), maaltijd kregen uitgedeeld. Wij waren er dus gewoon ingestonken. Aer Lingus vertelt niet dat er wel een maaltijd is, ook als jij niet de luxe variant besteld. Dit voor wie ooit met Aer Lingus gaat vliegen. Het scheelt toch 2x 35 euro!

Verder at ik met plezier alles op het blad. Broodje, salade, stukje kaas, crackers, eten zelf en het toetje, hemelse chocolade mousse. Veel viel er daarna niet meer te nuttigen, maar iedere kop koffie, iedere granolabar, iedere choco snack ontving ik met open handen. Geef, geef, ik heb geen andere afleiding dan eten.

Ook de 2 appels die niet ontdekt waren door de strenge controles konden we zo lekker oppeuzelen.

Na deze overdaad aan caloriën en suikers moest ik van mezelf een dut doen. Dat mislukte. Dan maar de films bekijken. Begonnen met The Bookthief. Ik kwam tot ongeveer de helft, maar het boeide me niet. Hoe tragisch verder het verhaal ook is over de 2e wereldoorlog en het Duitse gezin dat een Joodse buurjongen tracht te verbergen. Ik vond het  acteren erg stijf en gekunsteld. Amerikaanse acteurs met een nep duits accent, en duitse acteurs wiens engels weer moeizaam is. Misschien hebben wij ook wel teveel films over de oorlog gezien.

Tweede film die ik op mijn mini-scherm bekeek was er een met Meryl Streep in de hoofdrol als Mater Familias van een uiterst dysfunctioneel gezin. Goeie rol van haar en ook van Julia Roberts als verbitterde dochter! Nu eens niet als de romantische alles -komt-goed icoon. Naam van de film is August: Osage County.

Vanuit mijn ooghoeken zag ik steeds de vader en moeder op de voorste middelste rij, waar alle babybezitters terecht komen. Ik heb er zelf ook vaak gezeten. Aan het muurtje voor je wordt een bak opgehangen waarvan men denkt dat het als wiegje zal fungeren. Vergeet het maar. De meeste babies hangen er al snel met benen en armen over de kant heen en zijn niet van plan er een oog in dicht te doen. Deze vader en moeder waren de  hele vlucht druk met hun dochtertje van een maand of zes. Blijkbaar was het gewend in slaap gedanst te worden want ik heb zelden zo’ń ritueel gezien. In Korea kent men ook de gewoonte een kind vrij hard, ritmisch op rug of buik te kloppen met een vlakke hand, om het zo in slaap te krijgen. Maar dit was geen kloppen of wrijven meer. Dit was een combinatie van woest wrijven en kloppen op het randje van meppen, in een tempo waar ik moe van werd,  alleen al van het kijken. Wrijf, wrijf, klop, klopper de klop, wrijf en tegelijkertijd voerde men een soort dansje uit. Knikken door de knieën, wrijf, klop, knik, wrijf, wrijf, knik en klop. En dan zeker 4 of 5 uur lang. Topsport. Het kind sliep drie minuten en dan begon de slaapdans weer. Wat zullen die ouders moe geweest zijn!

We waren er. Met de shuttle naar de metro en met de metro naar huis. Het was zeer warm, 29 gr. Heel Boston liep in korte broek en spaghetti bandjes. Wij hadden dubbele lagen aan en smolten.

De volgende dag was de temperatuur al een stuk gedaald. Tot ieders teleurstelling. De winter heeft hier lang geduurd en is zeer koud geweest. We zien het aan de natuur. Veel dode struiken en alles begint net uit te lopen. De tulpen zijn begonnen te bloeien. De rest van de week wordt het langzaam warmer.

Veertig jaar komen we hier nu in dezelfde buurt, in dezelfde flat. Er is geen huis waar ik zo’n band mee heb als dit appartement aan de haven van Boston. Mijn ouders verhuisden regelmatig en ik heb daarom geen hechte band met welk huis dan ook van vroeger. Behalve misschien het huis van mijn vroege jeugd in Schiedam,  tot ik een jaar of tien was.

Maar hier heb ik zoveel meegemaakt, het is werkelijk mijn tweede thuis.

Thrifting in the Hamptons?

Het is altijd even wennen in Amerika. Niet gewoon een koffie bestellen, nee, een keuze maken tussen acht verschillende mogelijkheden. Het valt nog mee, vergeleken met Starbucks. In de Golden Pear in Southampton, NY, is het self-service. Dit dringt tot me door wanneer de vrouw achter de toonbank geen aanstalten maakt mijn koffie in te schenken na mijn verzoek om koffie met de sterkste smaak. Ze raadt me de French blend aan, maar doet verder niets. Ze zei wel wat en na een paar seconden valt het kwartje: ik mag zelf inschenken. Ik giet vervolgens zo’n akelige papieren beker half vol, na aarzelend nog om een ‘ cup’ gevraagd te hebben. ‘ No cup’. Nou ja, dan maar zo. Koffie zal wel vies zijn, dus een halve beker is genoeg. Ik ga buiten zitten, naast een vader die zijn peuter roerei uit een papieren bakje voert. Even verder zit een oude dame met zonnehoed. Ik had haar al naar buiten zien komen, geholpen door iemand van de zaak. Ze loopt moeilijk, met behulp van een rollator.

Ik neem een slok van mijn koffie en heb onmiddelijk spijt niet een volle beker genomen te hebben. De smaak is namelijk prima. Te laat. Ik kan moeilijk bij gaan schenken en zeggen dat ik niet van volle bekers hou. Langzaam drinken maar. Ik voel me senang. Lekker naar het dorp gefietst, cafeetje gevonden, er ligt een lokaal krantje en ik verdiep me in de plaatselijke cultuur en wat dies meer zij. Het is niet echt warm, maar de zon doet haar best door te breken. Ik zit hier best.

De peuter naast me wordt onrustig, haar pappa plaatst haar in de wandelwagen en ze verdwijnt met haar ouders. Plotseling vraagt de oude dame me wat. Ze heeft een sterk accent, dat ik niet helemaal kan thuisbrengen, maar het maakt het moeilijk voor me om haar te verstaan. Ik merk ondertussen op dat ze mooie sieraden draagt. Geen diamanten maar kunstig gezette half-edelstenen. Echt een Southampton type denk ik bij mezelf. Rijke mensen hier. Ze vraagt me iets over de wandelwagen. Of ik weet dat die wel $4000 kost. Ik reageer met ongeloof. Ik denk tenminste dat ze dat van me verwacht. De rest van de conversatie is moeilijk te reconstrueren want ik knik veel ja en nee, terwijl ik werkelijk geen idee heb waarover ze het heeft. Op een gegeven moment verdiep ik me maar weer in de krant.

Ik sta op en ga wat neuzen in de winkeltjes in Mainstreet. Ik ga nergens naar binnen want alles ziet er duur uit en klein. Daar heb ik een hekel aan want dan komt er gelijk iemand op me af. Maar daar staat zowaar een rek met afgeprijsde kleding. Het staat buiten, dus ik kan zonder verplichting kijken. Heel In de verte zie ik de oude dame met haar rollater heel langzaam naderen. Ze gaat ook een beetje winkelen zeker. Ik keur de kleding aan het rek. Best leuke Billabong spullen. Ik vergeet even mijn omgeving. Na een minuut of wat hoor ik de oude dame me roepen. ‘ Hallo, hallo!’ Dit is mijn taak blijkbaar vandaag.  Deze oude dame aanhoren.

‘Ik zie je tussen de uitverkoop spullen kijken. Dan kom je hier niet vandaan zeker?’ Ik versta haar nu goed en zeg lachend dat ik inderdaad niet in het stadje woon. Samenzweerderig kijkt ze me aan. ‘Ik weet een hele leuke winkel die jij ook leuk zal vinden. Een tweedehands winkel hier om de hoek. Als je van afgeprijsde artikelen houdt dan hou je vast ook van een ‘ thriftstore’! Nu moet ik helemaal lachen. Wat een grappig mens. Met haar accent en hoed en mensenkennis. Ik vraag haar of ze in Southampton woont. Ze rolt met haar ogen. ‘Welnee, veel te duur! Ik kom hier ieder jaar voor een paar dagen, al heel lang. Maar maar langer dan een paar dagen gaat niet, want ik betaal $400 per dag’.

Ik prijs me gelukkig.  Drie weken gratis verblijf in een groot huis met zwembad, jacuzzi, fiets en dichtbij zee. In het goede gezelschap van mijn dochter. (De dochter van de oude dame leek wat minder gelukkig met haar spraakzame moeder)

Hooien in Limburg

De intense geur van vers gemaaid gras. Boeren die op hun grote tractoren af en aan rijden, tot laat in de avond, om met dit droge zonnige weer het gras dat overal in de omringende weides ligt, op te schudden zodat het snel droogt. Op de smalle binnenwegen sjezen ze je voorbij met achter hun tractoren een martelwerktuig met grote grijphaken waarmee het gras gekeerd wordt. Ik doe snel een stap opzij om niet onverhoeds een ledemaat te verliezen aan een uitstekende priem.

Eén of twee dagen later zijn ze terug, maar nu om het verse hooi te verzamelen. De hopen gras worden opgezogen en door een grote slurf als een wervelende, groen-grijze waterstroom in een aanhanger gespoten. De boeren werken razendsnel. Nu is de perfecte hooitijd, misschien al veel later dan normaal. De twee tractoren, één die het hooi verzamelt en de ander met een grote aanhanger, moeten dezelfde snelheid aanhouden. Als in een trage race rijden ze door de glooiende graslanden. De hemel is blauw, met hoog drijvende wolken, het is aangenaam warm en de geur van het verse hooi hangt als een sterk parfum boven de aarde.

Dit is Limburg. Groene hellingen, akkers en weilanden zover het oog reikt, bosranden en daartussen boerderijen, dorpen en veel, meest kleine campings, gerund door boeren en bewoners van het platteland. Heuvels en dalen, oude boomgaarden met hoogstamfruit, wijngaarden, aspergevelden, dit is nauwelijks nog Nederland.

Dit is Zuid-Limburg.

 

 

Woudenberg boys

Woudenberg brothers

Ik heb weer een paar volle genietdagen achter de rug met mijn twee stoere kleinzoons van zeven en vier. Het was warm, dus we zijn veel buiten geweest, o.a. in het Julianapark in Utrecht. De jongens hadden niet zoveel trek in de speeltuin daar. Ik neem het ze niet kwalijk want het was er bloedje warm. Jammer genoeg is er geen zwembadje of iets dergelijks. Zou nog wel een idee zijn voor dit prachtige park. Er zijn een paar springfonteinen, maar je moet er aardig flink op stampen voor er water gaat spuiten. Niek en Kris zagen het niet zo zitten. Kris sprong drie keer achter elkaar heel hoog en kreeg aardig wat water aan het sproeien met dat stevige lijf van hem en viel vervolgens van het speeltuig. Niek is zo licht als een veertje dus hij moest zo hard springen dat het de moeite niet waard was.

speeltuin

We hebben zitten kijken naar een groepje kinderen van een NSO, met warme, paarse, polyester hesjes waarop de naam van het instituut stond. Saartje. Nou, zei Niek, met verachting in zijn stem, op zo’n opvang zou ik niet willen zitten, hoor. En veel zin om met ze te spelen hadden ze ook niet. Dus liepen we een rondje langs de dieren. Deze zaten achter gaas. Er lopen ook dieren rondjes langs de mensen in het park, kippen en hanen. Vooral voor de hanen moet je oppassen. Kris werd in zijn bil gepikt toen hij hem wilde wegjagen van ons eten.

Toen we alle dieren gezien hadden en we terug waren op onze plek, dreigde de verveling. Wat nu?   Als door een wonder, stond er opeens een ijscowagen in het park. Ik gaf Niek geld om ijsjes te kopen. De stemming schoot met een piek omhoog. Kris had opeens weer enorme energie en Niek zag de uitdaging zitten om zelf de bestelling te plaatsen.

Daar gingen ze samen. Ik wil een Skeleto, zei Niek. Ik ook, zei Kris, wat meestal zijn antwoord is op Niek’s plannen. In de verte zag ik Niek omhoog praten naar de meneer in het raampje van de wagen. De Man boog zich diep voorover, naar Niek, om te horen wat hij zei. Zou het lukken? Toch maar er even heen. Halverwege kom ik ze tegen, de mannetjes. Kris heeft een ijsje, maar huilt tranen met tuiten. Niek heeft zijn arm om hem heen. Wat is er aan de hand?
‘Ik wíl geen Cornetto’, roept Kris dramatisch door zijn tranen heen, ‘die lust ik niet!’
‘Ja’, zegt Niek, ‘die meneer begreep mij niet en toen gaf hij twee Cornetto’s.  Ik zei twee Skeleto’s, want ik wist niet meer precies hoe het heette. En nou wil Kris zijn ijsje niet’.

Oh, gelukkig, dit is op te lossen. Ik loop terug en bestel het ijsje dat Kris wilde, een Calypso cola. Helemaal gelukkig droogt hij zijn tranen. Calypso’s, Cornetto’s, ach ja waarom ook geen Skeleto’s?

Pannenkoeken eten met tante Sas

De volgende dag zijn we gaan zwemmen in het Henschotermeer. Een leuke plas in de buurt van Woudenberg, maar erg druk op een warme dag. ‘Wat gaan we doen, dan?’ vraagt Kris. Zwemmen natuurlijk. Oh..OK. Bandjes om en het water in. Een lauwwarme plas, maar Kris vind het steenkoud. ‘Ik hoef niet’, kondigt hij aan en loopt zo kordaat als hij kan in het water, naar de kant. Kris voegt meestal onmiddellijk de daad bij het woord.

Met veel moeite krijg ik hem het water weer in (ik laat mezelf nat maken met een waterflesje, een offer) en als hij eenmaal door is vindt hij het heerlijk. Als een hondje spartelt hij door de plas. Maar Niek heeft het al snel koud. We gaan er uit en liggen te bakken in de zon. Er is weinig ruimte om te spelen in de schaduw en in de zon is het te heet. ‘Ik wil naar huis’, zegt Kris,  ‘het is hier zo heet… En ik wil een ijsje’. Jammer genoeg voor hem heeft oma zich voorgenomen vandaag nog geen ijsjes te gaan kopen.

Tussen de dikke pannenkoek van de vorige avond en een hele snoepketting (met dank aan het pannenkoeken restaurant, kunnen ze niet een beker snoeptomaatjes meegeven of zo?) zit slechts een moeizaam ontbijt (‘dit is ander brood dan dat van mamma’).
‘Ik zie suiker uit je oren komen’, zeg ik. Kris vindt het niet grappig.

Ze hebben er geen van beiden meer zo’n zin in. Niek heeft een poos een Amerikaanse voetbal heen en weer gegooid met opa en is moe.

We leveren de jongens af bij hun mamma vanwege een afspraak bij de oogarts en rijden zelf linea recta naar Kijkduin, waar een andere dochter woont en springen de (koude!) zee in.

Kijkduin

Die zee…wat is dat toch een verrukkelijke plas.

Back to the US of A

Binnenkort vertrekken echtgenoot en ik naar de Verenigde Staten voor vijf weken. Allereerst staat op het program een bezoek aan drie synodes van drie verschillende kerken in de VS. Kleine kerken met elk hun geschiedenis.

De eerste die we zullen bezoeken is de Reformed Church in the US. De synode wordt gehouden in Rapid City, South Dakota. Kleine stad (70.000 inwoners) in het Middenwesten van de VS. Volop Indian country. Onlangs stond er zelfs een berichtje in de krant (ND) dat een of andere organisatie in de VS vindt dat de Black Hills, het gebied rondom Rapid City, terug moet worden gegeven aan de oorspronkelijke bewoners. Inclusief het beroemde Mount Rushmore met de uit de rotsen gebeeldhouwde koppen van vier voormalige presidenten. In elk toeristisch blaadje dat ik tot nu toe over de plek gelezen hebt wordt ook sterk geleund op de erfenis van de native Americans, zoals ze in politiek correct Engels heten.

We zullen het zien. Na Rapid City gaat de reis met een omweg via Yellowstone Park naar Chicago. Maar daar doen we dan een dag of zeven over. We willen in elk geval naar West Franfurt Illinois, waar de vader van echtgenoot werd geboren en opgroeide. Zelf niet meer gelovig stamde hij uit een Southern Baptist geslacht met een vader als parttime predikant! Door de week werkte hij als postbode en in de avonden en weekeindes als predikant. Volgens een ver familielid is er in de kerk waar hij preekte zelfs een glas-in-lood raam aan hem gewijd. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan! We gaan natuurlijk het raam bezichtigen.

In Chicago, waar de synode van de OPC wordt gehouden in de buurt, verblijven we een week in een appartement dat we via http://www.airbnb.com gevonden hebben. Dat zijn kamers, appartementen en soms complete huizen die door de eigenaar te huur worden aangeboden en waar je meestal zelf voor je maaltijden zorgt. Het is net wat informeler dan een Bed&Breakfast en meestal goedkoper. Het voordeel is dat je veel vrijheid hebt, wat betreft eten en drinken. Je kunt namelijk gebruik maken van de keuken. En met de desastreuze Amerikaanse eetgewoonten vinden we het wel fijn zelf wat controle over onze eetporties te hebben!

Daarna gaan we door naar New York waar we opnieuw in een B&B verblijven in Yonkers, ten noorden van de Bronx in New York City. De synode van de United Reformed Churches wordt gehouden in Nyack, een half uur daar vandaan. Een half uur naar NYC voor mij met de trein en een half uur voor echtgenoot met de auto naar Nyack.

Nu nog de moed verzamelen om alleen al die steden te bezoeken terwijl echtgenoot vergadert!

Leuke aanbieding!

Gratis verblijf voor 5 weken in leuk rijtjeshuis aan weiland in Groene Hart van Nederland. Veel fietsmogelijkheden, leuke oude stadjes in de buurt, en in de verte zie je de Dom van de prachtige middeleeuwse stad Utrecht. Wandelen, gebruik van fietsen en genieten in een nieuw aangelegde achtertuin.

Tegenprestatie: zorgen voor onze lieve twee poezen, onze kleine tuin en het huis netjes houden. Wie wil zelf, wie kent mensen, bijvoorbeeld uit de kerk, gemeente?

Mail:margreet.batteau@gmail.com

Franse vaardigheden – uit het dagelijks leven.

Ik ben 2 jaar niet in Frankrijk geweest en het is altijd weer even wennen: “de hurk WC” langs de autosnelweg. Wie hoge nood heeft onderweg kan niet kiezen en naarmate je zuidelijker komt nemen de toiletpotten af. Het mag dan hygiënischer zijn om te hurken in de lucht, vergeleken met zitten op een WC bril waar honderden mij zijn voorgegaan, maar ik blijf toch mijn twijfels houden over nut en noodzaak van het verschijnsel. Ook boven een WC bril moet je soms vreemde capriolen uithalen om niet in aanraking te komen met het materiaal, om het zo maar even te noemen, maar alles is net wat meer binnen bereik en onder controle.

Mijn probleem met de hurk WC is, dat ik het hoe dan ook niet droog hou. Met een lange broek is het een vorm van gevorderde acrobatie om de onderkant van je broekspijpen niet te laten zwemmen in het (niet nader te benoemen ) vocht op de vloer. Ik heb daar nu op verzonnen om eerst mijn broekspijpen boven mijn knieëen op te trekken. Ze moeten dan niet al te strak zitten want ik knel mezelf dan af in de bloedtoevoer. Vervolgens was het de eerste paar keer goed nadenken welke kant ik nu ook weer met mijn gezicht en de rest op moest. Bij de tweede WC was een stang aan de muur bevestigd die me deed beseffen de eerste keer verkeerd om gehurkt te hebben. Nu koos ik de juiste richting. De beugel hielp zeker ook bij het in evenwicht blijven. Ik merk aan het in de juiste houding komen dat ik toch wel erg stijf ben geworden in de bovenbenen.

De grootste complicatie vind ik  toch wel om gehurkt, met één hand steunend/hangend aan de beugel, met de andere trachtend schoenen en broek droog te houden, bij het papier te komen wat op een hoogte hangt alsof men hele lange armen heeft. Ik weet zeker dat de Fransen die niet hebben, maar misschien hebben zij een truc die ik nog niet bedacht heb.

Heb ik alles zonder te vallen volbracht dan volgt nog een punt van oplettendheid. Het zg. doortrekken is op een hurk-WC eerder een soort vloerspoeling, harde waterstralen die vanuit vier hoeken de boel opfrissen, maar als je niet oplet vervolgens je met zoveel moeite droog gehouden schoenen en broekspijpen alsnog kletsnat spuiten.

C’est la vie en France

Toen scheen de zon dag in dag uit

Margreet in Katwijk

hansvanveelenenikouddorp

Deze fotootjes bevestigen m’n herinnering weer: toen ik klein was scheen in de zomer altijd de zon. Spelen aan het strand, lekker rondlopen in m’n badpak (zie je die schattige pofbroek en het geschmockte badpakje?). En die stroblonde haren van me. Alles duidt op warmte, zon en vermaak. Geen wonder dat ik nog steeds zo gek ben op het strand! Het is me met de paplepel ingegoten. In de achtergrond op het onderste fotootje zie je de huisjes waarin we bivakkeerden. Het is 1958 dus ze zijn van een sublieme eenvoud. Geen douche (die hadden we thuis nauwelijks) en geen warm water. Stapelbedden en dat was het denk ik. Voor mijn moeder zal het wel hard werken geweest zijn. Vijf kinderen die onder het zand thuis kwamen, het plakkerige zeewater en toch niet even snel afdouchen. Hoe zouden we het gedaan hebben? Ach, vroeger waren we gewoon een stuk viezer. Maar fijn was het beslist.

waarom ik toch niet op de Veluwe wil wonen

We zijn weer een paar dagen weg geweest. Kim had een vrije zondag (helemaal vrij, een uitzondering!) en dus konden we als normale Nederlanders eens een weekendje weg. Eerst naar Woudenberg, dat vrome dorp midden op de Biblebelt, waar nog steeds onbekend is wie er nu op Oudejaarsavond met stenen naar de ME gegooid heeft. Het is daar ‘ons kent ons’ blijkbaar. Je verlinkt niet je zoon of buurman. Elfde gebod, of zo.

Een van onze kinderen heeft daar met echtegenoot een huis gekocht, rijtjeshuis, middelste van drie. Erg mooie ligging t.o. plantsoen en huis zelf is licht, ruim en eigenlijk helemaal kant en klaar. mooie keuken en badkamer, 4 slaapkamers,wasmachineruimte, tuin, schuur enzovoort.

Komt goed uit dat ik werkeloos ben nu, kan ik veel helpen. Vrijdag al wat tapijt gesloopt, nou ja echtgenoot dan, ik heb me bezig gehouden met het bellen van de KPN die weer eens een Kafka situatie had doen ontstaan. Ik zal jullie het verhaal besparen. Schoonzoon had inmiddels al haren uit z’n hoofd getrokken, dus die is de vloerbedekking aan het slepen gegaan terwijl dochter en ik nog een onderkoelde poging waagden het telefoonprobleem te doorgronden. Tegen een tarief van 0,45 euro per minuut….Uiteindelijk hebben we het hoofd in de schoot moeten leggen. Tegen het SYSTEEM kan een gewoon mens niet op.

Rond 4 uur doorgereden naar Otterlo, alwaar we een B&B gereserveerd hadden. Maar niet voordat we in de omgeving onze ogen de kost gegeven hadden. Gestopt in Scherpenzeel en bij 2 makelaars in het raam gespiekt. Wat kost nu een stulpje hier? Een paar huizen leken aardig, één terug in Woudenberg, dus we zijn gaan toeren. Straatjes in, langzaam rijden, staren, weer verder. Leuk hoor, we kregen er lol in. Maar behalve het huis in Woudenberg was er echt niks bij. Van die poppenhuizen. Dat komt natuurlijk omdat we slechts een kabouterhypotheek kunnen afsluiten, maar toch. Ook vond ik die dorpjes allemaal zo netjes…Van die keurig aangeharkte tuinen, geen stukje afval, nergens iets wat niet door de beugel kon, zelfs geen hondenpoep. Vandaar dat ze met oudejaarsavond dus allemaal uit hun dak gaan, waarschijnlijk..

Wij voelden ons niet aangetrokken tot het wonen op de Veluwe. Hoe mooi het er overigens ook is!! Want na onze huizenjacht kwamen we in Otterlo, bij Vogelvlucht. Een B&B dat eigenlijk meer een huisje is. We kregen de beschikking over een comfortabel 4 p. huisje, met ontbijt, midden in het bos. Goed verwarmd gelukkig want het vroor die nacht 6 gr. of zo.

De volgende dag hebben we Otterlo verkend. Dat was snel klaar. Het enige museum, het Tegelmuseum ging pas om 13.00 uur open en verder was er niks. Ja, het Kroller-Moller museum, daar zouden we ’s middags heen. Wel hebben we aangenaam gelouncht in Boutique Hotel. De krant gelezen, zelfs onze mail gecheckt en een heerlijke tosti zalm gegeten. Hotel is echt luxe, met fitness en zwembad. Zag er leuk uit.

Op de witte fietsen zijn we toen de Hoge Veluwe opgegaan met onze vrienden. Koud, koud, maar heerlijk om met dat weer daar te fietsen, zeg! Extra rondje gemaakt langs de Hubertusvijver.

Het museum overweldigt me iedere keer weer. Er hangt een gigantische verzameling kunst. En de beelden! Geweldig. Twee schilders zijn me dit keer bijgebleven, Verster en (opnieuw) Charley Toorop. Kroller Moller heeft een leuke site waar je veel kunst bekijken kan.

’s Avonds hebben we heerlijk gegeten bij onze vrienden in Andelst en zeer voldaan hebben we de tweede nacht als roosjes geslapen in onze Vogelvlucht bedden.

Waarom ik toch niet op de Veluwe wil wonen? Ik vind het mooi, prachtig mooi, maar ik mis iets. Uiteraard de zee, maar ook mensen, activiteit, iets bruisends. In de stad word je er af en toe doodmoe van maar gedoseerd en met mate is het op z’n tijd ook heel verfrissend.

Waar kun je nu spontaan beslissen op Valentijnsdag  je man te verwennen met een balletvoorstelling en een Koreaanse maaltijd vooraf (Kimchie House, Korte Molenstraat, Den Haag, uitstekend eten)? En dat alles op fietsafstand! Dat is het grote voorrecht van de grote stad. Toch maar hier een (klein) huis gezocht!

Via Barneveld (kerk) naar Utrecht (even de kleinzoons zien) en toen weer naar de Randstad.
We zijn weer thuis.

 

weer thuis met een jetlag

Het is zo’n cliche, thuis uit Amerika met een jetlag…Maar wat heb ik daar een last van, zeg. Ik heb bijna een week niet meer dan een paar uur geslapen ’s nachts en verder liggen luisteren naar het afgrijselijke kabaal dat echt honderden zeemeeuwen maken hier vanaf 04.30 uur ’s ochtends.
Toen ik pas in Scheveningen woonde was dat geluid me zo welkom: zee, zon, strand, vakantie…alleen de beste associaties! Nu kan ik die vogels wel de nek omdraaien…(ik beloof het niet te doen, dierenliefhebbers..). Wat een kabaal maken die beesten.

Inmiddels heb ik al 2 nachten doorgeslapen en m’n lichaam en geest beginnen zich te herstellen. Ik heb me voorgenomen om, als het enigzins kan, niet meer ’s nachts te reizen.

Kleinzoon Niek heeft zich alweer aangepast en slaapt bijna de nacht door, vertelde dochter Jes vandaag. Blijkbaar is teruggaan naar het oude, normale slaappatroon voor een baby minder ingrijpend dan andersom, wennen aan een nieuw ritme. In Amerika sliep hij pas aan het einde van het verblijf een beetje door. Een echte uitrustvakantie is het dus voor zijn pappa en mamma niet geweest. Maar wel een hele bijzondere. Om overgrootmoeder nog te kunnen laten genieten van haar achterkleinzoon, en actief nog van alles met elkaar te ondernemen, dat was het allemaal meer dan waard!

Ik ben sinds maandag weer aan het werk. De enorme stapel post die er lag na een maand was niet echt leuk om te vinden…Dan ga ik altijd twijfelen aan m’n baan: heb ik hier nu echt wel zin in…? Maar goed, als alles is weggewerkt krijg ik weer tijd voor andere, leukere dingen. Er is een meisje aangenomen voor 8 uur die mij gaat assisteren. Heel leuk op zichzelf maar iemand had het plan bedacht haar te laten beginnen op de dag dat ik voor het eerst terug kwam. Slecht plan. Nog zwevend van de jetlag en slaapgebrek moest ik het arme kind gaan uitleggen hoe die gigantische poststapel te lijf te gaan.

Jongste dochter is op vakantie gegaan de dag voordat wij terugkwamen. Zij is in Cuba. Ze kent daar iemand en zodoende. Veilig aangekomen, gelukkig. Hoop dat ze het heel goed zal hebben en dat ze niet teveel onder de gevolgen van heet weer en slecht eten hoeft te lijden met haar gevoelige darmen…