Thee, Driekoningen en konijnen

Vandaag weer eens een flinke wandeling gemaakt door mijn geliefde Boston. Gisteren kwam de regen met bakken uit de hemel, dus waren we gedwongen onze wandeling naar City Life Church Boston in het Revere Hotel, uit te stellen. We zijn toch maar met de auto gegaan. Ik heb een zware kou, dus dat was uiteindelijk een stuk comfortabeler.

2016-01-14 15.44.06

Vandaag compleet ander weer. Blauwe, vrieskoude lucht. Er staat een sterke wind waardoor het veel kouder aanvoelde dan de echte temperatuur, die rond het vriespunt lag. In plaats van de drie kwartier die we wilden lopen naar een (goedkopere) supermarkt, namen we voor een gedeelte de metro om de snijdende wind te vermijden. Maar van huis naar de metro en vice versa is ook nog een aardige wandeling. Het licht was fantastisch, vooral op de terugweg.

Ik had medelijden met de daklozen die op een dag als vandaag ook buiten moeten bivakeren tot de opvang opengaat. Het zijn er veel hier. Mensen op straat met een bordje naast zich waarop ze hun omstandigheden toelichten. ‘Veteraan’ of  ‘ik ben een goed doel'(?) enzovoort. ’s Nachts liggen ze in dikke dekens gehuld op stukken karton in de winkelportieken. Het blijft lastig. Geld geven? Eten geven? Er zijn shelters en een aantal kerken deelt eten uit.

Boston is goeddeels een kantoorstad en voor een ander deel toerististische trekpleister. Historisch als bijna geen andere stad in de VS, met soms eeuwen oude gebouwen. Boston is beroemd voor de ‘Tea Party’, de gebeurtenis in 1773 waarbij grote voorraden thee in de haven werden gedumpt als protest tegen belastingheffingen van ‘baas Engeland’. Niet lang daarna begon de Onafhankelijkheidsoorlog.

Politiek woelt het nog immer hier. (Inmiddels is de State of the Union uitgesproken door de president, te vergelijken met onze Troonrede). Met de verkiezingen in het vooruitzicht is het nieuws vergeven van vooral de Republikeinen Trump en Cruz, en de Democraten Hilary Clinton en Sanders. Trump is razend populair in de peilingen. Een soort Amerikaanse Wilders. Net zo populistisch en met een even bizar kapsel. Hij brengt ook net zoveel polarisatie teweeg, hoewel die er in Amerika al was vóór hij op het toneel verscheen. Volgens een dame die ik op een Drie-Koningenfeestje sprak is politiek één van de meest vermeden onderwerpen tegenwoordig in families en vriendenkringen. Normale gesprekken zijn niet langer mogelijk. Wie zijn vrienden wil behouden en geen verwijdering in de familie spreekt zo min mogelijk over politiek. In mijn schoonfamilie zijn er aanhangers van zeer links tot zeer rechts. Gelukkig wonen we te ver van elkaar om regelmatige verjaardagsfeestjes te hebben met allerlei ‘olifanten in de kamer’. De tegenstelling tussen echtgenoot en schoonvader is nog net te behappen.

 

20160106_203924
Kim haalt ‘goud’ uit de grabbelmand

 

20160106_203802
Drie elegante koningen in het huis van onze gastvrouw

Het Drie-Koningenfeestje was een primeur voor mij. In Zuid-Amerika en Spanje een jaarlijkse gelegenheid blijkbaar. De dame bij wie we te gast waren komt uit Panama oorspronkelijk en had, naast de gebruikelijke crackers-met-kaas, ook allerlei Panamese gerechten klaargemaakt, waaronder een aantal met gezoute vis. Bakkeljauw geheten in Suriname. Verder was er een grote taart met daarin een kroontje verstopt. Wie het kroontje vond kreeg een tiara te dragen en was de rest van de avond koning of koningin. Tot slot mochten we allemaal iets uit een grabbelmand pakken. We kregen kleine cadeautjes dat te maken had met mirre (parfumflesjes), wierook (stokjes om thuis te branden) of goud (chocolade munten).

Tijdens mijn Nederlandse les vorig jaar, vertelde de buitenlandse dames één voor één over een traditie in hun land van herkomst. Éen van hen, een Spaanse, vertelde over een feest met konijnen. Pasen, dacht ik. Néé, het was in januari. Drie konijnen en het was het einde van kerstfeest. Multiculti als ik ben sta ik open voor alle soorten tradities. En konijnen met kerst vond ik nog niet zó’n vreemde combi…Waarom het er per sé drie moesten zijn bevreemde wel enigszins. Het accent van de vrouw was sterk en het Nederlands gebrekkig. Het duurde nog een aantal minuten voor het licht eindelijk aanging:  Het ging hier over het Driekoningenfeest! Leg de nadruk op de -ningen en spreek het uit met een Spaans accent…

 

Vietnam en Boylston Street

Ik sprak tijdens de reünie op Choate Rosemary Hall afgelopen weekend (16-18 mei) met verschillende mannen die in Vietnam gevochten hadden en daar levenslang door getekend zijn. Wie in 1964 van school kwam had grote kans in dienst te moeten, vóór of na college. De Vietnam oorlog woedde toen al ruim 10 jaar en er was dienstplicht. Ik vroeg een tafelgenoot wat hij na de middelbare school was gaan doen. Hij was het leger in gegaan. Nog niet het verband leggend met de oorlog in Vietnam, ging ik ervan uit dat hij zijn loopbaan in het leger was begonnen. Wat hij daar dan gedaan had, vroeg ik nog naïef. En toen kwamen de verhalen. Vietnam, tanks, bommen, angst en moed.

Voor mij is Vietnam de oorlog van de protesten. Ver weg, verder weg nog dan de 2e WO, ten eerste omdat ik zelf geen mensen ken die er persoonlijk ervaring mee hebben en ook omdat ik er weing over weet, behalve dat het tot grote demonstraties leidde in de zestiger en zeventiger jaren in Europa en Amerika. Haat tegen Amerika, give peace a chance, flowerpower, het had allemaal indirect met de oorlog in Vietnam te maken. Het gaf er daarom een wat onwerkelijk karakter aan.

Mijn tafelgenoten waren er geweest. Omdat het moest, omdat er dienstplicht was, omdat je je land diende, zo verwoordden ze het. Kreeg je een laag lotingsnummer dan was je de pineut, kreeg je een hoog nummer, of studeerde je theologie (zoals echtgenoot) dan had je geluk. Eén van de mannen vertelde dat hij een jaar lang zijn hele leven moest plannen rondom het wel of niet moeten vertrekken naar Vietnam. Sommigen vertrokken naar Canada waar de overheid hen toestond te blijven. Er bestond een mogelijkheid tot vervangende dienstplicht, zoals in het onderwijs.

Zo blijf je hier mensen tegenkomen die gevochten hebben. IIn Vietnam, in Irak, in Afghanistan, en je ziet ‘veteranen’ op straat bedelen, met hun geamputeerde benen of armen duidelijk geëtaleerd..Of dit ook echte veteranen zijn? Volgens familie hier is er meer aan de hand dan puur het feit dat ze geen uitkering krijgen van de overheid. Er is meestal ook sprake van alcoholisme en psychiatrische problemen (vaak Post Traumatisch Stress Syndroom) waar men geen hulp voor krijgt. Vreselijk moeilijk om die mensen zomaar voorbij te lopen. Gisteren zag ik een jonge vrouw met een beker koffie bij een zwaar gehandicapte bedelaar stoppen om hem uit een rietje te laten drinken. Dan besef ik dat mijn vermogen tot dienen nog heel wat groei moet doormaken.  Aan de overkant van de drukke, sjieke Boylstonstraat liep, midden tussen het winkelend publiek, een bedelaar die in zijn broek had gepiest. ik zou zo iemand zo graag zijn waardigheid teruggeven. Kom, hier is een bad en schone kleren. Maar de stank, de overweldigende waanzin van het leven van deze mensen staat tussen hen en mij in als een dikke muur.

Ik begin maar met af en toe wat geld te droppen in de bekers van de minst dronken bedelaars en ze vriendelijk te groeten. Het zijn tenslotte mensen geschapen in het beeld van God.

Site met interessante (behoorlijk schokkende) informatie over gehandicapte veteranen in de VS. Lees vooral het gedeelte: geschiedenis van injured veterans.

Overgevoelige zintuigen

Het eerste wat me opviel, of beter gezegd, wat óp me viel, was de rookwalm. Dit huis was doordrenkt van zware shagrook. Tijdens mijn bezoekje werd er gelukkig niet gerookt, maar eigenlijk
maakte dat geen verschil. Later toen ik naar huis fietste rook ik mezelf. Achter mij zweefden slierten rookgeur in de wind. Nou ja, als dat het ergste was?

In mijn drang de zwakken in de samenleving te helpen word ik erg gehinderd door een afwijking in mijn zintuigen. Ik kan niet tegen stank en viezigheid. Ik zag ooit Majoor Bosshardt op televisie Herman Brood in bad doen, op zijn verzoek. Hij wilde haar misschien wel choqueren, maar daar had ze in de verste verte geen last van. ‘Ach, meneer Brood, u moest eens weten hoeveel vuile mannen ik al in bad heb gedaan, ik sta van een paar blote mannenbillen meer of minder echt niet meer te kijken’.

Ik stelde me dat voor: daklozen die binnenkomen bij het Leger des Heils, die misschien al maanden geen douche hebben gezien, laat staan eronder hebben gestaan, die dan gewassen moeten worden. Heeft een van jullie wel eens een dakloze in de metro in Amsterdam of zo geroken? Geen pretje om naast te zitten. Ik zou graag die liefde willen hebben, die Jezus ongetwijfeld ook had. Die bezetene in het land van de Gerasenen, die Hij aanraakte en heelde( Marcus 5), zou door ons waarschijnlijk niet zonder handschoenen en een mondkapje benaderd zijn.

Als ik nu geen neus had zou het makkelijker zijn. Zonder zicht zou ook helpen, want bij het zien van slijm en snot ga ik kokhalzen… Zucht.
Nou ja, dan maar verstokte rokers af en toe een handje helpen. En misschien, als het echte werk op mijn pad komt, krijg ik van Jezus kracht om (onzichtbaar) mijn neus dicht te knijpen en mijn ogen op een kiertje te houden. En, net als Hij, alleen maar ontferming uit te stralen.

Want het gaat om de Liefde.