Bestond God toen ook al?

De juf vertelt een verhaal over kinderen die elkaar plagen. Iemand komt in het nauw en wat moet diegene nu doen? Ze legt de vraag voor aan de groep aandachtig luisterende kleuters in groep 2. Noah, kleinzoon van ruim 4, zit op de voorste rij en steekt zijn vinger op.

‘Mag ik eerst iets vragen?’, zegt hij tegen de juf.
‘Natuurlijk’, zegt die, ‘Wat wil je vragen?’
‘Bestond God toen ook al?’, vraagt Noah.
‘Jazeker’, beaamt de juf, ‘die was er altijd al.’

‘Nou, dan weet ik het antwoord ook’, zegt Noah.
‘Dan moet die persoon gewoon even de Here God om hulp vragen, want Die helpt altijd.’

Hoe zoet en gelovig kun je het nog maken verder? Uit de mond van kinderen….

Logeren

Samen tekenen
Samen tekenen

‘Je moet niet steeds met een nieuwe bladzijde beginnen, dat is verspilling!’, zegt kleinzoon Kris van zeven tegen zijn neefje Noah van vier. Ze zitten samen aan onze tafel te tekenen en te knippen en plakken.

Noah knipt en plakt
Noah knipt en plakt

Noah tekent met stift een opzetje (sinds we NEMO bezochten, satelieten), maar beslist dan al snel dat het niet helemaal is wat hij wil en gaat door naar de volgende, blanke pagina in zijn schetsboek.

Hij kijkt grote neef Kris met glazige ogen aan en vraagt dan: ‘Wat is verspelling, Kris?’ Ik zie dat hij enigszins onder de indruk is, maar niet helemaal zeker waarvan.

‘Nou’, zegt Kris, ‘dat is wanneer je teveel papier gebruikt, want papier wordt van bomen gemaakt en als jij steeds een nieuwe bladzijde neemt dan moeten er weer bomen worden omgehakt. Dus dat is verspilling want bomen hebben we nodig om te ademen.’

Noah kijkt ernstig. ‘Oh ja’, zegt hij aarzelend. Meestal niet om een antwoord verlegen, is dit nu even het enige dat hij bedenken kan. Hier worden feiten verkondigd die helemaal nieuw zijn voor hem. Dat zijn witte papier ooit een groene boom is geweest lijkt haast niet te geloven. Maar als zijn grote neef het zegt dan moet het wel zo zijn. Hij kijkt naar zijn schetsboek. Hoe gaan we dit oplossen, zie ik hem denken.

‘Je kunt ook de achterkant van je bladzijde gebruiken, of een ander stukje ervan. Je hoeft heus niet steeds een nieuwe te nemen’, onderwijst Kris hem. ‘Ja’, zegt Noah. En kijkt naar zijn papier dat drijft van de lijm en bezaaid is met uitgeknipte vormen van gekleurd vouwpapier. Is er ergens nog een gaatje waar hij een nieuwe tekening kan maken? Hij slaat de bladzijde om en ziet dat het papier doorweekt is.

‘De volgende tekening ga ik ook op de achterkant doen, goed Kris? Dan ga ik niet meer verspellen!’

Kris kijkt mijn richting uit, met een blik van ‘wat is hij schattig, hè oma?’

En vredig gaan ze weer verder.

 

 

Filistijnen in IJsselstein

‘Ik heb zo’n druk weekend gehad’, zucht Noah, mijn kleinzoon van vier, als hij in zijn ridderpak de trap opklimt naar de tweede verdieping, waar ik de was vouw. Hij logeert twee daagjes bij ons.
‘Oh ja?’, vraag ik meelevend,  ‘wat heb je allemaal gedaan dan?’
‘Oh’, zegt hij achteloos, zijn schild bestuderend, ‘een Filistijn gedood, een draak verslagen, rond gereisd en toen moest ik ook nog Goliath verslaan…’.
‘Wow’, zeg ik, ‘dan ben je zeker wel moe?’
Hij slaakt een diepe zucht. ‘Ik ben kapot, gewoon!’

Ridder Noah
Ridder Noah

Later beneden, blijven de Filistijnen opdagen. Ze moeten met spoed ‘verslaan’ worden. Naast de draken die hij in een haastig aangeschafte ‘legerhelikopter’ ook nog moet aanvallen.

Bij ridders horen blijkbaar, naast Filistijnen, draken en helikopters ook koningen en prinsessen natuurlijk.
‘Ik wil de baas zijn van iedereen’, geeft hij me te verstaan.
‘Dan ben jij dus de koning’, zeg ik. ‘Oh ja, dan ben ik gewoon Willem-Alexander’, straalt hij.
‘Maar jij bent niet Maxima, hoor, jij bent een prinses’.

Noah wisselt snel van karakter.  Als ik hem een tijdje als koning behandel, vindt hij dat blijkbaar toch teveel van het goede: ‘Ik ben ook gewoon Noah, hoor, oma!’

‘Heeft juf Corien op school verteld over Goliath, Noah?’, vraag ik nieuwsgierig. Hij gaat sinds december 2014 naar groep 0 van een christelijke basisschool.
‘Nee hoor, dat heb ik van mezelf’, zegt hij heel zelfverzekerd

Vanaf zeven uur vanmorgen zijn we al in de weer. Lego, Dino’s, Ipad, Lego, kleien, stickers plakken en erbij tekenen, draakje spelen, weinig respijt voor oma, die natuurlijk speelkameraadje is. Waarom kom je anders logeren? Als een echt baasje vertelt hij me steeds precies wat ik moet doen.

stickers en tekenen

‘Oma, luister goed, nu gaan we een haai tekenen’. Het ‘we’ is een majesteitelijk meervoud en het betekent eigenlijk ‘jij’. Af en toe kan ik hem ertoe verleiden ook een staart of een zon te tekenen. Met zijn tong tussen zijn lippen wordt er dan even heel geconcentreerd kunst gewrocht. Het kleien was ook een goeie bezigheid. En de Ipad is een uitkomst als er even wat overbrugd moet worden. Ipad

Het is 100% genieten van hem.

Met z’n dertigen naar het strand en zo

clermont gite
Onze gite in Clermont-sur-Lauquet

Na onze stille week in het uitstervende Clermont-sur-Lauqet zijn we nu aangeland in het meest levendige deel van de vakantie, de reünie van de Franse familie van echtgenoot. Laat ik het even toelichten. De enige broer van echtgenoots moeder in de VS trouwde een Franse vrouw en kreeg met haar drie kinderen, eind jaren veertig tot midden jaren vijftig. Twee volle neven en een nicht van echtgenoot dus. Vanwege het werk van hun vader, echtgenoot’s uncle Woody, woonden ze in zowel Spanje en Frankrijk. Twee van hen werkten in de VS, nicht Christine niet. Deze neven en nicht vestigden zich in Frankrijk, waar ze zelf gezinnen kregen. En scheidden en andere kinderen kregen en stiefkinderen.
last pics

Zo waren we met een groep van 25 à 30 personen op camping Laroque des Albères aangekomen. Dat de andere campinggasten niet erg blij met ons waren zou later blijken, maar wij vonden het een lumineus idee om nu eens niet in één huis te zitten (zoals op vorige reünies in Puerto Rico in een hotelletje en de VS, in 2 grote huizen), maar ieder zijn eigen plek te laten hebben.

We waren door de campingbaas bij elkaar in de buurt geplaatst. Ieder had een tent, huisje, stacaravan of blokhut (wij: net genoeg ruimte voor een bed, een tafel en een aanrechtje, +badkamer. Type waardeloos  huisje/ luxe tent, afhankelijk van hoe je er naar kijkt). We waren boven of onder elkaar gesitueerd, want de camping, aan de voet van Les Albères, uitlopers van de Pyreneeën, was  steil. De benen zijn weer in goede conditie.

breathtaking view from  the mountain all the way to the mediterranean
breathtaking view from the mountain all the way to the mediterranean

Het camping idee was dus prima, alleen hadden we er geen rekening mee gehouden dat we onderdeel uitmaakten van een rumoerige familie, die tot in de late uurtjes doorzakte en de hele buurt al ‘fluisterend’ uit de slaap hield. Drie families met twee vintage caravans en een aantal tenten hadden een soort nomadenkamp geïnstalleerd waar de hele dag en avond grote delen van de rest van de familie mee-at, dronk en -snackte. Ook alle aanwezige kinderen (zeven of zo) hingen er graag rond.
Deze familie begroet elkaar op ieder moment van de dag alsof ze elkaar in geen maanden gezien hebben, met veel kussen, lachen en uithalen van plezier. Zachtjes praten was er ook niet bij, vooral niet na tienen als de pastiche en vin rijkelijk vloeiden en iedere flauwe grap tien keer zo leuk is.

Bonte avond
Bonte avond
the zebra's
Zebra’s

Het zat er dik in. Na een paar avonden werden we in de ban gedaan. Bij familiedingen moesten we naar een plek op het parkeerterrein alwaar een verzamelpunt werd ingericht, met licht van de camping. Ze hadden er zelfs een slinger opgehangen ter vergoeding van de verbanning. Daar beleefden we wél een hele leuke avond. De (franse) kinderen hadden met oma Christine een heel spektakel ingestudeerd. Dans, rap, zang, van alles. Christine is o.a regisseuse van beroep geweest, dus ze had de wind er goed onder. En sommige kinderen hadden absoluut talent! Inmiddels was het acht uur en er was wél gedronken maar nog niet gegeten. Dat heeft een uitwerking die ik niet hoef uit te leggen. Vooral op degenen (de meesten) die die dag waren raften. Nicht Christine had naast het regisseren ook de taak op zich genomen om voor iedereen te koken. Om half negen/negen uur kregen we na gazpacho (koude tomatensoep),een verrukkelijke varkenscurry met couscous. Alles uit plastic. Met zovelen moet je soms je principes opzij zetten…

Voor ons was dat late eten wel even aanpassen. Met onze sobere boterhammen lunch red je het niet tot negen uur ’s avonds. Na een aantal dagen wit, slap en hongerig naar de maaltijd te hebben zitten smachten zijn we ook een tussenmaaltijd in gaan lassen. ‘Gouter’ zoals de Fransen het noemen, rond vier of vijf uur.

Even pauze in de schaduw
Even pauze in de schaduw

In de hete felle zon beklommen we met zijn allen een berg, inclusief het jongste (3) lid van de familie. Met de hele club naar het strand in Collioure, een pittoresk stadje aan de Middellandse Zee. Als Nederlander zou ik gedacht hebben, dat is totaal onmogelijk. Maar ik heb in de loop van de tijd geleerd los te laten. Met grote groepen, zeker wanneer het om Latino familie gaat is alles mogelijk. Of niet. Je moet het laten gebeuren. Of niet. Geen haast hebben, niet denken ‘dit kan efficiënter’. ‘Go with the flow’ is het devies. En dan gebeuren er ongelofelijke dingen. Of anders morgen wel. Of ooit. Of niet. Geen probleem. Maar na lang zoeken hebben we elkaar allemaal gevonden op het strandje, línks van het paleis van de koningen van Mallorca! Rechts en achter zijn namelijk ook strandjes. Die hebben wij allemaal gezien… Maar een duik in de heldere, koele, licht golvende Middellandse Zee spoelde al het stof en zweet weer weg.

Couillure beach1

Met de hele groep raften zat er niet in want de minimum leeftijd was 8 jaar. Tot groot verdriet van de 6 en 7 jarigen..Met een aantal zijn we naar een roofvogelshow gegaan in de buurt, maar niets woog op natuurlijk tegen de heftig spannende boottocht van de groteren. Zelfs niet de gigantische gieren die gezellig even naast ons kwamen zitten..

Op de laatste avond was ‘potluck’ en BBQ, de Amerikaanse inbreng, zeg maar, van de kant van echtgenoot en stamvader Woody. Inmiddels waren we echt naar de buitenste der buitenste ring van de camping verwezen. Op de vorige plek waren er namelijk klachten binnengekomen van nu weer een naburige camping over ‘lawaai’.

De camping bracht een spotlicht. En verder was er kaarslicht. Zo brachten we die avond opnieuw door met ‘spectacle’, ingestudeerd of niet. Niet alleen de kinderen hielden een modeshow en een dans-act, zelfs de volwassenen dartelden, onder begeleiding van muziek, over de geïmproviseerde catwalk omzoomd door kaarsjes. Iedere act werd begroet met gejoel en gejubel. Deze Franse familie kan een feestje bouwen! Alle uitbundige Spaanse, Franse, Griekse, en Antilliaanse genen gingen met ons aan de haal. Of we werden erdoor aangestoken. Mijn genen gaan niet verder terug dan Duitse..niet de meest exotische dus…

Heel bijzonder was nog dat neef Alain (61), kleinzoon Niek (9) wist over te halen zijn Kungfu vormen te doen. ‘Doe jij Kungfu voor mij? Dan doe ik Tai-chi voor jou!’ Met het felle licht van de lamp, de donkere sterrenhemel boven ons en de perfect gekozen muziek op de achtergrond deed Niek vol overgave en ernstig zijn Kungfu bewegingen. Vloeiend als een danser en krachtig als een krijger. Daarna wandelde Alain als een vogel over de catwalk.

Farewell pictures
Farewell pictures

Natuurlijk is er in deze familiegroep ook het verdriet en de pijn van het leven en wat ze hebben meegemaakt. Maar er was deze week duidelijk een drang om er een bijzondere week van te maken en te genieten van elkaar als familie. Er waren goeie gesprekken, we hebben elkaar veel beter leren kennen en wat ook mooi meegenomen is: ik heb nog nooit zoveel Frans gehakkeld als deze week. Ik heb er weer 25 familieleden bij!

Vakantie-ervaringen met ons nageslacht – 3

‘Oma, ik wil bij jou logeren’, kleinzoon Noah’s (3) vaste verzoek. Als pappa en mamma zich opmaken om naar huis te gaan smeekt Noah, met een van verlangen en verdriet uitgestoken onderlip: ik wil bij jou blijven! Alsof hij in geen jaren meer terug zal komen. We beloven dan ook regelmatig dat hij een ‘ander keertje’ mag komen logeren. Noah is niet met een kluitje in het riet te sturen want hij wil dan wel graag weten wanneer.

Zo was het dan vorige week logeertijd. Uit de verte kwam hij aanhollen: ‘Ik kom bij jou logeren!’ Nog een kop koffie voor pappa en dan vertrekt die, enthousiast uitgezwaaid door Noah.

‘Zullen we even naar de speeltuin, oma?’ Ook Noah houdt van samen spelen, net als neef Kris (6). Maar ook met Noah vertrekken we richting het strand in de veronderstelling dat je een kind geen groter plezier kunt doen dan het strand. Van mamma hebben we een hele tas met strandspullen. Zelfs een reddingsvest. Noah wil dat graag aan in de auto. We kunnen hem gelukkig overtuigen dat dat echt te warm is nu.

We arriveren in Scheveningen, waar we naar het Zwarte pad wilden gaan, maar helaas om 10.15 was het daar al vol. Tegenvaller, want nu moeten we even opsplitsen…en het Zwarte Pad is te ver lopen voor een drie-jarige. We spreken af voor het Carlton. Echtgenoot gaat parkeren in de garage, ik neem Noah mee en een deel van de spullen. Het is heet. Noah is gelukkig zijn reddingsvest vergeten. Maar hij wil wel zijn duikerspak aan. Een donkerblauw zwemtopje. Met zwembroek in dezelfde tinten. Noah is namelijk altijd iets of iemand. Als hij ziet dat we vlakbij de reddingsbrigade zitten is hij helemaal gelukkig. ‘Het reddingsteam, oma! Zullen we daar straks even kijken?’ Noah houdt van kijkjes nemen, maar wel onder veilige begeleiding van een volwassene. Hij was er niet bij toen neef Niek bij de EHBO geholpen werd en in het gebouw van de reddingsbrigade naar binnen moest. Jammer. Hij zou ervan genoten hebben! Het laatste reddingsberoep dat hij heeft aangenomen is dat van de dierenambulance. Bij ieder beroep heeft hij ook een hoofddeksel, waardoor hij onmiddellijk in zijn rol zit.

Terug naar het Carlton Scheveningen. Als echtgenoot arriveert vinden we een plek om ons te installeren en spoeden we ons zo snel mogelijk naar de waterkant. Spelen in de golven, of pootjebaden. Maar als we bij de waterkant arriveren slaat Noah linksaf. ‘Zullen we een eindje die kant oplopen, oma?’ En hij dribbelt nogal snel die kant uit. Rennend om hem in te halen roep ik: ‘Noah, we gaan het water in! Kom lekker samen in het water spelen!’

Noah laat zich met moeite overhalen. Ongeveer 30 cm van het water vandaan blijft hij stokstijf staan en kijkt verschrikt naar zijn voetjes die, weliswaar in speciale waterschoentjes gehuld, nat worden en waaronder het zand door de stroming wegspoelt. Oma kan nog zo enthousiast zijn over de zee, Noah heeft ernstige bedenkingen tegen al dit onvoorspelbare gedoe. Het water is eng want er zitten vast haaien in (dat krijg je met al die tekenfilms en animaties van dieren), het water is koud en bovenal het water is NAT. En nat in gezicht of haar is een kwelling, dus hoezo lekker spelen in het water? In de golven al helemaal niet!

Letterlijk en figuurlijk duurt het een lange tijd voordat Noah dóór is. En echt dóór raakt hij nooit. Maar uiteindelijk spoelen de golven over zijn knieën en durft hij opa en oma nat te spetteren waarbij hij zelf ook af en toe natter wordt dan in de bedoeling lag. Gelukkig, want het is één van de warmste dagen en omdat hij ook nog zijn ‘duikerpak’ aan wil hebben, zweet hij wat af.

We gaan niet te laat terug. Alles weer meegesleept. Het blijft een onderneming, dat strand. Maar er gaat niets boven die verrukkelijke zee. Hopelijk gaat Noah het met me eens zijn later!

Noah geeft nauwkeurig de plantjes water
Noah geeft nauwkeurig de plantjes water

De volgende dag doen we een speeltuintocht. Noah kent de weg en brengt me bij de verschillende speeltuintjes in de buurt. We spelen politiebureau waarbij ik aangifte doe van diefstal en Noah nep opschrijft hoe mijn fiets eruit ziet. Dan springt hij in zijn nep politie-auto en vangt de nep-dief en stopt hem in een nep-gevangenis en mijn nep-fiets is gevonden. Als opa zich bij ons voegt herhalen we het spel maar nu is de portefeuille gestolen. Noah geniet. Zijn fantasie is vermakelijk. Het is echt, maar ook echt nep. Zoals hijzelf eigenwijs zegt. Babies in zijn buik, zusjes, dieven, tijgers, huizen in brand..alles nep.

Later speelt hij heel zoet met water in de badkamer. Geen golven, geen wegzuigend zand, maar een beheerste omgeving. Een wasbak met water en een stop erin. In het water drijven de reddingsboot en de politieboot. Redden uit het water is wat Noah wil.

Gered wórden uit het water is nog een brug te ver!

Vakantie-ervaringen met ons nageslacht – 2

We zitten in de auto op weg naar het strand. Ditmaal met kleinzoon Niek van 9. Strandspullen achterin, water bij de hand, rijden maar, naar Wassenaarse Slag. Mooier en schoner strand dan Scheveningen, vinden we inmiddels. Ik ben voorbereid op een interactieve autotocht. Eindeloze spelletjes en zo als een paar dagen daarvoor met broer Kris. Maar Niek vraagt of Sky radio aan mag. Natuurlijk! Ik babbel er gezellig tussendoor, gewillig als ik ben verveling te voorkomen.
‘Oma, ssshtt’, zegt Niek, ‘zo kan ik niks horen!’
‘Oh, ok…goed hoor, sorry’. Ik kijk naar buiten en geniet van de groene Hollandse weilanden.

 

meMMandniek
Niek keurt mijn selfie van nieuwe #MaliaMills tankini uit de VS

We rijden in een weldadige stilte, behalve de muziek dan, naar het strand. Niek droomt. Ik had het kunnen weten. Als klein jongetje al vertrok hij naar zijn eigen wereldje, vooral in de auto. ‘Nu even niet, oma’, zei hij dan, als ik contact zocht. Op mijn vraag waaraan hij dan dacht schudde hij zijn schouders: ‘gewoon, niks’.

Dat vraag ik nu niet meer. Af en toe vragen we of hij iets van het Engels verstaat, maar eigenlijk interesseert hem de tekst niet zo. Het is de muziek die hem betovert, of niet.

Niek bestudeert de andere gasten in het pannenkoekenhuis
Niek bestudeert de andere gasten in het pannenkoekenhuis

De volgende ochtend, na een geslaagde stranddag word ik rond kwart over acht wakker. Er ligt iets over me heen gedrapeerd. Het is het tanige, gespierde lijf van Niek.
‘Oma, word ’s wakker, hoe werken de afstandsbedieningen van de TV?’ Ik wrijf de slaap uit mijn ogen en zeg slinks dat hij dat aan opa moet vragen, die weet precies hoe het moet. En ik draai me nog een keertje om.

Als ik beneden kom is hij de klassieker Karate Kid uit de jaren tachtig aan het kijken. Geweldige film. Twee delen zelfs. Niek is een Kungfu’er en vind de Karate Kid uit 2000 nog interessanter. De oudere gaat over karate, de nieuwere over zijn geliefde kungfu. Ook die is meegekomen in de rugzak.

Ik vraag: ‘Hoe vaak heb je die film al gezien inmiddels?’, in de veronderstelling dat het de tachtigste keer is of zo.
‘Niet zo vaak nog, want als ik hem thuis kijk gaat Kris (6) erdoor heen praten en klieren en dan doen we een andere film’. Het lot van de oudste. Hij kijkt er vrij laconiek bij dus hij lijdt er blijkbaar niet onder. Maar nu wil hij dan ook achter elkaar alle twee delen zien! Om half elf is hij nog aan het kijken. Dan komen de tantes en andere oma en mamma om met deze oma te gaan kringlopen. De mannen gaan naar het strand, met de (klein)zoons.

Na een lange warme middag verzamelen we ons weer om iets te eten van de Chinees. Niek is in een scherpe schelp gestapt (een scheermesje) en is bij de reddingsbrigade geholpen. Nu zit hij met zijn voet in een bak (groene) Biotex sopwater, op aanraden van de EHBO’er daar, verzorgd door opa, die zelfs de Biotex vond. Wat een wonder is, aangezien ik zelf niet wist dat we dat in huis hadden. De vrouwen hebben allemaal erg medelijden, maar Niek is een kanjer. Hij heeft niet gehuild zelfs. Met het laptopkussen op zijn schoot smult hij van het bordje bami+saté, met stokjes.

Een tweede nachtje wil hij niet meer blijven. Dat heeft misschien te maken met de schelpensnee. Of misschien met de kerkgang de volgende morgen…een beetje saai. En nu jongere broer nog wel een nachtje bij de andere oma blijft heeft hij nog mooi gelegenheid de rest van de films af te kijken!

Vakantie-ervaringen met ons nageslacht I

Vakanties zijn aangebroken, ook de late, dus het is tijd voor ‘quality time’ met de kleinkinderen. De eerste die bij ons logeren kwam, was onze zesjarige Kris. Gebracht door mamma gaf hij haar al snel te verstaan dat het eigenlijk niet de bedoeling was dat ze nog bleef koffiedrinken. Als kind vond ik dat ook vervelend. Logeren betekent dat jij het onderwerp van aandacht bent en niet je moeder. Mijn moeder bleef altijd eindeloos kwekken en plakken omdat ik nogal heimwee-achtig was aangelegd. Maar dat kwam altijd pas later.

Kris raakte helemaal ongeduldig toen bleek dat zijn moeder ook nog een cd’tje met foto’s van haar recente promotie bij zich had. Of we die allemaal gingen kijken? Dat was wel de bedoeling. We vluchtten dus naar boven, terwijl opa zich over de logé ontfermde.

Eindelijk vertrok mamma en konden we tot zaken komen. Wat gaan we doen? Dat wil Kris altijd graag weten. Gefocust als hij is op zijn ruim twee jaar oudere broer Niek (9), is hij meestal wat gedesoriënteerd in het begin van een partijtje logeren. Hij loopt wat rond. Haalt vervolgens de spelletjes uit zijn rugzak die hij van huis heeft meegenomen en stelt een rondje UNO voor. Ik ben geheel op twee dagen spelletjes doen voorbereid (Kris is de spelletjesman), dus stem van harte in. Tuurlijk! Gezellig!

krispizzaHet regent buiten. Minder geslaagd. Maar niet getreurd, opa is de filmman, en Kris is een kleinkind van deze opa, dus de bioscoop is een goeie optie voor de middag. Welke film er speelt, wil Kris wel eerst weten. Planes 2, zegt opa. Hmmm, reageert Kris twijfelend: ik ben niet zo van Cars en zo… is er niet een andere film? Helaas nee, IJsselstein heeft maar één theater, met één filmzaal. Daar zijn we al trots op. Nou ja, ok dan, zucht Kris. Dan gaan we wel naar Planes. Ook hier blijkt de invloed van zijn broer van 9…Die vindt Cars ‘kinderachtig’…(Hoewel die op zijn zesde er nog mee speelde). Na afloop blijkt dat Kris genoten heeft!

En nu? Even TV kijken, stelt Kris voor. Nee joh, je hebt net 2 uur een film gezien! We gaan boodschappen doen, op de fiets! Dat blijkt nog een hele onderneming, want Kris converseert graag en doet dat het liefst met oogcontact en een omgedraaid hoofd. Als ik achter hem rijd is dat bij tijden niet geheel zonder gevaar. Ik kies zoveel mogelijk achteraf paden. Bij ‘rechts’ verstaat Kris soms ‘rechtdoor’ wat tot twee bijna valpartijen leidt. Oma…!! Je moet ook zeggen waar je heen wil!! Kris staat zijn mannetje. Thuis maakt hij pizzadeeg, met overgave, en houdt nauwkeurig in de gaten dat er op zijn helft géén tomatenschijfjes gelegd worden. Alleen salami en kaas, oma! De pizza smaakt geweldig. De vitamientjes eten we door er rauwe paprika bij te eten. Géén groene, oma.

kriskimstrand14De volgende dag is het stralend weer en besluiten we naar het strand te gaan. Dit keer niet naar Scheveningen maar naar Wassenaarse Slag. Prachtig strand, woelige zee, felle zon. We genieten. De tocht erheen was zo voorbij door het eindeloos spelen van ABC zoeken langs de weg en ‘Ken je mijn vriend?’, een spelletje dat ik al speelde met mijn moeder in de auto. Als we even geen spelletjes spelen is er altijd nog de vragende Kris. Kris reflecteert namelijk op alles wat hij ziet. Hij slikt ook niets voor zoete koek. Waarom? Dat is zijn levenshouding. Analyseren van de werkelijkheid tot op het bot, zeg maar. Het strand bestaat uit zand, maar waarom? En waar komt al dat water in de zee eigenlijk vandaan? Waar was dat eerst? En de schelpen? waarom zitten die in het zand? En wat zit er onder het zand, als je diep graaft? Eerst water, maar dan? Wat dan? Soms heeft Kris zijn eigen antwoorden, en daar kun je dan niet veel aan toevoegen, of het nu juist is of niet. Ook hier staat Kris zijn mannetje. Dat blijkt op de terugweg ook weer tijdens een hernieuwde ronde van het ABC-spel. Volgens Kris komt eerst de O en dan de N. Als ik volhoud dat het alfabet echt vaststaat is Kris het daar zeer mee oneens. Kijk oma, ik doe het gewoon op mijn eigen manier. Jij weet niet hoe dat moet. Als ik (riskant, ik weet het) erop sta dat we het spel volgens mijn alfabet spelen, zoals hij het ook op school leert heerst er eerst een pijnlijk en diep stilzwijgen achterin. Okay dan…, zegt Kris. Als het dan per se moet van jou…

Op de terugweg observeerde Kris nog dat als er helemaal geen andere mensen op de aarde waren het wel heel zielig voor één persoon zou zijn. Wel dieren en zo maar niemand om mee te praten. Je hoorde daarin zijn eigen grote behoefte aan gesprekspartners. Ik zei dat het me deed denken aan het verhaal van Het Begin, over hoe God alles maakte en ook Adam. En dat Adam zei dat hij zich alleen voelde. Nou, zei Kris, dat kan ik me wel voorstellen. Dieren zijn leuk, en wij zijn ook een soort dieren maar toch anders. En vervolgens moesten we verder zingen, want dat vindt Kris ook ontzettend leuk.

En toen kwam na het eten pappa hem weer ophalen.

 

Zacht en knapperig, pitjespap

Eenmaal in de week kook ik bij de kleinzoons. Ik haal ze uit school, één gaat na de boterham weer terug en de jongste blijft thuis. Dat is de spelletjes-man. Dit keer gaat hij uit spelen, dus de middag is rustig. Tegen vijven, de jongens achter de tv, begin ik aan de maaltijd. Vandaag wordt het nasi. Groente snijden, rijst koken, en oh ja, ik zou ook boontjes maken. Met sajoer kruiden. En saté saus.

foto  www.goddelijke-recepten.nl
foto http://www.goddelijke-recepten.nl

Ik maak het zelf wel, had ik tegen mijn dochter gezegd. Is ook simpel. Uitje, knoflookje, pindakaas, water erbij en kruiden. Niet te pittig, want dat vinden de kinderen niet lekker. Geen sambal dus. Ik schud vrolijk met de potjes kerrie, de koriander en zoek nog iets anders lekkers. Ah, komijn, ook altijd pittig van smaak. Ik strooi wat in de saté en zie tot mijn schrik dat het zaadjes zijn. En in mijn enthousiasme waren er best veel zaadjes in de prut gevallen. Ik proef. De smaak is prima, maar oh, oh, de substantie is wat vreemd. Het heeft iets weg van pitjespap…

Weet je wat, denk ik, ik zeg niks. Over de rijst heen merk je er vast niets van. Ik weet namelijk dat de jongste kleinzoon niet van zaadjes en pitjes houdt. Op brood. Maar dit is anders. Hoop ik. Alles staat op tafel, de jongens hebben trek en we scheppen de borden vol. De eerste happen gaan naar binnen. Ik kijk stiekem richting de jongste en zie aan zijn gezicht dat er iets niet helemaal in orde is. Nu zul je het hebben!  ‘Mamma, ik proef iets wat ik niet ken. Iets raars’. ‘Oh ja?’, zegt mamma met een stalen gezicht. Ze eet rustig verder. ‘Ja’, hij draait zich in haar richting ‘ik weet niet wat het is’, hij zoekt naar woorden en kijkt er niet vrolijk bij. ‘Het is’, (smak, smak) ‘het is zacht en knapperig…en ik vind het niet lekker’,

Uit alle combinatie van groente, rijst, vlees en kruiden haalt hij precies de vermaledijde komijnzaadjes eruit. Inderdaad, zacht en knapperig. Pitjespap, zeg maar.

The boys

KRIS6

Als ik mijn blogs van de laatste tijd doorkijk is het of de drie kleinzoons (the boys, zoals echtgenoot en ik ze noemen) er niet meer zijn. Ik heb weinig over ze geschreven. Toen ik erover nadacht waarom, realiseerde ik me dat je makkelijker schrijft over peuters en kleuters dan over grote schooljongens uit groep 3 en 5 (de Woudenberg boys). Ze kunnen tenslotte nu zelf uitstekend lezen en zijn zich maar al te goed bewust van het sociale mediagebeuren.

‘Niet op Facebook zetten, oma’, zegt mijn kleinzoon van 6 die me af en toe toestaat een plaatje te schieten. Dat doe ik dus (bijna) niet meer. Tenzij mijn trotse oma-hart op barsten staat…dan doe ik het stiekem toch, maar alléén als het geen foto’s zijn waarvoor ze zich zouden schamen. De oudste van 8 (bijna 9) heeft een hekel aan foto’s maken dus daar komt het dilemma zelden voor. 

De jongste kleinzoon van 3, (de Utrecht boy) is zeer moeilijk op de foto te krijgen door zijn bewegelijkheid. Fotogeniek is hij wel! Ik wil echter voorkómen dat de drie jongens later zich deze oma herinneren als de oma die altijd foto’s aan het maken was. ‘Oh ja, dat was die oma die de hele tijd riep: ‘joehoe, kijk ’s hierheen!’ En dan moest je stil zitten…verschrikkelijk! Wat een vervelend mens was dat.’

Ik vind het nog steeds fascinerend om te zien hoe persoonlijkheid van kinderen al vanaf de eerste weken 1186981_10201725724285752_522162900_naanwezig is. Ik vond dat al zo opvallend bij mijn eigen kinderen, maar je zit er dan bijna te dicht op om er veel mee bezig te zijn. Iets wat je iedere dag meemaakt valt minder op dan wanneer je het af en toe ziet. Competitief zijn, fantasie hebben, huiselijk zijn, handig zijn, of juist onhandig zijn, interesses, leergierigheid, gevoeligheid, creativiteit, muzikaliteit, allemaal eigenschappen die in beginsel aanwezig zijn en met de jaren zich nadrukkelijker ontwikkelen.

Kort gezegd vermoed ik dat onze oudste kleinzoon acrobaat wordt of Kung Fu meester. Niek KungfuMaar misschien ook wel iets in de richting van survival, of boswachter. Hij is altijd hutten aan het bouwen, pijl-en-bogen aan het maken, en heeft een complete gereedschapskist! Dus het kan ook iets worden als ontwerper, huizenbouwer of kunstenaar. Dat laatste zit er ook nog in.

Zijn broer is anders. Ik ontkom er niet aan met hem urenlang spelletjes te doen, die hij volgens zijn eigen spelregels speelt. Hoewel, nu hij wat ouder wordt begint de redelijkheid ook toe te nemen. De opmerking: ‘Wij doen het altijd zo’ (m.a.w zo wil ík het spelen), valt minder vaak. Zoals de eerste keer dat we samen scrabbelden en hij zijn eigen woorden maakte zonder aan te sluiten. ‘Dat doen wij nooit, oma’, luidde toen gedecideerd de verklaring. Ik denk dat hij directeur wordt van een spelletjesfabriek waar hij de regels bedenkt van nieuwe spelletjes. Of kok. Want hij is gek op lekker eten. ‘Dit is zó lekker, mamma, heerlijk!’, kan hij letterlijk verzuchten terwijl hij bijna zijn ogen sluit. Of filosoof, want hij denkt ook graag na en komt dan met conclusies: als A zo is en B zo, dan kan C natuurlijk niet zo zijn. ‘Dus’, zegt hij dan, terwijl hij zijn handen met de palm omhoog vooruit steekt. Logisch toch?

IMAG0724Scrabble, UNO, Legospelletjes (die ik werkelijk háát), sjoelen, Mens-erger-je-niet, Triominos, schaken, dammen, ik heb met mijn eigen kinderen nog nooit zoveel spelletjes gespeeld als nu. Vreemd, hoe je tegen je eigen kinderen makkelijker zei dat je ergens geen zin in had. Nu maakt het me niet uit wat we doen, het is gewoon zo leuk om die jongens mee te maken en hun reacties te zien en horen.

De jongste van het stel leeft al sinds hij liep en met praten begon (zo rond de 10 maanden), in een fantasiewereld waarin hij afwisselend politie-, brandweer- of ambulanceman is, met de bijbehorende petten, gebaren en geluiden. Je moet goed opletten, want voor je het weet word je als boef, vanuit de gevangenis, het ziekenhuis in gebonjourd, alwaar je ernstig onderzocht word met de ‘blote-buik-bekijker’ ( ik denk een stethoscoop). En hup, je bed weer uitgejaagd omdat er brand is uitgebroken, tu-hu-tu-hu! 

Alle drie de jongens zijn gek op films. Ze hebben geluk want dat zijn opa en oma ook. We kijken graag mee, behalve wanneer het de tiende Sam de Brandweerman is of de twaalfde keer dat we Karate Kid gaan kijken. Maar aangezien er dan even tijd is om het verstand op nul te zetten, zeggen we toch altijd enthousiast: ja, laten we een film kijken!

Last but not least: samen lezen, bedtijd ritueel voor de grote jongens en héél-de-dag-door ritueel voor de jongste. We hebben al wat afgelezen en gekeken in de steeds mooier wordende kinderboeken. Vroeger was ik bij het voorlezen ’s avonds soms zo moe dat ik al lezende van mijn eigen stem in slaap viel en door de kinderen wakker gepord. Dat gebeurt me nu niet meer.noah3

Verhaaltje opa?

Dat is echt het leukste aan kleinkinderen: de lusten….

 

PS De foto’s zijn aan een strenge keuring mijnerzijds onderworpen en ik ben ervan overtuigd dat geen van de jongens bezwaar zal hebben tegen deze foto’s!

Het raadsel mens – toch weer de zee

IMAG1307

Op een gegeven moment in je leven bereik je een plateau. De hevige stormen van de puberteit en adolescentie zijn achter de rug, de kinderen zijn geboren, de hormonen komen tot rust. En vóór je ligt het effen pad van de middelbare leeftijd. Niets geen grote gebeurtenissen meer, het leven is in principe af en nu ga je ervan genieten. Hoop je althans, want diep in je hart is er wel de angst dat het rond die tijd erg saai aan het worden is. Niets meer om naar uit te kijken immers? Oh wacht, kleinkinderen, ze zeggen dat dat erg leuk is. Maar dat moet je natuurlijk maar afwachten. 

Zo ongeveer was het beeld dat ik had van het verloop van mijn leven toen ik, wat zal ik zeggen, een twintiger was? Ik weet het niet precies, want ik wist ook niet dat ik er zo over dacht. Dat zijn vaak verborgen ideeën die je je pas realiseert wanneer het leven anders loopt. Dan denk je opeens: hè? Dit klopt niet! Hoezo niet,  vraagt men dan. Nou, omdat…, en dan komt het hoge woord eruit. Dan blijkt opeens dat je allemaal uitgewerkte beelden met je meedraagt die je op de een of andere manier in je onderbewuste hebt lopen bedenken. Ergens onderweg meegekregen.

Vreemde gewaarwording is dat, vind ik. Want de hevige stormen van puberteit en adolescentie blijken, in mijn leven tenminste, helemaal niet halt te houden voor het grenspaaltje van een bepaalde leeftijd. En het hevige gevoel van tekort gedaan te worden, dat je als kind doet uitbarsten in luid gekrijs, is er af en toe gewoon nog steeds! Even sterk, maar je krijst het niet meer uit natuurlijk. En stampvoeten heb je ook verleerd. Het zou best lekker zijn, zeg, af en toe!

En dan die vlakke, effen weg van de middelbare leeftijd. Laat me niet lachen. In mijn beleving schiet ik van de ene hobbel naar het volgende gapende gat en net als ik op adem kom zit er weer een scheur in de weg waar ik omheen moet laveren.  Middelbaar klinkt zo rustig, zo evenwichtig, zo gemiddeld. En dat voel ik mij zelden. Ik begin nu te hopen dat de meeste middelbaren verborgen onrust kennen. We lijden misschien allemaal wel een beetje onder het verplichte imago van bereikte rust en wijsheid.

Het raadsel mens. Daar komt het op neer. Leven zoals je denkt dat het hoort kan voor veel narigheid zorgen. Ik weet dat uit ervaring. Er is een verschil tussen leven vanuit een overtuiging en dan handelen volgens die overtuiging of  leven vanuit wat je denkt dat anderen vinden dat juist is. Iedereen heeft wel ervaring met de spanning tussen die twee. Meestal hoef je daar niet zo bij na te denken,maar als je vast loopt moet je wel.

En het gekke is dat ik meende dat je tegen de tijd dat je middelbaar was op dat gebied geen vragen meer zou hebben. Dan zou alles klip en klaar en duidelijk zijn. Op alle levensvragen antwoord en met de onbeantwoorde heb je vrede. Zo werkt het dus niet voor mij. Wat dat betreft zie ik eerder een spiraal of een kringloop dan een weg voor me. Vragen of gebeurtenissen die allang aan de orde zijn geweest duiken weer op. Soms ploep, onverwacht, in alle hevigheid. Gebeurtenissen die moeizaam of verdrietig zijn onderga je met ‘gemak’. En de meest triviale tegenslagen ( de koffie is op, je gooit een glas wijn om) brengen soms een vloedgolf aan emotie teweeg.

Inmiddels zullen mijn lezers wel denken dat ik een emotioneel zwaar geteisterd mens ben. Dat ben ik ook tot op zekere hoogte. Al die emoties en gedachten die ik meesleep houden in ieder geval dit blog in stand. Elk nadeel heeft zijn voordeel. Maar één ding heb ik inmiddels wel geleerd en dat is dan toch echt de vrucht van het ouder worden: Alles gaat weer voorbij. Als je 20 bent kun je dat nog niet denken. Weet jij veel? Maar als je zoals ik de middelbare leeftijd hebt bereikt (kijk ik leer het al!) heb je ondervonden dat ook in het leven er getijden zijn. En zolang de Here Jezus niet terug komt, het eb en vloed blijft. En dat je tijdens de gevaarlijk sterke stromingen wordt vastgehouden door Hem en dat je bij warm weer heerlijk mag spartelen in de golven (ik blijf een watermens)

Maar voor wie kleinkinderen heeft of ze kan lenen van nichten en neven: de vreugde die zij geven maakt eb bijna tot vloed!