Het verlaten Gola en de schoonheid van familie-erfgoed

Een half uur rijden van Igoumenitsa, naar het noordoosten, ligt het bergdorp Gola. Bakermat van schoonzoons familie van vader’s kant. In de winter (bijna?) geheel verlaten, in de zomer bewoond door families die naar hun familiegeboortegrond terugkeren voor een paar weken, vanuit de hete steden als Athene. Niet dat het koel is in Gola. We hadden het al behoorlijk warm in de felle zon, begin mei. Maar er is de ijskoude rivier, en natuurlijk de zee op rijafstand.

spookdorpgola

olivegroves1

We lopen vanaf het familiehuis van schoonzoon naar het oude dorp waar zijn opa en oma woonden en andere familieleden, inmiddels overleden. Hun kinderen zijn over  Griekenland uitgewaaierd, vanwege het werk. Het dorp is langzaam leeggelopen. Er woont (bijna) niemand meer. De school is dicht, het café op de hoek, met het terrasje onder de hoge boom, is dicht. Ik zie de schaduwen van de oude mannen van het dorp, uitrustend van het harde werken waaruit hun leven bestond. Bij de halte van de bus, die niet meer rijdt, staat een rij bankjes, leeg. Zoon neemt een foto: symbool van de verlatenheid van het dorp

spookdorpgola2

We lopen langs het huis waar opa en oma woonden. Het is vervallen en overwoekerd door planten. We klauteren op wat stenen en kijken door een raampje naar binnen. Daar leefden deze mensen, jarenlang. Het stemt ons melancholisch. Het is een leven wat verdwenen is. De rozentuin is verwilderd. Grote venkelstruiken wuiven met het felgroene loof in de wind en felle zon. De geur van bloemen en kruiden is overweldigend. Oregano, tijm, allerlei soorten bloemen die ik niet benoemen kan, acacia’s, de geur wordt verstikkend in de warmte en ik moet weg uit de smalle doorgang naast het huis. Het is er steil, dus ik klauter met enige moeite, hoestend en met een dikke keel omhoog. De rest gaat verder naar beneden, naar het kerkhof bij het kerkje wat er nog fris bijstaat. In de zomer worden daar de gestorven geliefden herdacht, denk ik. Zo leven die toch verder hier, als schaduwen weliswaar, maar sterk en krachtig in de herinneringen van de levenden.

Op het kerkhof ligt familie begraven, onder andere de opa en oma en een oom van schoonzoon.

opaomagoros

Gola vormt een hoogtepunt van onze reis. Gola brengt ons bij een stuk van het leven van de familie van schoonzoon dat tot nog toe onbekend bleef, want niet gezien, niet meegemaakt. In het dorp geweest te zijn, er rond gelopen te hebben, de geuren opgesnoven, de graven gezien, het maakt dat ik nu een beeld heb bij het Griekenland van zijn voorouders.

Nu nog de Antillen voor een ander stuk van de familie.

Griekenland is voorbij. Een volgende reis staat voor de deur. Maar Griekenland zal me nog lang heugen. Het is een plek waar ik zo weer heen wil. De koffietjes, de gastvrijheid, de heerlijke zon, de zee, de bergen, de natuur, de killer-bakhlava’s (die daar anders heten, maar ik weet niet meer hoe) de gekookte geitensoep (heerlijk!), de reuzenbonen schotels, de terrassen waar je tijdenlang kunt zitten op één consumptie (gemiddeld 93 minuten volgens mijn reisgids), ach, ik kan nog wel even doorgaan.

Iedereen moet gewoon zelf gaan kijken!

Voor ieders informatie: In de zomer is het dorp Gola levendig en vol van de mensen die terugkeren voor de zomer. Onze beleving is die van de periode dat het dorp rust en wacht.

Generatie zondag

Gisteren was het Generatiezondag. Niet officieel ergens, hoor, maar het liep voor mij gewoon zo. ’s Ochtends was ik me op de een of andere manier heel sterk bewust van hoe wonderlijk je plek in de lijn van de geslachten is. Bezig met onderzoek naar mijn voorgeslacht is het opvallend hoe in al die families waar het onderzoek naar uitwaaiert op den duur, standaard vermeld staat  naast beroepen (meestal in het arbeiderssegment van de maatschappij, touwslagersknechten, brandersknechten, gistwerkers, vissers, bouwmannen (boeren), dienstbodes, naaisters enzovoort) dat ze gedoopt waren, belijdenis deden, sommigen diaken of zelfs ouderling werden in de Nederlands Hervormde kerk. Het is een in het christelijk geloof diep verankerde familie waarin ik geboren werd.

In de preek gisteren tijdens de kerkdienst was toevallig het onderwerp het vijfde gebod, één van de tien leefregels die God aan gelovigen meegeeft: Eert uw vader en uw moeder, dan zul je lang leven op aarde. Het enige gebod met een belofte, zegt Paulus later in een brief die hij schreef aan gelovigen in Efeze, in het Nieuwe Testament. Vindt je ouders waardevol, vertaalde de dominee. Hij idealiseerde het ouderschap geenszins. Het hoort bij Gods stijl dat Hij mensen zoekt en liefheeft door de zwakte van die mensen zelf. En toch kun je door hun heen de liefde van God leren zien. (Ik heb het uiteraard niet over situaties van uitbuiting en misbruik!)

Dokus, hij had het goed begrepen. R.I.P
Dokus, hij had het goed begrepen. R.I.P

Dat raakte een plekje in mijn hart. Ik zag opeens die schare aan voorouders, en inmiddels weet ik steeds meer van hen. De vele huwelijken die pas plaatsvonden als bet-betje-overgrootmoeder Petronella al acht maanden zwanger was, de rusteloze voorvaders Buschman die maar niet genoeg geld konden verdienen voor hun grote gezinnen en in armoede moesten bedelen bij hun families, de alcohol die altijd op de loer lag in een stad als Schiedam en bijna zeker het leven van sommigen verziekt heeft. En toch. Niks spectaculairs. Het geloof werd doorgegeven. Niet iedereen nam het aan, maar toch. De meesten wel. Ik werd gewoon in een traditioneel christelijk gezin geboren. Met ouders die ik nu waardevoller acht als toen. Mee naar de kerk, bijbel lezen aan tafel, bidden, het was allemaal zo doorsnee. En toch. Ze geloofden echt en dat is doorgekomen.

Diep in mijn hart werd het mosterdzaad geplant. Door die gewone dingen. Zoals ik gezond opgroeide met een doorsnee Nederlands dieet van aardappels, groente en vlees, en ranja met chips op vrijdagavond. En af en toe een uitschieter als nassi.

Ik bedoel te zeggen dat ik de laatste tijd (word ik oud?) meer oog krijg voor de constanten. Het al eeuwen rustig, maar krachtig stromende water van het doorgeven van het geloof van ouder op kind, in de vertrouwde kaders van een gemeente. Zonder die gemeente hadden de ouders het niet gered, maar zonder die ouders had de gemeente het niet gered. Er zit iets heel natuurlijks in dat verband.

Kunnen ouders in de weg staan? Absoluut. Kan een gemeente in de weg staan? Zeker. Soms heeft een mens afstand nodig om dingen te onderscheiden en op een rij te krijgen. Ook die periodes zijn er in je leven. Maar dat weidse generatieperspectief helpt mij om verder te kijken dan de irritante, zwakke, hypocriete eigenschappen van (voor)ouders. Ik zie mezelf al in die lange rij staan, met mijn eigen irritante, zwakke en hypocriete eigenschappen. Ik heb vast ook in de weg gestaan voor mijn nazaten, hier en daar, en misschien wel overal. Het beeld van de grof aardewerken schotel waarin een schat bewaard wordt doemt op.  Die schat wil je doorgeven. Vergeet de rest.