Laatste week – meet the parents

De 10 dagen bij mijn schoonouders in Boston zijn verre van saai. Ze zijn hoog bejaard, zoals ik al melde maar voor geen kleintje vervaard. Musea, uit eten, rondlopen in de drukke Quincy Market buurt.

De rolstoel biedt voor mijn schoonmoeder Blanca weer een grote verbreding van haar horizon. Ze heeft de beweging van het lopen nodig, maar nu die stoel er toch eenmaal is maakt ze er net zo lief gebruik van. Na 5 minuten langzaam lopen neemt ze plaats in de stoel en laat zich verplaatsen(rijden) als een koningin. Echtgenoot Chris is haar toegewijde valet. Met haar zachte stem spreekt ze hem toe waar en hoe ze gereden wil worden.

Afgelopen zaterdag was er een kunstmarkt en heel trouw rijdt hij haar langs alle stalletjes en als ze het wil nog een keer op en en neer, zo vaak ze wil.  Verder spreekt ze veel mensen aan om ons voor te stellen (ze kent hier iedereen). Of mensen staan stil om haar te groeten. Het lijkt of mensen  zich vereerd voelen om door haar te worden opgemerkt. De leukste opmerking vorig jaar hoorde ik in de lift van een museum. Mijn schoonmoeder, gekleed in kant en creme, met gouden accesoires, oorbellen, ketting enz., een flitsend hoedje op haar hoofd trok de aandacht van een medepassagier in de lift. ‘You are a museum piece yourself, pretty dazzling, mam!’

Niets maakt mijn schoonmoeder blijer dan zo’n opmerking. Ze is oud, ze weet dat, maar de tinteling in haar donkere ogen, haar nog redelijk donkere haar, het bijna rimpeloze gezicht en haar open, vriendelijke houding naar mensen om haar heen maakt dat ze leeftijdloos en nog steeds aantrekkelijk is. Ze verzorgt zichzelf goed, gebruikt make-up als ze uit gaat en heeft veel aandacht voor kleding. Ze leest Vogue “to get an idea of what is in” en maakt haar eigen combi’s. Sommige kleding is echt al zo oud als Methusalem. Ze droeg het al toen ik haar 37 jaar geleden leerde kennen. Omdat veel van polyester is blijft het natuurlijk lang goed.

Ze is een bijzondere vrouw waarvan er geen 13 in een dozijn gaan. Ik vind het steeds weer heel gaaf deel van haar familie en leven te mogen zijn. Als jongere vrouw voelde ik me snel geïntimideerd door haar. Wat had ik als lange, onhandige, verlegen, blonde Hollandse kaaskop te vertellen aan zo’n exotische vrouw? Nu ik en vooral zij ouder worden delen we ook meer persoonlijke, pijnlijke dingen. De moeilijke periodes in haar huwelijken, de moeites van het opgroeien met een dictatoriale vader die meende, als Puerto Ricaanse patriarch haar hele leven te moeten controleren. Ze vertelt boeiende verhalen over de 30’er jaren, hoe ze van alles verzon om aan zijn alziend oog te ontsnappen, vaak in samenwerking met haar jongere broer die altijd met haar mee moest als chaperonne.

In de 37 jaar dat ik haar nu ken is er ware liefde gegroeid. Ze is trouw en sterk, altijd kaarten en telefoontjes op de dagen van verjaardag, jubilea, moederdag, vaderdag en in tijden van ziektes en zeertes. Het heeft een tijd geduurd voor ik me ontspannen voelde, en haar ouderdom draagt zeker bij aan een zekere  zachtheid die gegroeid is in haar. Werk, carrière, grote vriendenparties, verre vakanties, het is allemaal kleinschaliger geworden, dichter bij mijn belevingswereld en daarom ook dichter bij haar. She is a treasure.

op weg

Is verdriet meetbaar?

bron RD

De medische wetenschap heeft voor de organische processen die in het lichaam plaatsvinden allerlei meetinstrumenten ontwikkeld om te bepalen of er sprake is van gezondheid of niet. Alles wat tikt, stroomt, bonst en vloeit in ons lijf moet dat op een bepaalde manier doen, anders gaat het mis. Wat er stroomt aan bloed moet de juiste druk hebben, de juiste samenstelling, anders ontstaat onherstelbare schade.  Ieder orgaan, van het grootste tot het kleinste moet precies zò functioneren of het hele lichaam raakt uit zijn balans.  De medische wetenschap weet veel. Er is veel ontwikkeld op het gebied van medicatie, behandeling en genezing.

Zo meetbaar als het lichaam is, zo onmeetbaar is onze geest. Hoeveel kan een geest aan voor die knakt? Hoeveel kan een hart aan voor het breekt? Hoeveel kan een zenuwgestel verdragen voor het aan spanning ten onder gaat? Niemand kan daar iets van zeggen. De ene mens overleeft een concentratiekamp en kan nog verder leven en werken, de andere raakt levenslang beschadigd door gepest te zijn op school. De ene mens heeft levenslang last van depressies zonder iets werkelijk traumatisch te hebben meegemaakt en de andere slaat zich flink en vrolijk door het leven na de suïcide van een vader of moeder.

Zoveel hangt af van persoonlijkheid, omstandigheden, gevoeligheid. Het nature/nurture debat. Soms zou je willen dat het psychische net zo meetbaar was als het lichamelijke. Als bloeddruk, diabetes, hartafwijkingen en longemfyseem. Ik noem maar wat.

Ik moest aan al die dingen denken toen ik vorige week vrijdag bij de begrafenis aanwezig was van Tristan, een jongetje dat 7 dagen geleefd heeft en door zuurstofgebrek tijdens de bevalling dusdanige hersenschade opgelopen had dat hij niet kon blijven leven.

Op een ijskoude winterdag moesten zijn ouders en geliefden dit kleine mannetje in een blauw kistje naar een grafje dragen. Na een intens verdrietige, mooie, waardige, hartverscheurende dienst in de kerk gingen we naar het graf. Toen al dacht ik, hoeveel kan een geest verdragen? Wat is te veel? Dat kleine blauwe kistje. De vader en moeder, het broertje, de grootouders, de ooms en tantes, de vrienden, de broers en zussen van de gemeente, allemaal met zoveel pijn. Dat aanzien. De tranen, de zuchten, de boosheid…wat ging er ontzettend veel door ons allemaal heen.

Hoeveel mmol verslagenheid en pijn is schadelijk voor de gezondheid?

En toen het graf. We baden het Onze Vader, de vader legde het kistje in het grafje en toen zongen (zeg maar: snikten) we allemaal: Hoger dan de blauwe luchten en de sterretjes van goud, woont de Vader in de hemel, die van al Zijn kinderen houdt. Daar stond dat kistje, met het kleine lijfje van lieve Tristan, in de koude, donkere grond. Met een dikke laag sneeuw er om heen.

Hoeveel mg pijn en verslagenheid is schadelijk voor de gezondheid?

Terug in de kerk kondigde de uitvaartondernemer aan dat het ‘hugtime’ was. De ouders wilden liever niet het woordje gecondoleerd horen, maar verlangden naar alle vormen van steun. Een omhelzing, een woord van liefde of medeleven. En zo ontstond een lange rij van mannen en vrouwen die troost konden bieden en vinden, ook voor hun eigen verdriet, in de omhelzing van de vader en moeder. Liefde en mede-lijden (in de letterlijke zin) hingen tastbaar in de lucht.

Misschien is het de hoeveelheid liefde wel die de schade van verlies en pijn beperkt en omdraait. Liefde niet als zoetig sentiment, maar liefde zoals God die voorleefde. In mee- lijden, in mee-voelen, in mee-dragen, in mee-huilen, in mee-booszijn. Was Jezus niet geweldig kwaad ook op de dood, toen Hij bij het graf van zijn vriend Lazarus stond?

‘The only thing that makes loss endurable is love
And love endures forever’.