Geen auto

Vrijdag de 18e oktober, rond 12 uur, rijden onze vrienden ons door het super drukke, voor ons nauwelijks herkenbare Busan, naar de Koreaanse versie van Avis autoverhuur. Daar hebben we een auto gereserveerd om een week door het land te trekken. Tot die maandag erop hebben we een kamer gereserveerd op een schiereiland ten zuiden van Busan, maar daarna zien we het wel. We hebben er zin in. Met vrienden zijn is heel fijn en we hebben ervan genoten, maar nu we weer samen eropuit kunnen is het pas echt vakantie.

De auto staat klaar, even de formaliteiten en we kunnen gaan. Ik bewonder echtgenoot dat hij het aandurft om te rijden in de drukte, maar het lijkt hem niet te deren. “Ik heb overal gereden, zelfs gefietst in India”. Wie dat overleeft…

‘Rijbewijs, paspoort en internationaal rijbewijs, please’, zegt het Koreaanse meisje dat ons helpt. Uh, internationaal rijbewijs?? Hoezo? Heeft niemand ons verteld. Booking zegt, vereisten: rijbewijs en paspoort. 

Niet dus. Het staat in de kleine lettertjes: sommige landen vereisen aanvullend een internationaal rijbewijs, zoek uit welke.

Wie leest die lettertjes nou? Ja, wij wel, vanaf nu.

De auto ging dus niet door. Daar stonden we met onze zware koffers en rugzakken. Enigszins beteuterd. Eerst maar annuleren. Dat kan dan weer niet daar, bij Avis, nee, dat moet bij Booking en wel ter plekke, anders betaal je alsnog het hele bedrag. Nou, probeer maar eens Booking aan de telefoon te krijgen. ‘Wij zijn 24/7 beschikbaar’. Maar niet als het midden in de nacht is blijkbaar in Nederland. We bellen ons suf, urenlang. 

Eerst maar eten, zeggen onze vrienden. Natuurlijk. We vullen onze magen weer en bedenken een plan. Zij gaan ons naar ons gereserveerde hotel brengen, anderhalf uur rijden (de schatten!). Vandaar zullen we wel zien. De roadtrip gaat in elk geval niet door.

Guhje eiland

We rijden weg. Het regent en ik moet het even verwerken. Wat gaan we zonder auto doen? Guhje, de plek waar we naar toe rijden, is platteland en het OV niet best. Fietsen kun je vergeten.

Ons hotel blijkt minder landelijk te liggen dan we dachten te zien op de kaart. Het staat in feite in een havengebied met een grote scheepswerf. De buurt heeft de typische sfeer van een haven waar veel zeelieden een paar dagen hun vertier zoeken. Restaurantjes, ‘gentleman’ clubs en heel veel Karaoke bars, zeer populair in Korea. Een levendige buurt kun je wel zeggen. Maar niet zoveel natuur, hoewel we door het raam van onze kamer wel de zee en in de verte de bergen zien. De kamer is top. Eigenlijk een soort studio. Met een koelkast en zelfs kookgelegenheid. En ruim. Naast een groot bed is er nog ruimte voor een klein bankstel.

Het weer is snert. Wat we totaal niet verwachten in oktober in Korea, regent het vaak en hard. Klimaatverandering, zegt iedereen. Intussen hebben we eindelijk Booking aan de lijn. 

‘Nee, als u het geld terug wilt had u ter plekke moeten annuleren’, zegt de aardige jongen aan de lijn. We schreeuwen nog net niet dat we de hele middag al aan het bellen zijn. Hij belooft de autoverhuurder te bellen om dat te verifiëren. Na 10 minuten belt hij terug: hij kreeg geen woord Engels uit de mevrouw met wie hij sprak. Uit coulance krijgen we drie van de vijf gereserveerde dagen terug. Dank.

Zondag bezoeken we een Engelstalige dienst en lopen wat rond. Maandag breekt de zon door en maken we een prachtige wandeling langs de kust. Aan de voet van de berg is een houten wandelpad gebouwd waarlangs je zeker 1,5 uur kunt lopen. De zee rechts, de berg met bossen links en in de verte de silhouetten van bergen, tegen een blauwe lucht met zon. Het kan niet beter. 

We vinden overal wel restaurantjes en koffietentjes. En het voordeel van onze studio is dat we er ons eigen ontbijt en lunch kunnen maken. We vinden goed bruin brood, yoghurt, zelfs een soort muesli (zoet!). We hebben het goed, ook al is er niet zo heel veel te doen. We zijn in het echte Korea zoals we het ons herinneren. Hoewel ook hier de wolkenkrabbers overal tegen de heuvels op gebouwd zijn.

Sushi

De laatste dag worden we opgehaald door een Koreaanse dominee met zijn vrouw en een diaken (vrouw). Ze nemen ons mee uit eten, daartoe gemaand door een senior dominee die ver van Guhje woont. We vragen om een lichte maaltijd. Sushi of zo. Dat hebben we geweten. In het restaurant krijgen we een eigen kamer waar de tafel al gedekt staat. Op grote serveerschalen van Japans gelakt hout liggen dikke plakken rauwe vis. Kleine schaaltjes met wasabi en andere bijgerechtjes staan er naast. 

We doen dapper ons best en eten wat we kunnen. Als we denken dat iedereen wel genoeg heeft, gaat de deur open en komt er een tweede gang aan. Nu met koude soep, rauwe vis met rijst (meer als de sushi die we bedoelden) en zeewier. Ook nu spannen we ons in. De sushi met rijst smaakt beter dan die dikke plakken met niks. En er is wat salade bij. Dan zitten we vol. Ook de anderen lijken voldaan. Toch merk ik dat ze wat onzeker naar de deur kijken. De tweede gang was onverwacht, zou er nog een derde komen? De diaken gaat het vragen. 

‘Ja’, zegt het meisje dat ons serveert, ‘nog twee! Nu komt alle gebakken vis en daarna nog een ronde’. Tot onze opluchting zitten de anderen ook vol. We vragen om de rest maar in te pakken om mee te nemen. 

We verlaten het restaurant met drie volle tassen. Wij moesten alle gebakken vis en toebehoren mee. Die tas hebben we thuis gelijk maar aan de receptioniste van het hotel gegeven. De vis kwam ons de oren uit.

Koreanen zijn ontzettend gastvrij en voorkomend. Ze doen alles om je het als gast naar de zin te maken. Ik bewonder ze daarvoor!

Van horror hotel in Seoul naar paradise hotel Illua in Busan

We reizen de volgende dag verder naar Busan. De trein doet er 3,5 uur over, langer dan de beloofde 2,5 uur. Er blijken twee soorten bullet trains te zijn. Je moet zelf opletten dat je de snelste pakt. Het geeft niet, we hebben de tijd.

We worden opgehaald door onze vrienden die ons naar ons hotel rijden. Ze hebben het hotel en de kamer persoonlijk uitgezocht om er zeker van te zijn dat we een mooi uitzicht op zee hebben. Het is prachtig! 

het uitzicht is prachtig

We laten onze bagage achter om te gaan eten. Het is heerlijk om achter onze vrienden aan te lopen en ons te laten rijden. Ze wonen in deze buurt dus weten precies waar ze heen moeten.

We eten in een seafood restaurant, met uitzicht op de zee! Ik vind het enigszins spannend, want in Korea is seafood meer dan kabeljauw, zalm of fish en chips. De keuze wat zeevruchten betreft is oneindig, en de smaak van Koreanen voor alles uit de zee grenzeloos. Maar wat op tafel verschijnt ziet er prachtig uit en het smaakt nog goed ook. Octopus, Inktvis, krab, garnalen, mosselen, andersoortige schelpdieren, zeewiersoep, het is de hele zee op ons bord en in onze kom. Zeewiersoep ken ik nog van vlak na mijn bevalling van onze jongste. Na thuiskomst uit het ziekenhuis kwam de kerk met een enorme pan van die soep. Om aan te sterken. Een oude traditie. Alleen de kraamvrouw wordt geacht de soep te eten, vanwege alle mineralen. Wij aten er van met het hele gezin.

Het zeevruchtenbanket

De volgende dag wordt echtgenoot verwacht op de Engelse faculteit van Kosin college om daar te preken tijdens de dagelijkse gehouden chapelbijeenkomst. De gebouwen zijn enorm uitgebreid sinds we er begin 2000 waren. Alles is zo modern en goed onderhouden. Het sanitair is ruim en schoon. (Even om te onthouden, WC papier hangt soms bij de wastafels, buiten het toilet zelf, moeilijk te bereiken met je broek om je enkels). Alles glanst, alles doet het, er zijn mooie, grote zalen met zitzakken en makkelijke stoelen om in te ontspannen. Sommige studenten liggen heerlijk te slapen. 

Na de chapel vertrekken we naar de buurt waar het gebouw van Kosin Theologische opleiding stond, vóór de verhuizing naar Chunan, in de buurt van Seoul. Naast het ziekenhuis, dat oorspronkelijk bij de school hoorde. We zoeken naar onze eerste woning, vlakbij. Tot onze grote verbazing staat het er nog steeds, Urim Mansion, een flatgebouw van vier verdiepingen. Ik zie het flatje waar we ons eerste jaar doorbrachten. De eerste cultuurschokken ondergingen, de eerste beginselen van de taal leerden, waar onze oudste haar eerste Koreaanse woordjes leerde en vriendinnetjes maakte, altijd samen met Henk Gootjes.

1980
2024 Het een na bovenste balkon was het onze.
In de diepte speelden de kinderen
Oudste met vriendje Henk Gootjes en Koreaans meisje

Vanuit onze flat konden we naar de school lopen en naar de kerk op zondag. Dat kerkgebouw is nu leeg en vervallen, helaas. Er is wel een nieuwe kerk voor in de plaats gekomen, maar aan de eerste Songdo kerk hebben we de meeste herinneringen. 

Voormalig kerkgebouw Songdo

We dalen af, naar het strand van Songdo. In onze tijd een klein vissershavenje, vervallen, met wat winkeltjes, restaurantjes en een mini strandje. Nu een beach resort, met wolkenkrabbers tegen de heuvel aangebouwd, een starbucks, luxe eetgelegenheden en allerlei attracties. Onherkenbaar. Ik zoek een herkenningspunt voor wat houvast, maar nee, werkelijk volledig getransformeerd. We voelen ons als twee bejaarde buitenaardse wezens. Wat wij ons herinneren is een Korea in ontwikkeling, nog arm.  Voor de meeste jongere Koreanen is dit welvarende, moderne land het enige wat ze kennen.

At Songdo Beach resort

We gaan maar weer eten. Eten is belangrijk in Korea. En geen broodje kaas of gezond. We gaan nu naar een all-you-can-eat buffet restaurant. Koreaans en Westers gemengd. Verrukkelijk. Maar ik begin het einde aan de rek van mijn maagwand en mijn energie te voelen…nu moet ik beleefd doch beslist vragen om terug gebracht te worden naar ons hotel. En dan niets meer eten tot de volgende dag. Dan gaan we onze huurauto ophalen om te beginnen aan een mini roadtrip door Korea, terug naar Seoul.

Denken we.