Ontruiming, laatste fase

De eerste weken van de ontruiming van de woning in Boston van mijn schoonouders (na het sterven van mijn schoonvader), werd ik als op een golf van adrenaline voortgedreven. Wij gingen die klus klaren! We can do it! Systematisch, la voor la, archiefkast voor archiefkast, legen, sorteren, weggooien, of  bewaren. Ik plakte driftig overal post-its op. ‘Weggooien’, ‘Bewaren’, ‘Goodwill’, ‘Twijfel’. Maakte foto’s. Heel veel kon gewoon weg. Bonnetjes, belastingaangiftes en rekeningen uit de vorige eeuw leken ons niet langer nodig, dus hup, in grote grijze zakken, de stort in.

Mijn zwak voor geschiedenis en genealogie maakte de beslissing echter toch af en toe moeilijk. Bonnetjes en dergelijke uit 2001 lijken minder interessant. Maar een bon uit 1956. Hoe vaak ik niet dacht, zal ik dit of dat toch maar bewaren…? Maar ja, vliegen met een koffer vol oud papier is niet handig. Dat criterium was een goeie stok achter mijn deur. De afmetingen van mijn koffer werd de standaard.

Dus, het meeste papier kwam in de grijze zakken. Dat was anders met persoonlijke correspondentie. Werkelijk dozen vol kwamen er tevoorschijn. Niet alleen mijn schoonvader bewaarde alles, mijn schoonmoeder zo mogelijk nog meer. Alle brieven, briefjes, kaarten van vrienden, familie en kinderen; alle babyboeken, fotoalbums en zelfs knutselwerkjes van de kleinkinderen vonden we terug in half vergane, stoffige dozen, in alle hoeken en gaten van het huis. Soms ontroerend en soms dachten we: heb je dit echt al die jaren bewaard? 

Zoon Lukas, altijd met veel detail
Dochter
Suzy, afzwemmen diploma A?
Dochter Jesseka, kleurrijk en met dieren!
Dochter Saskia, de enige die goed was in, ik weet niet meer hoe het heet…

Een ding staat vast, van opruimwoede hebben mijn lieve schoonouders nooit last gehad. Nogmaals, dat leidde ertoe dat we af en toe echte pareltjes vonden. Vooral echtgenoot en zijn jongere broer werden het verleden mee ingezogen. Aan hun kleuter- en basisschooltijd op Shady Hill School bewaren ze kostbare herinneringen. Ieder leerjaar had een thema. De Grieken en  Romeinen, de Noormannen, en alles stond dan in het teken daarvan. Er werd veel gezongen en muziek gemaakt.  Er werden houtbewerking lessen gegeven, er werd gekleid, kortom, een hoop leuke dingen die ik me zo van mijn eigen lagere school niet herinner. Uren brengen ze door met ‘weet je nog’ verhalen. Heel bijzonder, omdat ze elkaar de afgelopen vijftig jaar nog niet eerder zo lang meemaakten. We wonen nu al bijna 3 maanden in één huis met elkaar.

Samen sport kijken en commentaar leveren

De adrenaline in mijn bloed, waar ik het net over had, kwam ook wel, laat ik maar eerlijk zijn, door nieuwsgierigheid. Ik ben nogal nieuwsgierig aangelegd volgens mijn nageslacht. Ik kom al vijftig jaar in dat huis, zag veel kasten en lades vol met mooie spullen. Serviesgoed, kunstobjecten, zilverwerk, verzamelingen van beelden en olifanten. Als gast trek je geen kastdeur open om alles eens goed te bekijken. Zelfs niet wanneer je familie bent, toch? Nu is alles door mijn handen gegaan. En wat was er veel moois. En wat is er uiteindelijk veel naar de kringloop gegaan…Dat deed me echt pijn. 

In hun jongere jaren gaven mijn schoonouders vaak parties waar veel gasten kwamen. Er was dan van alles te eten, en dat werd geserveerd in enorme, mooie schalen van glas of porselein. Mijn schoonvader kookte eens in de zoveel tijd kreeft, levend en wel. Helaas. Maar hij was er gek op en had voor dat doel een kreeftenpan, afmeting babybadje. Ovenschalen voor de eetclub van ongeveer dezelfde maat. Die stonden allemaal rustig te verstoffen in de garderobe kast. Ook dat serviesgoed is weg gegeven. Mijn koffer had de limiet bereikt.

Zo waren de eerste paar weken vermoeiend, maar hadden ook een min of meer leuke kant, ondanks het verdrietige gevoel dat de onttakeling van een huis  met zich meebrengt. Het ging om de mooie, interessante spullen waar altijd wel iemand voor te vinden was om het te bewaren. Emotionele herinneringen waren meestal het criterium. Ik maakte foto’s voor de dropbox en zo kon de familie op afstand meekijken en kiezen. 

Maar na verloop van die eerste weken werd de klus steeds moeilijker. Al die dossiers. We moesten erdoorheen om te bepalen wat wel en niet moest bewaard. De meubels die niemand wilde of kon hebben vanwege de geografische afstand, wat moesten we daar mee? Dat werd dus een eerste pick-up van Goodwill. Dat was geen goedkope grap….we gaven best goed bruikbare spullen mee, maar moesten daar ook nog $1200 op toe leggen…

Eerste lading voor de Goodwill pickup

Ondertussen was het een eis van de VVE dat de appartementen (mijn schoonouders hadden er twee aan elkaar gekoppeld) in oorspronkelijke staat werden terug gebracht, voor ze in de verkoop mochten en vond de makelaar dat alles geschilderd en de vloeren geschuurd en in de lak gezet moest worden. Alsof er al niet genoeg te doen was..!

De duizenden dollars onkosten vlogen ons om de oren. Men zegt dat het uiteindelijk geld oplevert. We zullen het zien.

Waar ik me vooral heel erg bewust van ben in deze maanden, is de vergankelijkheid van het leven. Al die mooie en minder mooie spullen die mijn schoonouders om zich heen hadden verzameld, en waar ze aan verknocht waren, in twee vrachten werden ze afgevoerd. De eerste zoals gezegd met de kringloop mee en de tweede, treurig, met een ‘got-junk’ vrachtauto….ik vond dat zo verdrietig. 

Dan loop je daarna door dat lege appartement, met kale vloeren en wat groezelig witte muren, en lege kasten. Daar speelde zich vijftig jaar lang hun zo intensieve leven af. Wij kwamen er met onze kleintjes, op weg naar Korea of op doortocht naar Nederland; onze tieners logeerden er en zij kwamen er op het laatst als volwassenen, al dan niet met hun kinderen, de achterkleinkinderen. En altijd met dat gevoel van verwend te worden. Om te genieten van dat prachtige uitzicht op de weidse haven en in de verte het vliegveld en nog verder weg de Atlantische Oceaan. Het huis was een ontmoetingsplek met de rest van de familie bij hoogtijdagen. Waar we dat nu kunnen doen? 

Zoals het was

Tegelijk zijn we ook dankbaar dat ze samen zo’n goed leven hebben mogen hebben. Zo hebben kunnen genieten van elkaar, van muziek en kunst, met familie en vrienden. Je kon mijn schoonmoeder geen groter plezier doen dan als broers en zussen, met aanhang en kinderen, bij elkaar in de woonkamer te zitten en muziek te maken. Als een koningin wees ze dan aan wie nu aan de beurt was. Ik kon gelukkig geen instrument bespelen, dus ik mocht luisteren!

Iets van die zoete herinneringen, flarden van muziek en feestgedruis zijn misschien wel verankerd in de muren en zullen de nieuwe bewoners onverwacht eenzelfde gevoel van lichtheid geven als ik daar soms ervaarde.

Het was echt niet allemaal rozengeur en maneschijn natuurlijk. Maar wat me altijd opvalt bij mijn schoonfamilie is de wil om het goed te hebben met elkaar, ondanks verschillen. En die zijn er! Beide uiterste kanten van het politieke veld, links en rechts; religieuze verschillen, ongelovig, boeddhistisch en christen; introvert en extravert, je vindt het allemaal terug. Zes kinderen. Zes richtingen. Het maakt dat je gedwongen wordt uit je bubbel te treden. En dat is goed. Zolang er respect en ruimte is voor de ander en die proef ik. En dat is de meest waardevolle nalatenschap die mijn schoonouders, en met name mijn schoonmoeder (ze was voor de tweede keer getrouwd) heeft achtergelaten.

Dan zijn de spullen maar spullen, waardevol of niet. 

Zilverpoetsen en de rest in Boston

Door het zilverpoetsen in het huis van mijn overleden schoonvader kwamen de herinneringen weer boven . Aan juffrouw Boenders, onze werkster, die toen ik een kind was in Schiedam, iedere vrijdagochtend kwam helpen . Ik heb eerder over haar geschreven. Ze deed veel in een paar uur tijd. Aan een kant was het gezellig maar aan de andere kant vond ik het maar niets dat alles van z’n plaats ging. Alle stoelen aan de kant. Kleden naar buiten, over de kloppaal (die had je toen blijkbaar) en dan met de mattenklopper er goed op los meppen. Je zag het stof dwarrelen. De stofzuiger kwam er ook aan te pas, wat ik niet fijn vond. Het geluid werkte op mijn zenuwen. Maar zo rond tienen was het koffietijd. Koffie, koekjes en de laatste nieuwtjes werden uitgewisseld. Juffrouw Boenders was getrouwd maar had geen kinderen. Ze kwam al heel lang bij ons en was gek op de jongste kinderen van ons gezin. Ik kreeg ook altijd een cadeautje van haar voor mijn verjaardag. Ik vond haar wel aardig maar ik hield toch wat afstand…vond haar zo anders dan mijn moeder met wie ik verstrengeld was, dat ik haar een beetje eng vond.

Eens in de zoveel tijd was het poetstijd. Mijn moeder hield van koper en had het een en ander verzameld of gekregen. En er waren natuurlijk de zilveren theelepeltjes. Ik mocht helpen met het uitwrijven van de koper- of zilverpoets. Magisch vond ik het.

BOSTON

Poetsen is een meditatief werkje. Heel kalmerend en bevredigend. Je hebt onmiddelijk resultaat van je werk. De zwarte, onaantrekkelijke voorwerpen krijgen hun glans en schoonheid terug. Zo vond ik afgelopen week het geen straf de zilveren voorwerpen van mijn schoonouders weer te laten stralen.

Het zilver na een poetsbeurt

Dat is van een andere orde dan het dagenlang uitruimen van de ontelbare archiefkasten die mijn schoonvader in zijn appartement heeft staan. Daar zijn we de meeste tijd mee bezig. Mijn beide schoonouders zijn nu overleden en het appartement moet leeg voor de verkoop. Iedereen krijgt daar ooit mee te maken. Wat het lastiger maakt is dat mijn schoonouders in Boston woonden, dus om te helpen moeten we een aantal maanden hier bivakeren. Dat is op zich niet erg, maar in een langzaam aftakelend huis te wonen dat zich steeds meer vult met dozen heeft toch ook zo z’n minder aangename kanten.

De grootste klus tot dusver zijn dus de archieven. Mijn schoonvader was een chemicus, die als zakenman, carriere maakte. Hij was gespecialiseerd in Tantalum, een metaal. Naast zijn werk was hij betrokken bij heel veel commissies en werkgroepen, actief tot op een jaar voor zijn sterven op de leeftijd van 95 jaar. Veel van de verbeteringen in de buurt waar hij woonde, zoals een prachtig park, The Greenway, zijn mede aan zijn inspanningen te danken. Maar. Al dat werk had tot gevolg dat hij alles, werkelijk alles verzamelde dat met een bepaald onderwerp te maken had. Alle mails (uitgeprint!), alle documenten, alle jaarverslagen, alle notulen, alle krantenknipsels enz. En dan niet van de laatste 10 jaar of zo, maar tot minstens 40 jaar terug…netjes gerubriceerd op categorie, dat wel. Ook zijn belastingaangiftes van 30 jaar, bankafschriften, rekeningen, reizen, hobbies, enz.enz. In iedere kast, iedere lade die ik opendoe vind ik nieuwe voorraden papier. Niet alles kan zomaar weg. En in de mappen zit veel papier aan elkaar geniet en/of met paperclips bij elkaar gehouden. Die moeten eruit. Er ligt een zee van paperclips in het huis inmiddels.

Lees verder “Zilverpoetsen en de rest in Boston”

Oudroze en hoe ik weer iets heb geleerd

Alles gaat bij mij geleidelijk. Ik heb inmiddels (na 60 jaar) over mezelf geleerd dat ik te snelle veranderingen niet fijn vind. Altijd heb ik even tijd nodig om te ‘wennen’. Als ik thuis ben wil ik eigenlijk niet weg, als ik weg ben wil ik in feite niet naar huis. Niks ergs. Goed mee te leven als je het weet van jezelf. Ik merk het ook aan dingen weggooien. Vind ik heel moeilijk. Planten die lelijk worden zet ik eerst een poosje buiten tot ze daar nog lelijker worden en dan kan ik pas afscheid nemen.

Mijn moeders kleding (ze overleed in 2006) is ook zo’n ding. In een keer alles weg doen bleek een tijd geleden een brug te ver. Ik bewaarde stapels truien waarvan ik wist dat ze die met zorg had uitgekozen en nog wat andere zaken. Van één trui heb ik nog een sjaal gemaakt. Langzamerhand voelde ik dat de tijd aanbrak om weer eens wat weg te doen. Ik heb toen de truien weg gedaan die ik zelf niet mooi vond. Maar de allermooiste, de kobaltblauwe, de oudroze, die heb ik weer terug in de doos gedaan.

Oudroze was een van mijn moeders lievelingskleuren. Ik ben ermee opgegroeid en was verbaasd toen mensen mij aankeken later en zeiden, oudroze, wat is oudroze? Ja, oudroze is roze maar dan oud.., verbleekt zeg maar. Best mooi, vind ik ook. Met grijs, of blauw. Een andere kleur die mijn moeder droeg, maar pas later. Aanvankelijk durfde ze niet zo op te vallen. Alles was pastel en tot op zekere hoogte kleurloos. Maar oudroze, dat kon.

Zo waren ook vele meubels oudroze bekleed. De eettafelstoelen, de fauteuils, allemaal van een rozig kleedje voorzien. Ook die heb ik nog staan. Wat moet ik er nu mee…? Met die vraag liep ik de laatste maanden rond. Enigszins in de greep van een opruimwoede. Wegdoen naar de Kringloop? Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen. De stoel waar ze zo trots op was toen die net terug kwam van de stoffeerder. Eerst maar een poosje in de garage stallen.

upholsteringma'schairEn zo besloot ik op een mooie middag dat nu de tijd gekomen was om van deze stoel een project te maken. De bekleding eraf en gewoon eens kijken of ik dat zelf zou kunnen, bekleden. Dat heb ik geweten. Ik heb heus weleens een stoel opnieuw bekleed. Maar dat ging dan meestal van hatseflats, kussens eruit, stof eraf, nieuwe stof erop, klaar. Dit echter was van een geheel andere orde. De oudroze stof, waar mijn moeder zo trots op was, zat met drie miljoen nietjes en sierspijkers verankerd aan het hout van de stoel. In het zweet mijns aanschijns heb ik die eruit moeten wurmen. Met een schroevendraaier en een tangetje. Eén voor één.

Ik snap nu waarom meubels laten stofferen zo duur is.