‘Als kippen zonder kop’ – Cobra-Dumas in Singermuseum Laren

Artistically I am still a child with a whole life ahead of me to discover and create.
I want something, but I won’t know what it is untill I succeed in doing it.
Alberto Giacometti

de HeusDie tekst van Giacometti (beeldhouwer 1902-1966) was 20 jaar geleden zeer van toepassing op het echtpaar De Heus, startende kunstverzamelaars. ‘We kochten als kippen zonder kop’, zeggen ze zelf, in een interview in NRC. Rijk geworden door de verkoop van veevoer, zochten ze een nuttige en leuke vrijetijdsbesteding voor de zaterdag. Geen golf, geen boot, daar hadden ze niet veel mee. Met vele, lege muren in hun nieuwe huis, leek het hun een goed idee wat (grote) schilderijen aan te schaffen. Zo maar, van de ene dag op de andere waren ze verkocht. De schilderijen in de galerie die ze bezochten, maar het echtpaar ook, aan moderne, eigentijdse, Nederlandse kunst.

Het eerste schilderij dat ze kochten was van een in Nederland wonende Russin, Masha Trebukova, een abstract schilderij. Familie en vrienden verklaarden hen voor gek. Maar ze lieten zich daar niet door weerhouden. Het was tenslotte hun huis. Inmiddels beschikken ze over een grote collectie schilderijen, beeldhouwwerken en plastieken. Abstract of figuratief, conceptueel of realistisch, het maakt niet uit: ‘Binnen 4 seconden weten we of het wat wordt’, leggen ze uit in de video die vertoond wordt bij de expositie Cobra – Dumas in het Singermuseum in Laren.

Jesus crucifix DumasCo-Westerik-Zwemmer-5-1969

links: Crucifix, Dumas-rechts: de Zwemmer, Co Westrik 

Na de eerste spontane aankopen vragen Henk en Victoria advies aan een kunstkenner. Tenslotte hebben ze er niet echt kaas van gegeten, realiseren ze zich. Wat begeleiding is wenselijk, want er gaat veel geld zitten in deze hobby. In de persoon van Deborah Campert (vrouw van Remco Campert) ondergaan ze een ‘cursus kunstkijken’. Een halfjaar niets kopen, alleen maar ieder zaterdagmiddag naar galerieën en musea om te kijken,kijken,kijken. De route is uitgestippeld door Deborah. Een goeie invulling van hun vrije zaterdag.

Vermakelijk, zoals ze samen vertellen hoe hun interesse uitgroeide tot een passie. Eén ding is duidelijk, ze moeten zeer vermogend zijn. Zoals een gemiddeld mens van een mooi shirt er soms twee koopt omdat ze zo goed passen en omdat je niet kunt kiezen tussen twee kleuren, zo koopt het echtpaar de Heus twee schilderijen, omdat ze allebei zo prachtig zijn. Leuk is dat ze overal gaan kijken, galerieën en ateliers, maar vooral ook bij eindexamen exposities van beginnende kunstenaars. Zo kochten ze een werk van Robert Zandvliet en zijn hem sindsdien blijven volgen. Zandvliet zoomt in op gewone, alledaagse onderwerpen, zoals een stoeptegel of een schelp en schildert er vervolgens monumentale werken van. Prachtig. Een zo uitvergroot voorwerp krijgt een heel ander karakter. Ik zag bijvoorbeeld een strand of boulevard langs de zee in plaats van twee stoeptegels langs grijs asfalt.

marlene dumas / naomi, 1995 / privatsammlung / © marlene dumas Appel Cobra

De verzameling van De Heus is enorm en zeer gevarieerd en afwisselend. Zoals ik al zei, minimal art, conceptuele kunst, figuratief, abstract, er is werkelijk van alles. En daarom heel plezierig en inspirerend om te bekijken.  De keuze van Henk en Victoria de Heus is vaak toegankelijk. Je snapt bijna onmiddellijk waarom ze tot een bepaalde keuze kwamen. Ik vond het opvallend dat er in hun verzameling geen cynische of schokkende (wel verrassende!) kunst voorkomt. Ik las in een recensie in het Reformatorisch Dagblad van 27 april jl. de reden: ‘Het echtpaar, beiden overtuigd christen en kerkelijk actief, licht toe: „Geloofservaringen zijn ook niet te omschrijven, toch ervaar je ze. Zo is het met kunst ook. Een kunstrecensent merkte op dat er een „religieuze lijn” in onze collectie zit. Zelf zien we dat niet zo. Maar het is waar dat we in de kerk hebben geleerd om het kwade zo veel mogelijk te vermijden en het goede te zoeken. Dat is wat we met onze kunst wel nastreven.”

Grappig is ook dat ze niet schromen om aan kunst hun eigen betekenis te geven. Het schilderij van Marlene Dumas van Naomi Campbell is voor hen vanaf moment één een schilderij van Naomi uit het Oude Testament, vertellen ze. Van Naomi Campbell hadden ze nog nooit gehoord. Heel vrijmoedig geven ze  hun eigen duiding aan de kunst die ze kopen en koesteren. Het maakt me blij om christenen te zien die serieus bezig zijn met eigentijdse kunst, iets wat nog niet heel gewoon is. We nemen als christenen toch vaak genoegen met het middelmatige, terwijl God de Schepper is van zoveel moois! Vooral kerkgebouwen kunnen zo zonder smaak en gevoel voor stijl zijn ingericht. Ik vind het inspirerend om de verzameling van deze christenen te bekijken, zoveel oog voor stijl en schoonheid. Dat hoeft niet per se duur te zijn. Genoeg beginnende kunstenaars, ook in de kerk, die een stimulans goed kunnen gebruiken!

De expositie is een aanrader!

De lange weg naar Jan van Eyck

Annunciation_-_Jan_van_Eyck_-_1434_-_NG_Wash_DCIk ben onlangs naar de ‘Van Eyck’ tentoonstelling geweest in Museum Boymans in Rotterdam. De juiste titel is: ‘Op weg naar Van Eyck’. Dat bleek letterlijk van toepassing op deze tentoonstelling, ik was zó lang op weg naar Van Eyck, dat ik de schilderijen van de goede man niet heb gezien. Ik was de mensenmassa namelijk zat. Ik heb mooie schilderijen gezien ‘op weg’ naar een soort Heilige der Heiligen, een plek gecreëerd in het centrum van de ruimtes, waarbinnen de vijf uiterst kostbare en kwetsbare Van Eyck’s hingen. Ik zag schilderijen, voorwerpen en sculpturen. Devoot, fijnzinnig, zeer knap en doortrokken van een toewijding aan God en de kerk, prachtig. Maar de massa’s mensen…!  Met mijn koptelefoon op kon ik me nog enigszins onttrekken aan de drukte en de lange rijen, maar hoe dichter ik bij Van Eyck kwam, de grote meester van de olieverf, hoe langzamer we schuifelden. Dat is echt niets voor mij. Vooral omdat de voorwerpen en schilderijen geen grote afmetingen hebben en de zalen vrij schaars verlicht zijn was het zicht slecht. Ik hou gepaste afstand van mensen omdat ik het ook niet prettig vind wanneer mensen in mijn nek staan te hijgen. Dus. Zag ik niet genoeg van dichtbij. Dus haakte ik af vóór het Heilige der Heilgen.

Ik ben lekker naar een doodstille afdeling in het museum gegaan en heb in grote stille zalen op mijn dode gemak Charley Toorop, Margritte, Dali en andere modernen bekeken.

Ik zou zeggen: ‘Op weg naar van Eyck’, alleen voor de echte afficionados. Liever ga ik naar Gent, om daar, in alle rust, voor De aanbidding van het Lam te staan, dat ongeëvenaard mooie drieluik of polyptiek van de gebroeders van Eyck. Ik kan me daar geen rijen mensen herinneren.

lamgods

Trouwdag, OV en cultuur in Amsterdam

Mooi hoteladres in A’dam voor viering van 38 jaar samen

En toen waren we op vier oktober alweer 38 jaar getrouwd! De echte trouwdag in 1974 was miezerig en grijs, nu straalde de zon uit een blauwe hemel ons tegemoet. In combinatie met de felle herfstkleuren van de bomen een ongekend mooie dag!

In Amsterdam voor onze trouwdag, slapen we op 3 oktober een nachtje in een hotel in de buurt van de Vrije Universiteit. Goedkoop parkeren, met OV de stad in, makkelijk toch? De halte van de tram is vlakbij, dus ’s ochtend gaan we monter op pad. We checken in op het platform met onze OV chipkaart (zo makkelijk!) bij de halte (de tram stopt wel ver van het platform, dachten we nog) en rijden naar de Dam, om vandaar naar de Jordaan te lopen. Tenminste dat was de bedoeling.

Tijdens het uitchecken registreert het apparaat onze kaarten niet juist. We lezen ‘Goede reis’ in plaats van ‘Tot ziens’. Ervaren reizigers als we zijn ruiken we onraad. Echtgenoot houdt zijn kaart nog een paar keer voor de lezer, maar leest nog ’s twee keer ‘goede reis’ of zo. Op naar de bestuurder. Er gaat een lichtje branden bij me. Stond er bij die tramhalte in Buitenveldert ook niet een grote M?

Mijn vermoeden blijkt juist. ‘Ja’, zegt de bestuurder verveeld, zonder verder enig inlevingsvermogen, ‘als je bij de Metro incheckt moet je ook bij de Metro uitchecken, mevrouw’. Juist. Logisch. We checken weer in bij de tram en vervolgen onze weg naar het CS. Daar is de Metro. Maar waar moeten we dan uitchecken? Want we komen er niet aan op het perron…

Bij de Metro klampen we iemand aan met een uniform. Wat te doen? Een hele relaxte Antilliaanse Nederlander in dienst van de Amsterdamse metro gaat het ons laten zien. We lopen, zonder haast, in een rustig Antilliaans tempo, dat ik inmiddels van mijn schoondochter ken, naar de OV chipkaartmachine. Daar  toont hij ons hoe we een ‘uitdraai’ van onze reizen kunnen maken. Nooit eerder van gehoord, maar iedere zwaai van je kaart voor de apparaten in tram, trein of bus wordt blijkbaar geregistreerd en er komt dus een lange kassabon uitrollen met al ons gedoe van de ochtend tot dusver keurig op een rijtje.

Nu is het de bedoeling dat we 3 aparte elektronische formulieren gaan invullen (voor elke zwaai één) op de site van de metro met een verzoek om teruggaaf van geld. Echtgenoot, inmiddels lichtroze van ingehouden frustratie doet een poging tot verbetering van het Amsterdamse OV: ‘Het is helemáál niet duidelijk waar je moet inchecken bij die halte. Als toerist is het echt allemaal heel verwarrend!’ De man is vriendelijker maar even onverstoorbaar als de trambestuurder: ‘Nee, de metro is niet hetzelfde als de tram, meneer’. Dan moet je ze ook niet op één perron laten stoppen, ja? Typisch weer een logistiek voor ingewijden, waar Nederland in floreert.

Verder hebben we een leuke dag gehad, trouwens! Het bleek de eerste van de Drie Dwaze Dagen bij de Bijenkorf te zijn, de eerste dag van de Kinderboekenweek en uiteraard ook nog Dierendag. Wij hebben altijd gevoel voor belangrijke dagen gehad. We hebben het geheel gerenoveerde Scheepvaart Museum bezocht (tip: maak de Virtuele Zeereis) en het eveneens totaal verbouwde Stedelijk Museum, ‘de Badkuip’ in de volksmond. Tip: neem een audiotour!).

’s Avonds zijn we na een lekkere maaltijd bij eetcafé Blauwe Brug (een 8 wat ons betreft, maar wij zijn geen gourmets) aan het Waterlooplein, naar een dansvoorstelling van Het Nationaal Ballet geweest van de choreograaf Hans van Maanen: De Hand van de Meester, in de Stopera. Een bijzondere ervaring. De ongelofelijke kracht van de dansers waarmee ze schijnbaar moeiteloos hun lichamen als lichte vogeltjes over het podium laten vliegen en bewegen. Geweldig. Hoe dóen ze het? Ik ben compleet analfabeet op het gebied van ballet en dans, dus ben zeer onder de indruk van de prestatie op zich al. Ik miste wel wat spanning op den duur. Het leek veel van hetzelfde. Decor was er niet, behalve in hele strakke grijzige panelen en lichtval. Het laatste stuk vonden we allebei het sterkst. De Frank Bridge Variations, op de (bijna) gelijknamige muziek van Benjamin Britten. Prachtig!

foto van de site

En nu de electronische formulieren invullen voor de teruggaaf van 10 euro. Of zal ik het maar gunnen aan de metro? Voor het VTT fonds: Verbetering Toegankelijkheid Toeristen.

Back to the US of A – Rapid City en de Indianen

Vandaag was een Native American dag. Het weer is beneden alle peil hier in Rapid City SD. Ik heb sinds woensdag nog geen hogere temepratuur afgelezen van de gigantische electronische thermometer voor het hotel dan 47 gr. F, dat is zoiets als 10 gr. C! Daarbij regent het. Hele natte regen.

Vanmorgen was het enige tijd droog en togen wij naar downtown Rapid City om wat vertier te zoeken. Naast het Journey museum, een museum over de geschiedenis van de Black Hills is er ook het Dhal Arts Center. Een combi van galerie, museum en educatie. Uiteraard volledig in handen van vrijwilligers. Mooie kunst gezien van South Dakota kunstenaars professioneel en amateurs van een middelbare school. Derde plaatje van links is van een scholier.

Er bleek daar tevens een Indiaanse kunstmarkt gaande. Met dansoptredens en muziek.. Rapid City kent een grote populatie Indianen, die hier politiek correct, Native Americans worden genoemd. Je herkent ze direct aan hun uiterlijk, donker, Aziatisch met veelal lang haar in een staart of vlecht en helaas aan het feit dat de meerderheid aan obesitas leidt. Ze behoren veelal bij de armste laag van de bevolking. De oudere generaties leven op de reservaten, grote stukken land hen ooit toegewezen, in armoedige huisjes/krotten. De jongere generaties woont ook wel in de stad zelf. Er zijn hier Indiaanse scholen, die echter vaak van bedenkelijk niveau zijn. De situatie van de Amerikaanse Indianen is triest. Ze leven van een uitkering, als een goedmaker voor de slechte behandeling in het verleden. Het heeft tot armoede geleid omdat men geen enkele stimulans had en heeft om te werken. Op de site van de Lakota Stichting vond ik een link naar een journaal item van de NOS over het Pine Ridge reservaat dat bij Rapid City ligt.

Ook Kelly Looking Horse, een Lakota indiaan met wie we in gesprek raakten op de markt deelde de pessimistische visie op zijn volk. Een oudere man die zich inzet voor het behoud van de Lakota taal en cultuur. Hij gaf aan dat de uitkering een van de redenen is dat er onder Indianen zo weinig initiatief is. We zijn een ‘waiting nation’, zei hij. We wachten op ons geld en we wachten op onze voedselbonnen. En dat is het dan.

Het is een vicieuze cirkel. Met tragische gevolgen. Alcoholisme, drugsgebruik, werkeloosheid, armoede en een steeds toenemend gebrek aan gezondheid.

Kelly Looking Horse gaf ons echter een ander gevoel. Hij is een trotse man. Bezig met de schoonheid van zijn eeuwenoude cultuur. Hij vertelde ons contact te hebben met (of all places!) een organisatie in Nederland, de Lakota Stichting. De stichting organiseert reizen naar de prairies van Noord Amerika en Indianen dienen als gidsen en reisleiders. Frappant toch wel. De stichting heeft een heel informatieve site.

De cultuur van Indianen fascineert me. De oude foto’s van Indianen in hun traditionele kleding, trots en fier, staan in zo’n schrijnende tegenstelling tot wat er van dit volk geworden is. Waar ligt dat aan? Waarom is het ene volk initiatiefrijk en actief in staat zich aan nieuwe omstandigheden aan te passen? En blijft het andere volk bij de pakken neerzitten en verzandt in armoede en ellende? Het is mij een raadsel.

Prachtig was het te zien hoe trots opa Kelly was op zijn drie kleinkinderen die traditionele dansen opvoerden onder begeleiding van hun grootvader!

het derde kleinkind was 18 maanden en verdween af en toe uit beeld, maar deed zeker ook haar best mee te draaien in de dans. Links een jongen, rechts een meisje.

Huis Marseille – Guy Tillim

 

Gezien: Guy Tillim, Second Nature, fotografiemuseum Huis Marseille Amsterdam

Verbijsterende foto’s. Vooral landschappelijk, opnames van Tahiti,  en als tegenpool, stedelijke landschappen in Rio de Janeiro.

Verbluffend vond ik met name de serie Polynesische foto’s. Iedereen denkt  wel eens bij een schilderij, dit moet een foto zijn. Maar voor het eerst stond ik voor foto’s (groot formaat!) en dacht dit moet geschilderd zijn. Zo tastbaar, zo gruizig, zo net of er met grove kwaststreken dikke plakkaten verf op geschilderd en gekneed is.

Het zijn echt foto-opnames. Gemaakt met een technische camera, waarmee, volgens mijn vriendin, oneindig scherper gefotografeerd kan worden. Groot en lastig om mee rond te lopen, maar met ongekende mogelijkheden. De foto’s doen iets met je hersenen merkten we. Alles is even haarscherp en je hersenen hebben moeite met de focus. Je bent gewend aan perspectief, diepte en focus. Als het hele vlak even scherp is lijken dingen of bol of vlak te worden. Een hele vreemde gewaarwording.

De foto’s zijn realistisch, niet geromantiseerd, wat op een zg. paradijselijk eiland makkelijk kan. Het zijn scene’s waar je aan de ene kant zo kunt binnen stappen, aan de andere kant vreemd sprookjesachtig. Vaak met een licht dreigende sfeer vanwege de donkere luchten. Eindeloos mooi.

Guy Tillim is Zuidafrikaan en werd in 1962 geboren in Johannesburg. Hij studeerde economie aan de universiteit van Kaapstad. In de jaren tachtig begon hij met fotograferen, vooral als fotojournalist ook voor grote buitenlandse media. Hij heeft veel prestigieuze prijzen gewonnen.Hij is bekend voor zijn soms schokkende beelden van armoede en geweld in Afrika.

Huis Marseille is een tot museum verbouwd  prachtig 17e eeuws pand aan de Keizersgracht wat alleen al een bezichtiging waard is.

Info:Guy Tillim – Second Nature
tentoonstelling: t/m 3 juni, 2012
Locatie: Huis Marseille – Keizersgracht 401
Entree: € 5,– (€ 3,– voor studenten / 65+ / groepen > 8 personen / CJP / Stadspas / Rembrandtpas, gratis te bezoeken met de museumkaart)

Kunst Junushof Wageningen

Leuke expositie en extra trots. Vriendin Ans Wouters toont 10 schilderijen in het theatercafé van de Junushof in Wageningen. Vandaag waren we bij de opening. Op deze site staan haar schilderijen.

In het schilderij rechts, gemaakt nav een vakantie in IJsland, zit as verwerkt.

Antwerpen, veertigdagen/ notities bij het vasten (2) en de sperzieboon

Antwerpen
We zijn twee dagen weg geweest naar Antwerpen. Op zondag mijn ‘nalaten der dingen’ opgeschort omdat je op zondag niet hoeft te vasten. Het is immers de dag van de Opstanding. (Voor nieuwe lezers lees mijn blog Stilte en As) Het voelde rijk en luxe! Koffie na de kerk, wijntje ’s avonds bij het eten. Mijn (op dit moment) favoriete serie gekeken, Upstairs Downstairs.

Maandagochtend reden we richting Antwerpen en bespraken of we deze twee dagen wel of niet doorgingen met ‘vasten’. Ik blijf het een wat groot woord vinden voor wat ik doe (niet doe) maar goed, de dingen hebben een naam nodig. We besloten dat, aangezien we niet zo erg vaak op een korte vakantie gaan, we deze twee dagen wat coulance zouden betrachten. Anders was het vakantiegevoel weg. Het is natuurlijk een beetje slap, maar ik heb gauw de neiging door te slaan en mijn echtgenoot staat er wat makkelijker in. Ik volg hem dus graag.

We hebben twee leuke dagen gehad ondanks het werkelijk grauwste, miezer-weer. Mooie Rubensen gezien in de Onze Lieve Vrouwe kathedraal. Sublieme (gratis) rondleiding gehad van een gids. De kathedraal en Rubens zijn overdadig prachtig en mooi. Vooral de laatste hadden we tijdens het soberen echt van ons lijstje moeten schrappen. ’s Avonds nogal gezocht naar een plek om te eten en uiteindelijk in een Marokkaans restaurantje terecht gekomen met een Egyptische eigenaar. Lekkere Tajine met lamsvlees genuttigd.

De tweede dag, vandaag, hebben we een kleine tentoonstelling bezocht, heel veel gelopen, koffietjes gedronken en wat tweedehandswinkels ge- en bezocht. Niet veel bijzonders gevonden. Ik wilde ook niets kopen, maar snuffelen is altijd leuk.

Sperziebonen
Na het het eten thuis werden we geconfronteerd met het probleem van de sperzieboon. Die aten we niet, maar was het onderwerp van de achterkant van de overdenking van onze vastenkalender van Tear, een organisatie die mensen in kerken wil helpen zich te verzetten tegen onrecht en armoede. De sperzieboon wordt in de winter vaak ingevlogen uit Kenia, alwaar tevens de grootste hongersnood heerst. Wij halen goedkope sperziebonen bij de Aldi, terwijl in het land waar de boon verbouwd wordt de mensen sterven van de honger. Rare wereld. Er is iets totaal uit balans.

Maar moet ik nu stoppen met die boon te kopen in Nederland? Ook omdat het heel vervuilend is (vliegtuigen die de bonen invliegen enz.)? Moet ik alleen bonen uit mijn omgeving gaan eten. Biologische liefst? Daar steun ik hier boeren mee, die het ook niet makkelijk hebben, ik spaar het milieu want er worden geen tonnen gif gespoten. Maar die arme boer in Kenia dan? Als wij zijn bonen niet kopen heeft hij geen inkomsten meer. Misschien als hij geholpen wordt iets anders te verbouwen, wat de mensen daar ook kunnen eten? Er is volgens voedseldeskundigen en economen voldoende voedsel in de wereld voor iedereen, maar de verdeling is volledig uit het lood geslagen.

Het thema van de overdenking voor vandaag was, God liefhebben en je naaste als jezelf. Voer voor gesprek en een stimulans voor mij om er meer over te willen lezen.

Het evolutionaire nut van vrouwen boven de vijftig

  Afgelopen vrijdag heb ik de tentoonstelling Jan Sluijters (1881-1957) gezien in het Singer  Museum in Laren. Een overzichtstentoonstelling met ruim 80 van zijn werken. Jan Sluijters heeft ongelofelijk veel geproduceerd, ik meen iets van 3000 werken in totaal. Een echt werkpaard! In werkelijk alle stijlen van zijn tijd. Zelfs de traditionele stijl van de Academie.
Met zijn schilderij ‘de zoon van de Sunamitische door Eliza’, een verhaal uit het Oude Testament won hij in 1904 de Prix de Rome. Een grote prijs van drie maal f 1200,- en een aantal buitenlandse reizen, oa naar Italië, om zich te bekwamen in de klassieke schilderstijl.

Dat liep echter heel anders want hij raakte zo  enthousiast over de moderne schilderstijl van kunstenaars die hij ontmoette op zijn  reizen door Italië en Frankrijk en ging zo aan het experimenteren dat men zich in Nederland een hoedje schrok van de moderne, kleurrijke resultaten.  De jury nam uiteindelijk de prijs van hem af.

Sluijters experimenteerde vrolijk met het kubisme, met het pointillisme, het fauvisme. Je ziet werk voorbij komen dat je aan  Renoir doet denken, aan Toulouse-Lautrec, hij werkte samen met Mondriaan (in zijn vroegere periodes) enfin, er is werkelijk geen stijl waarmee hij niet geëxperimenteerd heeft. Maar altijd herken je wel zijn eigen handschrift. En altijd realistisch, figuratief.

Portretten heeft hij ook veel geschilderd. Levensgrote weergaves van beroemde persoonlijkheden. Knap geschilderd met hele karakteristieke uitdrukkingen op de gezichten van de mensen die geportretteerd zijn. Mij onbekende mensen, maar je zou zo met ze in gesprek gaan.
Ik ben geen kunst-historicus maar ik heb zelf tot nog toe geen schilder gezien die zo’n diversiteit aan schilderstijlen heeft gebruikt. Het knappe is dat hij geen epigoon van iemand werd, maar heel duidelijk een ‘Sluijters’ schilderde.
Ik vind zijn luministische schilderijen erg mooi. Zijn landschappen juist wat donker en vlak. Hij gebruikt veel primaire kleuren als rood en blauw. Naakten waren ook een geliefd onderwerp. De één voor mijn gevoel beter geslaagd dan de ander. Vooral de manier waarop hij de kleur groen gebruikt in het weergeven van huid is bijzonder.

Het Singer is een prachtig museum. Wat aan de kleine kant haast hoewel de zalen mooi licht en ruim zijn.
In de winkel is het nogal dringen geblazen en dat is jammer, na een tentoonstelling bekijken vind ik het altijd erg leuk even rond te snuffelen in een museumshop. Hoe belachelijk duur alles daar ook is.

Op de weg naar het museum luisterde ik in de auto naar de radio. Vlak voor ik arriveerde op de plaats van  bestemming kwam  er een aankondiging voorbij van de onderwerpen  in het volgende programma. Een van de items was de vraag naar het evolutionaire nut van ‘vrouwen van middelbare leeftijd’. Ze baren niet meer, dus wat zou nog de zin zijn van hun bestaan, evolutionair gezien dan.

Helaas kon ik niet naar de rest luisteren dus wat er op de radio door de onderzoeker verkondigd werd kan ik niet meegeven. Zelf kwam ik in het museum, waar ik één van de vele 50 plussers was van het vrouwelijk geslacht, tot de conclusie dat we in ieder geval zeer nuttig zijn op het gebied van de instandhouding van de cultuur en de horeca die zich op loopafstand daarvandaan bevindt!

Foto’s heb ik gekopieerd van het KD, Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Wilders, die Brucke en der Blaue Reiter

Niet bepaald onderwerpen die onderlinge samenhang vertonen, behalve de laatste twee dan. Wel de onderwerpen die me de laatste dagen bezig hielden.
Toen ik vorige week woensdag bezig was met stembiljetten tellen in Scheveningen kwam ik ze al tegen, de felrood gekleurde blokjes onderaan lijst 20 van de PVV. De laatste naam was die van Wilders en tot mijn verbazing waren er veel voorkeurstemmen voor hem. Ik dacht toen, jammer dan voor de kiezer maar dat is een verloren stem, een lijstduwer wordt geen lijsttrekker.
Maar helaas, vandaag kwam het nieuws naar buiten dat Geert Wilders toch mee gaat draaien in de gemeenteraad van Den Haag. En tegelijk lid blijft van de Tweedekamer. Welk bestuur wordt hier nu niet serieus genomen? De Tweedekamer of dat van Den Haag? Ook Fritsma, de lijsttrekker van de PVV, blijft Tweedekamerlid. Het moest niet mogen!

Vrijdag en zaterdag was ik in Groningen om de tentoonstelling over Duitse expressionisten te zien, die zich die Brucke noemden. Voor het eerst in het Gronings museum, wat een bijzondere ervaring was. Heel eigenzinnig vormgegeven, met veel pastel en kleurige accenten. De tentoonstelling vond ik prachtig. De felle kleuren van de expressionisten raken me. De grove lijnen en vormen, de primaire kleuren en het figuratieve spreken me erg aan. Emil Nolde springt er voor mij uit.Links overigens een schilderij van Kirchner

Vandaag in Den Haag een andere uiting van Duits expressionisme gezien, schilderijen van de Duitse kunstenaarsgroep der Blaue Reiter, met Kandinsky als de meest beroemde vertegenwoordiger. Leuk om uit ongeveer dezelfde periode werk van twee van dit soort kunstenaarsverbonden te zien. Brucke was stadser, met veel voorstellingen van variete en danseressen. Blaue Reiter was vooral veel bezig met het weergeven van de natuur.

Is er nog een verband te bedenken tussen Wilders en de andere, de kunstenaars die leefden aan het begin van de 20e eeuw? Breken met de traditie, misschien? Radicaal anders willen zijn? Nee, sorry nu krijgt Wilders al te veel eer. Kunstenaars waren bezig met de werkelijkheid om zich heen, de mens, de natuur, de stad. Hoe ze die zagen en beleefden. En alles kreeg daarin een plaats, niets was daarvan uitgesloten. Ook de donkere kanten van de samenleving probeerden ze te vatten op het doek. Dan voel je de dreiging, de wanhoop, de armoede.

Wilders voelt niet maar is altijd aan het oordelen en indelen. Ik mis ten ene malen ontferming, meeleven en een verlangen naar goedheid. Natuurlijk zijn er problemen, natuurlijk moet er strenger worden opgetreden in sommige situaties. Maar arm volk dat iemand als Wilders tot leider kiest.

bij de migratie van sanoma naar WordPress zijn helaas niet alle foto’s meegekomen.

Sally Mann- Fotomuseum Den Haag

De laatste zaterdag van september was ik in het Fotomuseum in Den Haag. Ik zag een overzichttentoonstelling van het werk van de Amerikaanse fotografe Sally Mann. Een van de meest indrukwekkende tentoonstellingen die ik tot nu toe gezien heb. Ik hou erg van fotografie, vooral zwart wit foto’s. Die hebben een enorme zeggingskracht vind ik.

Deze fotografe is een echte meester. Haar foto’s zijn zo indringend en bij tijden schokkend dat ik even op adem moest komen erna.

De eerste zaal vertoont foto’s van haar gezin, met name haar drie, toen (80′ er jaren) nog jonge, kinderen. Prachtig in beeld gebracht in poses en settings die bijna altijd ernstig zijn en iets donkers meedragen. Maar van een ongekende schoonheid. De kinderen lijken vaak veel ouder dan ze in werkelijkheid zijn. Het meisje hieronder is nog geen 10. Dit soort foto’s heeft Sally Mann veel gemaakt. De kinderen lopen meestal naakt rond. Soms hangt er een zweem van erotiek of seksualiteit rond de foto’s. Er zijn ook wel beschuldigingen geweest van kinderporno in de tijd dat de foto’s verschenen en ten toon werden gesteld. Ik kan daar wel iets van begrijpen. Maar Sally Mann heeft aan de andere kant haar kinderen in hun hele werkelijkheid willen portretteren. Dat ze daarbij hun lichamelijkheid niet schuwt of daar preuts mee omgaat is duidelijk.

bron: sally mann

Je zou kunnen discussiëren over de grens tussen preuts en ‘modesty’, ik weet even geen goed Nederlands equivalent. Ik proef in haar beelden iets van een ongeremde vrijheid, een visie waarbij naaktheid natuurlijk is en kleding een kniebuiging aan een beknottende maatschappij.

De volgende zaal toont foto’s van het diepe Zuiden in Amerika. Genomen met een camera van 110 jaar oud en ontwikkeld met een heel procedé van het wassen van de beeldplaat met water en zuren. Het levert  schitterende resultaten op. Je voelt de vochtige hitte, je beleeft de sfeer op de oude vervallen plantages.

De derde zaal is de meest schokkende ervaring. Sally Mann is in de loop van de jaren gefascineerd geraakt door het proces van ontbinding van een lichaam. Ze maakt foto’s van rottende lijken in al hun gruwelijkheid. Ik heb niet lang naar die foto’s kunnen kijken. Haar visie op de dood maakt dat ze een bepaalde schoonheid ziet in het vergaan van het lichaam, uit de aarde, tot de aarde. Ashes to ashes and dust to dust.

Mijn visie op de dood als vijand en haaks staande op wat God oorspronkelijk bedoelde voor de schepping, maakt dat ik me nog eens te meer bevestigd voel in mijn spontane reactie die de dood lelijk vind en afschrikwekkend. Dat God belooft uit die hoopjes vlees, botten en ondefinieerbaar slijmerig, door wormen aangevreten materiaal weer nieuwe mensen te maken, (maar toch dezelfden), wordt een nog meer onvoorstelbaar wonder.  Inderdaad niemand anders dan de God van de Bijbel kan van zo’n deplorabele toestand als dode en vergane mensen iets nieuws maken. Nieuw en nog mooier dan de foto’s van Sally Mann. En mooi zijn die!