The Hamptons – Foto’s

First bike ride to the village

Main Street Southampton,NY. Op de supersnelle hybride fiets maak ik een eerste verkenningstocht.

20131007_173017

Mijn logeerhuis voor drie weken bij een van de dochters. Zij werkte tijdelijk in East Hampton, NY, Verenigde Staten.

Opening up

Opening shop in East Hampton:  Malia Mills badkleding en toebehoren

The Hamptons. Beroemd als een verzameling oude badplaatsen op de oostelijke punt van Long Island met vele schitterendere landhuizen, historische panden en de prachtige stranden. Aan de Noordkant de Long Island Sound, een baai, en aan de zuidkant de Atlantische oceaan.

20130930_132044

Roger’s Mansion, nu historisch museum in Southampton, maar typerend landhuis voor de omgeving. De high society van New York bezat vaak een tweede (zomer)huis in The Hamptons en beïnvloedde daardoor de samenleving in de kleine dorpen en hun omgeving waar meest vissers, boeren en winkeliers woonden. Tegenwoordig wonen er zomers of in het weekend ook vele beroemdheden, bekend van film en andere media. Oud en nieuw geld geven een bepaald gezicht aan het gebied.

20131015_134234

Mooi voorbeeld van een landhuis pal aan het strand. Dijken en waterkeringen worden moeizaam bevochten door de plaatselijke Trustees omdat veel eigenaren eigen oplossingen bedenken en de openbare veiligheid minder belangrijk vinden. De kleine dorpscomités kunnen vaak niet opboksen tegen het grote geld van de oude families en de beroemdheden die zich langdurige rechtszaken kunnen veroorloven.

20131015_130642

Thomas Halsey huis, een van de eerste woningen in Southampton, gebouwd in het midden van de 17e eeuw

20131012_145402-120131012_145650

20131006_151249-1Shinnacock Bay Southampton and Accabonac Harbor bij East Hampton

20131006_151039-1Veel van de oorspronkelijke namen van de Native Americans stammen (wij noemen ze nog Indianen)zijn behouden. Gebieden op Long Island werden rond 1640 ‘gekocht’ van Indiaanse stammen die daar gedurende de zomer hun woongebieden hadden.

20131006_124352

20131006_131212

20131006_130519

20131006_13120620131006_132049


Plaatselijke competite: grootste clam (kokkel) en de lekkerste clamchowder. Drie uur gratis oesters eten, zo uit de zee. Je moet er van houden. De rauwe kokkels waren nog wel lekker. Met saus!

 

 

Jackson Pollock en zijn vrouw Lee Krasner behoorden tot de beroemd geworden leden van een kunstenaarskolonie die zich in de jaren 40 van de vorige eeuw in de buurt van East Hampton vormde, in het plaatsje Springs. De dorpswinkel is nog geheel in oude stijl bewaard gebleven. Op de foto’s huis en studio van de Pollocks.

20131006_154943Pollocks  studio pollock‘druppel’ schilderijen, waarbij hij de verf willekeurig liet druppelen op een doek dat op de grond lag. In het Parrish Museum in Watermill zag ik ander werk dat ik erg mooi vond. Foto boven, Pollock (rechts voor) en enkele beroemde collega’s.

20131015_115038

Heerlijk schoon Amerika. Hier tenminste en in andere steden die ik ken. Geen hondenpoep! 

Onder: heerlijke lunch bij Barbara Albright (85) met pompoen en herfstthema. Pompoenen, chrysanten en mais, geliefd decoratiemateriaal in de herfst.

Lunch at Barbara Albright, 85

Pumpkin time!

Storm, suiker en HIFF

Als een veertje vlieg ik langs Meadow Lane. Op een dunne landtong ligt de schier eindeloze, net nieuw geasfalteerde weg in westelijke richting, aan de zuidkant van Long Island, NY. Ten zuiden van het dorp Southampton, waar ik logeer. Aan de linker kant de Atlantische oceaan, verborgen achter de landhuizen en hun enorme tuinen. Aan de andere kant, wist ik, moest Shinnacock Bay liggen. Aan die kant ook huizen, maar minder veel. Ik kreeg af en toe een glimps te zien van een glinstering van water.

Ik fiets als een speer op mijn hybride en kan niet te veel links of rechts kijken. Ook mijn zonneklep zit enigszins in de weg. Het nieuwe asfalt is als een ijsbaan zo glad en makkelijk begaanbaar. De snelheidsmeter langs de kant (uiteraard niet op fietsers berekent) geeft 20 mijl aan. Ik verklap onmiddellijk dat er windkracht 8 staat. En in mijn enthousiasme ben ik nog niet zo ver om aan de terugweg te denken

Opeens valt alle bebouwing weg en heb ik weids uitzicht op Shinnacock Bay, een uitgestrekt meer, waar langs de kust al vele eeuwen de oorspronkelijke bevolking leeft, de Shinnacock Indianen. Nu op een zeer gereduceerd stukje land, het reservaat.

Shinnacock betekent rotsachtige kust. Indianen zijn, zoals overal langs de oostkust van Amerika en verder, de oorspronkelijke bewoners en veel namen herinneren daar nog aan. Ik blijf het tragisch vinden dat zo’n eeuwenoud volk (ze spreken zelf over duizenden jaren) zo slecht is behandeld en terecht gekomen. Ook hier. Verarmd, verpauperd en vaak, door de casino’s die succesvol door hen gerund worden, ook nog eens gokverslaafd in veel gevallen. Maar dat is een ander verhaal. Vorig jaar heb ik geschreven over de Lakota Indianen in de staat Wyoming.

Het meer is indrukwekkend groot en de storm maakt dat de watermassa voortdurend in beweging is. Het felle zonlicht weerkaatst in het woelende water en maakt de begroeiing van grassen, riet en waterplanten een intens groen en goud. Foto’s geven een impressie maar de schoonheid is niet te vangen. Wat is Gods schepping fantastisch. Op een plankier kan ik ongeveer 500 meter over de begroeiing richting het water lopen. Ik word bijna weg geblazen en hou mijn cameraatje stevig vast.

Ik vervolg uitgelaten mijn weg, Water, het doet iets met me wat geen ander natuurfenomeen voor elkaar krijgt, De weidsheid, de ruimte, de geluiden doen me vrijheid ervaren. De storm nog steeds in de rug fiets ik verder, nu op zoek naar een doorgang naar het strand aan de andere kant. Dat duurt even, maar hé, ik geniet!

Aan het strand laat ik me zandstralen. Zoek nog wat drijfhout en schelpen, maar de oogst is mager. Inderdaad, rotsachtige kust. Er liggen voornamelijk steentjes en stenen hier. Van die prachtig rond geslepen, witte stenen. Ik stop er een paar in mijn rugzak en begin aan de terugweg. Mijn tempo ligt aanmerkelijk lager nu. Ik kijk maar niet meer naar de snelheidsmeter, maar ploeg en worstel verder. Heel in de verte voor me zie ik nog een paar fietsers. Ik leef op wanneer ik merk dat ik ze langzaam inhaal. Dichterbij zie ik dat het een jong stel is. Met grote moeite komen ze vooruit. Ben ik competetief? Welnee. Ik span gewoon de benen nog iets meer in en wiel voor wiel kom ik in de buurt.

Mijn suikerspiegel begint te dalen, ik voel het. De inspanning is aanzienlijk en mijn lichaam merkt het. Maar ik ben nu zo dicht bij mijn doel, verder! Ik haal eerst de vrouw in, tralala. Het lijkt alsof het me geen enkele moeite kost. Met mijn Nederlandse fietservaring heb ik wel geleerd dat het energieverlies is om hevig met je bovenlichaam heen en weer te bewegen. Het gaat om je benen. Als ik de man voorbij fiets begint het zweten. Niet van de inspanning, ja ook, maar meer van de suikerdip. Ik fiets door. Ik laat me nu niet kennen natuurlijk. Gelukkig voor mijn zelfrespect is er een strandopgang, eindelijk, waar ik met goed fatsoen kan afstappen. Het stelletje zwoegt me voorbij, terwijl ik snel drie dextro’s in mijn mond prop.

===============================================================HIFF

In The Hamptons is het jaarlijkse Hampton International Film Festival gaande. HIFF. Eén dag begeef ik me onder het filmpubliek dat me een beetje doet denken aan het publiek van het Oude Muziek Festival in Utrecht. Veel senioren, die naast mij onmiddellijk snurkend in slaap vallen wanneer de film wat langzaam voortkabbelt. Ik overdrijf, maar even om een indruk te geven.

Ik heb twee films gezien, een Franse met Juliette Binoche, sterk maar zeer verdrietig. Camille Claudel 1915. Ik schrijf er een aparte blog over. En een tweede, op goed geluk, die ontzettend leuk en onderhoudend was. Een muziek-documentaire over Marvin Hamlisch. Wonderkind en Juliard School of Music graduate wil geen concertpianist worden maar ontwikkelt zich tot componist van vele, vele musical songs. Ik had nog nooit van de goede man gehoord, maar de documentaire was fantastisch.

Met een lunch samen met iemand van Grace Church en dinner met dochter en haar collegaatje, had ik een ware Hamptons day…I was sooo busy!

Sagaponack, Mayflower en Barbara

We zijn te gast bij Barbara. Ik heb haar ontmoet op een bijbelkring van Grace Church, Water Mill, de gemeente die ik tijdens mijn verblijf hier, tijdelijk bezoek. Ze is een klein en tanig vrouwtje, een beetje krom gegroeid in de loop van de vijf en tachtig jaren die ze op deze aarde wandelt. Ze is duidelijk geen zestien meer om te zien en toch heeft ze een meisjesachtige uitstraling. Ze praat snel en veel en haar gezicht is expressief. Haar donkere ogen stralen als kooltjes in het oude kind gezicht. Ze is trots op haar oude huis, trots op de familie waarin ze door haar trouwen terecht kwam. Ze heeft de rondleiding door haar huis duidelijk al vele malen gegeven. Aan vrienden en belangstellenden, tot en met deskundigen met verstand van antieke en historische meubels van onder andere het Metropolitan Museum in New York.

Barbara's house,built in 1680

Het huis waarin ik door Barbara ben uitgenodigd om te komen lunchen, is oud. Gebouwd van hout, rond 1690. Van binnen gepleisterd met gemalen oesterschelpen, geïsoleerd met zeewier. Gekocht aan het einde van de 17e eeuw door een voorvader van haar man, Earl Albright. Hij is een nazaat van een van de oorspronkelijke passagiers van de Mayflower, het beroemde schip waarmee de Pilgrim Fathers (gelovigen die onafhankelijk wilden blijven van de Church of England, Puritans genaamd) in 1620 vanuit Engeland vertrokken. Ze woonden een periode in Leiden in verband met vervolging in eigen land. Vanuit Delfshaven vertrokken ze per boot naar Southampton UK, om na een reeks tegenslagen uiteindelijk vanuit Plymouth, UK, naar de Nieuwe Wereld te varen. Op deze site is het verhaal kort te lezen.

Lunch at Barbara Albright, 85Barbara heeft een heerlijke lunch klaargemaakt voor ons. Alles tot in de puntjes verzorgd en geheel volgens de etiquette waaraan ze hecht. Alles is ‘homemade’. Kipsalade, wortel-ananas salade, deviled eggs, augurken. Alleen de dinner-rolls komen uit de winkel, maar zijn te groot volgens haar, dus ik snij ze in vieren. Op tafel servies uit vier eeuwen. Van kostbaar porselein tot glazen Blokkerschaaltjes waaruit we de zelfbereidde rabarber met cranberries en gember eten. In de kasten om ons heen majolica uit de 18e, gietijzeren kandelaars uit de 17e eeuw (nog gemaakt door de bouwer van het huis, Theodore Pierson die smit was van beroep), sierborden uit de 19e eeuw, waar je maar kijkt: geschiedenis. Mijn hart klopt een paar slagen sneller en ik voel me als een kind in een speelgoedwinkel.

Tijdens de maaltijd krijgen we het verhaal van het huis te horen. Wie het bouwde, wie er woonden, wat het allemaal heeft doorstaan. Verhalen over stormen, bezettingen en slijtage. Tijdens de burgeroorlog aan het einde van de 18e eeuw was Sagaponack bezet door de Engelsen die Duitse (Hessische) soldaten in dienst hadden. Rauwbauwen die werden ingekwartierd bij de lokale bevolking. Ook bij de voorouders van Barbara’s man. In de muren zijn ingekraste tekeningetjes bewaard gebleven.

Iedere kamer heeft een eigen verhaal, karakteristieke meubels en van ieder voorwerp kan Barbara eindeloos vertellen. Met zoveel liefde en toewijding. De site van de gemeente Sagaponack noemt haar als iemand met wie rekening gehouden moet worden, ze voert onophoudelijk campagne voor behoud van het historische karakter van het dorp. Dit tot ergernis van de geldbeleggers die er liever een aaneengesloten tennisbaan, golfbaan en Club Med van zouden willen maken.

PArt of Barbara's property, a potatofarm in thye old days

Haar huis staat op 2 hectare (20.000 vierkante meter) grond, van oudsher agrarisch. De Indianen verbouwden al aardappelen op Long Island. Sagaponack betekent in de taal van de Shinnecock Indian Nation (stam): Land of  big ground nuts, Land van de grote aardnoten=aardappel. Een soort Zeeland  of Groningen dus.

Ook Barbara en haar man (in 2005 overleden) verbouwden groenten en aardappelen, naast hun gewone werk. Maar de belasting voor agrarisch gebruik van de grond is enorm gestegen, dus nu gebruikt ze de grond als bomenkwekerij. Geld wordt niet veel gebruikt, zegt ze, in de gemeenschap. We ruilen goederen.  Ook om de hoge belastingen te ontwijken. Want voor de oude families is het zuur. Zij bezitten land dat ze voor vele miljoenen zouden kunnen verkopen aan steenrijke New Yorkers. Maar zij willen hun bezit, land en huis, conserveren en doorgeven aan hun nageslacht. Omdat de overheid belasting heft over de waarde van hun bezit is voor hen het geld nauwelijks op te brengen. Met allerlei ingewikkelde constructies moeten ze een manier bedenken om het huis en de grond in de familie te houden en niet tegelijk failliet te gaan. Volgens de informatie die ik vond is de postcode van Sagaponack (2009) de duurste van de hele VS! Gemiddelde huizenprijs: $4,421,458 volgens Zillow.com. Inmiddels dus alweer gestegen. En dan heb je het nog niet over de waarde van bijvoorbeeld 2 hectare grond. (Klik hier voor een interessant artikel over Sagaponack en dit probleem)

Geweldig om, onverwacht en ongepland, zo’n levend museum binnen te stappen en overal aan te mogen komen en er zelfs van de tafel te mogen eten. Met als conservator de eigenaar zelf die met zoveel liefde een stuk Amerikaanse geschiedenis probeert te bewaren voor haar nageslacht.