Missen als een ronde vorm

Eind oktober bezocht ik mijn  moeders graf. Vervolgens ging ik ’s middags naar een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Schiedam. Een expositie met de titel ‘Missen als ronde vorm’. Over verlies, rouw en gemis. Maar ook ‘over houvast en doorleven’. Heel toepasselijk dus.

De tentoonstelling laat een selectie zien van werken van ruim dertig (inter)nationale kunstenaars. Hanne Hagenaars publiceerde een boek met de titel ‘Missen als een ronde vorm, de kunst van het doorleven’, waaruit de kunstenaars gekozen zijn.

Ik vond de kunstwerken fascinerend. Op geheel verschillende wijze geven ze uiting aan een ervaring van verlies, gemis of rouw. Soms in de vorm van herinneringen, die een blijvende band vormen met de verloren geliefde (‘missen als de achterkant van liefde’) Foto’s, geborduurd met bloemen of sterachtige lichtbanen. (Werk van Berend Strik). Zijn moeder vertrok toen hij tien jaar oud was. Op de oude foto’s zoekt de kunstenaar ‘naar iets moois, waar je alsnog van kunt houden’.

Berend Strik

Of het speelse ‘Oma dingetjes’: Allerlei attributen uit het huis van oma Lola, aan lange draden verbonden aan het plafond. In constante beweging, zwevend als een mobiel. Knopen uit de knopendoos, regenkapjes (zo typerend voor mijn moeders generatie, ter bescherming van het ‘permanent’, de nepkrullen in hun kapsel), kam en borstel, het haltafeltje, stopgaren. Het geeft aan al die onbetekenende voorwerpen een hele warme lading. En een sterke ‘Oh ja’ beleving! Mijn moeder droeg ook  altijd een opgevouwen regenkapje in haar handtas. Je wist maar nooit of het zou gaan regenen..! En dat zou je kapsel bederven!
De kunstenaar Doina Kraal brengt een hommage aan haar geliefde oma.

Oma dingetjes (Diona Kraal)

Er waren ook werken die diep verdriet uitdrukten. De hartverscheurende pijn om de dood van een kind. Ik bewonder de talenten van vrouwen die daar uiting aan kunnen geven in een taal die ook anderen kunnen begrijpen en er eigen pijn door kunnen beleven. De beeldtaal is uiting van pijn, maar in het uiten en delen ervan biedt die tegelijk levenskracht. Doorleef kracht.

Marike Hoekstra Trauerarbeit

Opvallend vond ik wat Hanne Hagenaars in haar boek zegt over de rol van spiritualiteit bij verlies en rouw. Ik citeer wat de website van het Stedelijk in Schiedam erover schrijft:

Tijdens het schrijven ontdekte ze dat het gemis van een geliefde makkelijker te dragen kan zijn als je voelt dat je onderdeel bent van een groter geheel, als je in méér gelooft dan ‘niets’ – bijvoorbeeld in een leven na de dood, een ziel, een God of een maatschappelijk ideaal om voor te vechten –. Spiritualiteit spon zich als een extra laag door het boek heen.

Het woord ‘Trauerarbeit’ sprak me aan. Het was de titel van een kunstwerk van Marike Hoekstra die haar vierjarige zoontje verloor. Rouw, verlies, gemis blijft bij je. Door de tijd neemt het andere vormen aan. Deze kunstenaars vonden vormen om expressie te geven aan dat rouwwerk. Aan een verdriet om verlies wat vaak zo onzegbaar is. 

Er is nog veel meer te zien. Ook werk van kunstenaars uit andere culturen die weer op eigen wijze uitdrukking geven aan verlies. Vaak doortrokken van spiritualiteit, die troost en uitzicht biedt in rituelen.

Een expositie die bij tijden aangrijpend is, maar ook wil laten zien dat door uiting te geven aan de ervaringen van verdriet en gemis er nieuwe levenskracht kan ontstaan. 

Schuldig Landschap

https://parelpad.wordpress.com/2021/01/25/schuldig-landschap/

Deze blog schreef ik eerder in 2021 over het landschap bij kamp Westerbork. Het is een concept van de schilder Armando. Het blog past goed bij die over het ‘Dilemma van de zee’. Eke Malda attendeerde me erop. Met dank!

De onbekende meester

Ongeveer duizend jaar geleden trok hij rond in het Middellandse Zee gebied. Een man van wie niemand de naam weet. Hij was een begaafd beeldhouwer, maar leefde nog in een tijd dat kunst ‘gewoon’ een ambacht was, dat werd uitgevoerd ter meerdere glorie van God. De beeldhouwer trok van Italië, Florence, langs de kust naar Zuid-Frankrijk, zakte af naar het noorden van Spanje en weer terug. Misschien volgde hij de oude pelgrimweg naar Santiago de Compostella, die via de Pyreneeën liep.  Op verschillende plaatsen werkte hij mee aan de verfraaing van kloosters en kerken. Hij sneed wonderschone scenes uit marmer of graniet. Scenes uit de bijbel, monsters, planten, dieren. Zo expressief en bijzonder dat duizend jaar later iemand met een geoefend oog begon te zien dat al die, over duizenden kilometers verspreide, vondsten van beeldhouwwerken, wel van dezelfde hand moesten komen.

Jezus loopt op het water

Het gebeurde in 1930, tijdens de restauratie van een kerk in het kleine plaatsje Cabestany, even ten zuidoosten van Perpignan, in Catalonië, Frankrijk. Men ontdekte een tympaan, zo bijzonder en van zo’n kwaliteit en talent dat het de aandacht trok van specialisten op het gebied van de middeleeuwen. Men begon te vergelijken en ontdekte dat er meerdere werken waren van dezelfde kwaliteit met vergelijkbare kenmerken. Wat opviel waren de amandelvormige ogen, de grote handen met lange, dunne vingers en de uitdrukking van de beelden..zo levendig dat ze bijna van hun onder- of achtergrond weg sprongen. Omdat zijn ontdekking in Cabestany was begonnen, sprak men vanaf toen over de Meester van Cabestany. 

Vandaag waren we in het museum van de meester van Cabestany. Klein, maar met een prachtige opstelling en veel uitleg van de (kopieën van) werken. Sarcofagen, bovenstukken van pilaren, monsterkoppen uit kathedralen, 

Het werk raakt me. Het is zo menselijk en expressief. En er zit humor in. Alles hakte de meester uit marmer of graniet. We zagen de werktuigen die hij ongetwijfeld in zijn bagage moet hebben meegedragen. Hopelijk reisde hij te paard of had hij een pakezel. Kwam hij toevallig langs en ging aan het werk? Werd hij gevraagd vanwege de schitterende kwaliteit van zijn werk? Reisde hij van Spanje naar Italië of andersom? We zullen het nooit weten, alleen dat hij in de 12e eeuw zijn talent gebruikte zodat wij er negen eeuwen later nog van kunnen genieten. 

De marteldood van St. Sernin in de abdij van St. Hilarie, Aude
Maria ontmoet Jezus na de opstanding

Een bezoek aan Cabestany waard!

Wie is Maria Magdalena?

Poster Museum Catharijne Convent

Met enige tegenzin vergezelde ik mijn vriendin naar de tentoonstelling Maria Magdalena in het Catharijne Convent in Utrecht. De tentoonstellingsposter had die tegenzin bij me opgeroepen. Overal zag ik een schaars geklede Kim Kardashian mij aanstaren met een zwoele blik en iets van een reikende mannenhand met duif achter haar. Zo’n plaatje trekt natuurlijk de belangstelling, maar in mijn geval stootte het ook af. Hoezo deze wulpse schone als Maria Magdalena afgebeeld?

Maar hé, kunst kijken vraagt om een open mind en er was het feit dat mijn vriendin, die een katholieke achtergrond heeft, heel graag samen met mij wilde gaan. Eerder hebben we samen ook de tentoonstelling over Maria gezien in hetzelfde museum en naar aanleiding daarvan hele interessante gesprekken gevoerd. Ik leerde meer over katholieke tradities, en mijn vriendin keek op van sommige bijbelse feiten omdat de bijbel niet echt gelezen werd in haar jeugd.

De tentoonstelling

De eerste stop is een filmvoorstelling. Mijn eerste hobbel. Fragmenten, aan elkaar gepraat door Herman Pleij, uit de Passion en Jesus Christ Superstar komen voorbij. Ook van voor mij onbekende films waarin thema’s spelen als Jezus die een relatie zou hebben gehad met Maria (Magdalena?) en zelfs dat zij zwanger zou zijn geweest van hem. Heel menselijk om te denken dat een man van die leeftijd toch wel verliefd moet zijn geworden op een vrouw die zo dicht bij hem stond. En liefde moet wel seksueel zijn, dus…Het is Jezus proberen te vatten in onze menselijke maat. Bronnen voor deze verhalen komen blijkbaar uit documenten die nooit erkend zijn door de vroege kerk. Dan Brown heeft er gretig uit getapt.

Ik hou het voor gezien en loop door naar het vervolg van de tentoonstelling. Prachtige objecten: handschriften, middeleeuwse houtsnijkunst en met goud geborduurde kerkelijke gewaden. En natuurlijk schilderijen uit alle eeuwen.

De verwarring

Maar wie is nu Maria Magdalena? Ik begrijp dat de verwarring over de Maria’s is ontstaan in de 5e eeuw toen paus Gregorius de Grote drie (of vier?) vrouwen uit het evangelie vereenzelvigde. Er komen ook zoveel Maria’s voor in het Nieuwe Testament! Er is Maria van Magdala en Maria, de zus van Martha en Lazarus uit Bethanië. En niet te vergeten Maria de moeder van Jezus. Of Maria de moeder van Andreas. In ieder geval drie Maria’s vloeiden samen tot een persoon in de middeleeuwse kerk. 1. De vrouw die Jezus voeten zalft en droogt met haar haren, de prostitué. (was dit misschien Maria uit Bethanië?). 2. Maria van Magdala en 3. Maria van Bethanië, als rijke vrouw gezien.

Maria Magdalena kwam uit Magdala, een stadje aan de noordwestkust van het meer van Tiberias. Zij was een rijke vrouw, maar ‘bezeten door zeven demonen’.  Jezus had haar bevrijd en genezen en zij was hem gaan volgen als zijn discipel, samen met andere vrouwen uit aanzienlijke families. Ze steunden hem ook financieel. Dat is te lezen in Lukas 8.

Maria die uit Magdala kwam wordt dus in de middeleeuwen dezelfde als de vrouw die uit de prostitutie kwam en Jezus gaat volgen. Zij wordt een hoopvol voorbeeld voor alle zondaars, er is vergeving voor alle zonden( zelfs die van de prostitutie). In de middeleeuwen wordt deze Maria altijd afgebeeld met een zalfpot. Zo herken je haar. Zij zalfde immers de voeten van Jezus volgens Lukas in hoofdstuk 7. Er onstaat daardoor ook een dubieus beeld van de vrouw als verleidster.

En vandaar dus Kim Kardashian als tja, wat? Verleidelijke vrouw? Met een witte duif die haar aangereikt lijkt te worden, als teken van verzoening? Vergeving? Of is ze een nieuwe Eva, onschuldig en naakt? Hmm, er zit meer in dan ik eerst dacht. Overigens vind ik dit schilderij van Egbert Modderman een stuk mooier.

Apostel der apostelen

Maria Magdalena is pas in de 20e eeuw, zo begrijp ik, ontkoppeld van de persoon van de ‘zondige vrouw’. In andere, buiten-bijbelse, vroege geschriften wordt ze ook de Apostel der apostelen genoemd. Deze kerkvaders noemen haar zo: Clemens van Alexandrië, Tertullianus, Origines, Ambrosius van Milaan, Johannes Chrysostomus en Hiëronymus).
Eerst dacht ik, huh? Dat had ik nooit eerder gehoord en in mijn gereformeerde oren klinkt dat vreemd. Er waren toch twaalf apostelen, allen man? Maar, en dat was eerlijk gezegd nooit zo tot me doorgedrongen, Maria Magdalena is natuurlijk de allereerste getuige van de opstanding van Jezus. Die ontmoeting bij het graf (beschreven in Johannes 20:10) die mij altijd weer ontroert. Maria zit daar als een hoopje verdriet en huilt tranen met tuiten omdat het dode lichaam van haar geliefde meester weg is. Gestolen? Ze ontwaart een figuur en vraagt of hij misschien weet wat er is gebeurd? Ze denkt dat hij de tuinman is of zo. En dan noemt die persoon haar naam. ‘Maria!’. Alleen dat.
Ze weet onmiddellijk wie het is. Ze wil hem om de hals vliegen maar Jezus zegt, nee, ga de leerlingen vertellen dat ik weer leef. Zo is zij de brenger van goed nieuws. De apostel van de apostelen. In de katholieke kerk is er sinds 2016 op 22 juli een feestdag ter ere van haar. Ik vind die naamdagen een mooie traditie. De dagen van het jaar wijden aan het herdenken van gelovigen die voor ons leefden. Het is boeiend om je te verdiepen in hun leven en geloof. Dat kan altijd natuurlijk, maar op de manier zoals de katholieke kerk het doet geeft daar wat structuur aan.

Wie was Maria voor mij?

Goed, terug naar de tentoonstelling. Ik heb die niet af kunnen maken vanwege hoofdpijn. Wat me bijbleef waren vooral toch de vele bronnen ook uit later eeuwen die iets te zeggen hadden over Maria van Magdala. Mystieke groepen die een zelf samengestelde Maria vereerden, moderne groepen die haar afbeelden als sterke vrouw, die eigen keuzes  maakt, of juist weer als misbruikte vrouw. Of verleidelijke vrouw. Je kunt alle kanten op blijkbaar met Maria, wanneer er weinig bekend is over haar leven.

Aan het eind van de tentoonstelling kun je een keuze maken wie Maria voor jou is vooral. Feministe, verleidster, kroongetuige enzovoort.

Ik heb daar nooit zo over nagedacht. In mijn kerkelijke traditie gaat de aandacht vooral naar Jezus, de Opgestane Heer. Maar het is waardevol om na te denken over de rol van mensen in het verhaal van de bijbel en de geschiedenis die er op volgt. Zo werkt God gewoon. Door gewone mensen met een doorsnee leven. Dat is tenminste wel duidelijk als je de bijbel leest.

Maria van Magdala maakte een keuze om door het land te reizen met een rabbi. . Dat was zeker niet gebruikelijk in die tijd voor een vrouw om te doen. Een zekere moed was haar dus niet vreemd. Ze moest ook opboksen tegen wellicht een neerbuigende houding van de mannen om haar heen die niet gewend waren aan vrouwelijke leerlingen. Een populaire leraar volgen is een ding, maar ze bleef hem ook trouw wanneer hij werd vernederd en uitgescholden en uiteindelijk gekruisigd. Haar relatie met en liefde voor Jezus moet dat allemaal mogelijk gemaakt hebben. Ze was trouwens niet de enige vrouw die hem zo volgde. Lukas schrijft in hoofdstuk 8 over vele vrouwen die Jezus volgden en financieel ondersteunden.

Maria van Magdala brengt Jezus als persoon dichterbij voor me. Wij weten nu meer over de inhoud van de boodschap van Jezus en het nieuwe leven dat Hij bracht, maar Maria kende Hem allereerst als persoon, als zwak mens geworden God.

Wat zou er verder gebeurd zijn met haar? Volgens latere tradities is ze naar Zuid Frankrijk gegaan. Er zijn daar verschillende altaren gewijd aan haar en er doen allerlei verhalen de ronde. Niet te verifiëren, hoewel het zo is dat vele christenen gevlucht zijn naar alle windstreken in de tijd van vervolging rond het jaar 70 AD.

Fascinerend dus. De tentoonstelling en wat er achter weg kwam. Vanwege de lockdown heb ik de tweede helft niet meer kunnen zien. Helaas.

Bronnen

Schuldig Landschap

Een kennis, kunstenares Eke Malda, tipte me over het werk van Armando naar aanleiding van mijn blog over Westerbork. In de 2e Wereldoorlog groeide hij op  in Amersfoort, dichtbij kamp Amersfoort, . Net als Westerbork een transitkamp, voor Joden en politieke gevangenen, maar uiteindelijk werd het een strafkamp. Vele soorten gevangenen verbleven er, herkenbaar aan de kleur van een merkteken op hun jas. Zelfs beroepscriminelen werden er opgesloten. Met een groene driehoek op hun jas.

Armando zou de vreselijke beelden van uitgemergelde gevangenen, smekend om een stuk brood en de dreiging van bewakers op hoge wachttorens met lange ladders nooit vergeten en verwerkte het thema in zijn kunst. Hij ontwikkelde hiervoor het begrip Schuldig Landschap. Ik noem in mijn blog over kamp Westerbork de liefelijke omgeving die zo’n contrast vormt met de gruwelen die er plaatsvonden. Die spanning, die verwarrende, of liever verbijsterende tegenstelling (hoe kán dit) vat Armando samen in dat begrip.

„Het is een landschap dat heeft zien gebeuren, want in landschappen, in de schone natuur, vinden vaak de afgrijselijkste opvoeringen plaats. Veldslagen. Sluipmoorden. Man tegen man. Aanleg en onderhoud van kampementen. Barakken. Plekken ter kwelling van weerloze schepsels. Voornoemd landschap heeft zich daar nooit iets van aangetrokken, is zelfs zo schaamteloos geweest om gewoon door te groeien, het is een schande, ik raak er nooit over uitgesproken. De confrontatie natuur-cultuur is een onbarmhartig gebeuren, dat gaat met pijn gepaard, geloof dat maar. Ja ja, ik weet wel, het is zinloos om de natuur schuldig te noemen, maar kunst is ook zinloos, daarom is kunst zo onontbeerlijk. En gewetenloos.” (Uit: ”Schoonheid is niet pluis, verzameld proza”, Amsterdam 2003

Hij raakt daarmee een snaar in me. Voor  mensen zoals ik maakt juist die mooie, maar onaangedane natuur het zo onmogelijk je iets voor te stellen van de gebeurtenissen die er zich afspeelden. De natuur heeft de neiging in zich om je gerust te stellen. Of je laat je gerust stellen. ‘Ze hadden in ieder geval een mooi uitzicht’ of dat soort trivialiteiten.

Toch blijf ik ook geloven in de hóóp die de natuur in zich draagt. Wat de mens ook uitricht, de schepping blijft troost bieden. Een bloem op een onverwachte plek, een zaadje dat ontluikt in een troosteloos landschap, een zonsondergang. De natuur blijft voor mij ook een venster naar schoonheid die uitstijgt boven al het gewoel en de ellende op aarde. Een venster naar de eeuwigheid en de herschepping van alle dingen die God belooft in de bijbel. 

Hier nog wat meer informatie over de kunstenaar

https://kunstvensters.com/2018/07/02/in-memoriam-het-schuldig-landschap-van-armando/

Foto is van Stephan van Fleteren

Modest Fashion

De entree van het museum, tevens winkel en cafe

Een nieuwe beweging in de mode: Modest Fashion oftewel Bedekkende /Bescheiden Mode. Alweer een paar weken geleden bekeken we in het Stedelijk Museum Schiedam de tentoonstelling onder die naam. SMS is een van de leukste musea in Nederland trouwens! Toegankelijk, origineel en innovatief! In de grote entreehal (voormalige kapel van een tehuis voor behoeftige bejaarden ) kun je koffiedrinken en een boterham eten. Alles zelfbediening. Ook het brood kun je zelf snijden en het beleg staat in schaaltjes en schalen erbij. Super makkelijk en uitnodigend. Ook de prijs bepaal je zelf. Iemand met een klein beurs kan er voor een prikkie even lunchen. (Er staat natuurlijk een aanbevolen prijs bij).

De Mode
Ik hou van kleding, maar ben niet iemand die de laatste mode op de voet volgt. Ik ben meer van de Kringloop, en het tweedehands spul. Daarmee loop je meestal wat jaren achter en ontwikkel je een meer eigen stijl. Ik kies de minder trendy dingen, de betere merken en zo onstaat al gauw een interessante mengeling van modestijlen. Je ziet in de winkels al snel wat hot was een jaar ervoor. Massaal wordt dat dan weer van de hand gedaan. Op dit moment vind je in de kringlopen veel broeken met een onmogelijk lage taille. Ik kijk nu eerst naar de rits en weet dan al die kan ik laten hangen. Een rits met 10 tandjes of zo is een teken dat de broek nauwelijks boven de bilspleet uitkomt. Nee, dank u. Dat dit ooit mode was!

De tentoonstelling
Terug naar het museum. Wat mij trok naar de expositie was de omschrijving die ik erover las. De wederzijdse beinvloeding van culturen, de invloed van religie op mode en het langzaamaan toenemende bewustzijn dat een vrouwenlichaam niet bedoeld is om door mannen ontworpen sexy kleding te dragen. Door critici van mijn leeftijd ook wel de nieuwe preutsheid genoemd. Ik zie het eerder als vervrouwelijking of zelfs vermenselijking van kleding. Men heeft het op de tentoonstelling zelfs over een nieuwe vorm van feminisme. Niet je kleden alsof je een man bent maar volop vrouw zijn en je makkelijk kunnen bewegen zonder dat de hele goegemeente meekijkt naar delen van jouw lichaam die prive zijn. De invloed die verschillende culturen op elkaar hebben gehad door de eeuwen heen is fascinerend. Zoals de huik, een soort Nederlandse boerka, overgewaaid vanuit het midden oosten ten tijde van de kruistochten. Heel gangbaar geworden in de middeleeuwen! 

De Huik

Modest fashion heeft geen eenduidige boodschap. Aan de ene kant is er de religieuze motivering van kuisheid en niet-uitdagende kleding die niet alleen is voorbehouden aan de islamitisische cultuur. Ook het christendom en orthodox jodendom kent een historie van een bescheiden kledingcultuur. Aan de andere kant is er het door westerse vrouwen uitgedragen idee van vrijheid en verzet tegen mode die hen tot een lustobject voor mannen maakt. En dan is er de commercie zoals een modehuis als Chanel die groot geld ziet in de arabische modewereld en daar in de ontwerpen op inhaakt.

Tegelijk proef je in sommige van de tentoongestelde kunstobjecten een protest tegen de mannenoverheersing in sommige islamistische landen als Iran en Saoedie- Arabie waar vrouwen slechts in het zwart gekleed en geheel bedekt op straat mogen verschijnen. Duidelijk geen vrije keuze, getuige sommige van de getoonde kunstwerken.

Een boeiende tentoonstelling al met al. Nog te zien tot 9 februari.

Hysterisch historisch, Tafeltranen en Breakdance

Negen jaar heb ik bij ons om de hoek, in het Westbroekpark in Scheveningen, de Parade (een rondtrekkend theaterfestival) opgebouwd zien worden. Wel eens over het terrein gelopen maar nooit een voorstelling gezien. Tot mijn vriendin Ans zei dat ze nooit iemand kon vinden die met haar mee wilde naar de Parade. Dat was een goeie aanleiding om samen af te spreken op het festival in Utrecht, in het Moreelse park. Het weer was schitterend en het was alsof we even op vakantie waren, in Franse sferen. Het theaterfestival wordt een weeklang gehouden en op het terrein worden allerlei tenten en paviljoenen gebouwd. Veel lijken zo uit het begin van de vorige eeuw te komen en zijn of echt antiek of knap nagemaakt. Er staat een vintage draaimolen, er is een kinderprogramma en overal kun je eten en drinken. De ambiance is geweldig.

Mijn vriendin had een selectie gemaakt van drie voorstellingen, elk van een half uur en ik sloot me erbij aan. Het karakter van alle optredens op de Parade is enigszins bizar en absurdistisch, dat wist ik van tevoren. Verder had ik geen idee wat te verwachten. We begonnen bij ‘Tisch und hihi tranen’, opera-achtig theater. Met drie spelers, twee vrouwen en een man. In een krappe ruimte met houten banken, waar we hutje mutje zaten. Ik begreep er weinig van, maar de nabijheid van de spelers, hun theatrale expressie en de muziek van Purcell, die de droefheid der mensheid moest uitdrukken, raakte me toch. Iets van een rauwe klacht klonk erdoorheen. Vooral Dido’s Lament, gezongen door Benjamin Meirhaeghe, de maker van het stuk, bezorgde me kippenvel. Lees hier de lovende recensie in de Volkskrant.

Na een half uur gingen de deuren van het snikhete minizaaltje weer open en konden we door naar de volgende: Hysterisch Historisch, de geschiedenis der mensheid in 30 minuten. Via ludieke methodes, waaronder ballen gooien, kon het publiek kiezen waar de geschiedenisles over zou gaan. Geheel ‘democratisch’ kwamen we tot het onderwerp Griekse Liefde in de oudheid.

Daar gaan we dan, dacht ik. Ik had liever een ander onderwerp gekozen, haha. Wat volgde was (uiteraard) een ludieke, maar toch leerzame les over wat die Griekse liefde inhield. Het kwam er op neer dat Griekse mannen grenzeloos hun gang konden gaan, ten koste van slaven, slavinnen en vrouwen. Naderhand hadden vriendin en ik nog een interessant gesprek over de christelijke seksuele moraal die vooral tegen deze achtergrond revolutionair moet zijn geweest. Vriendin ziet alleen onderdrukking in de kerk. Dit was een nieuw perspectief. Gelijkheid van man en vrouw in het huwelijk. Geen misbruik van slaven en/of slavinnen. Monogamie. Voor vrouwen was dat een ware verheffing. (1 Kor.7:1 – 5; )

Het is goed voor een man om niet te trouwen. 2 Maar om te voorkomen dat jullie verkeerde dingen gaan doen, is het toch beter om te trouwen. Iedere man moet zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. 3 Het is goed voor een echtpaar om regelmatig met elkaar naar bed te gaan. 4 Als de man graag wil, moet zijn vrouw geen nee zeggen. En als de vrouw graag wil, moet de man geen nee zeggen. 5 Het kan gebeuren dat je samen afspreekt om een poosje niet met elkaar naar bed te gaan. Bijvoorbeeld omdat je meer tijd wilt hebben om te bidden. Maar daarna ga je weer gewoon met elkaar naar bed. Anders krijgt de duivel de kans om je te verleiden tot verkeerde dingen, omdat je je niet kan beheersen. (Basisbijbel)

Na deze ongezochte maar toch leuke verdieping kregen we nog een half uur breakdance en acrobatiek te zien door de Ruggeds. Blijkbaar erg bekend door World of Dance. Een competitie op TV. De grootste theaterzaal was dan ook afgeladen vol. Gaaf om te zien, maar soms wat lang uitgesponnen scenes voor onze smaak. Maar het publiek was laaiend enthousiast.

Wij waren klaar. De hitte in de zaaltjes was vermoeiend en we waren toe aan verkoeling en wat te eten. Het leek of we dagen weg waren geweest, zo compleet is de ervaring. Bij een biertje en een lekkere hap praatten we nog een tijd na. Onder de koele schaduw van hoge bomen en een zachte avondwind.

Kunst in Wassenaar

 

“Zullen we samen een dagje weg”, vraagt mijn oudste dochter. Daar zeg ik nooit nee op. Altijd een voorrecht om met een van je volwassen kinderen op pad te gaan! We kiezen voor Wassenaar, Museum Voorlinden. Ik had er al eens over gelezen, maar wist niet meer exact hoe of wat. Moderne kunst, dat wist ik nog wel.

IMG-20180920-WA0017

Als we aankomen zijn we direct onder de indruk nog voor we binnen zijn. De locatie zelf is al schitterend. Het nieuwe, imposante gebouw staat op een oud landgoed, Voorlinden, met prachtig aangelegde tuinen door meester hovenier Piet Oudolf. Grote, weidse borders met luchtige pluimgrassen en veel bloeiende (herfst)bloemen. Glooiende weides die overlopen in duin en bos. Tussen de zee en Voorlinden ligt het natuurgebied Meijendel. Het landhuis in Engelse stijl is ruim honderd jaar oud en wordt als restaurant voor het museum gebruikt (ook voor wandelaars op het landgoed toegankelijk).

In het museum (helaas kunnen we onze museumjaarkaart niet gebruiken) lopen we eerst te genieten van de ruime, lichte atmosfeer. Veel hoge raampartijen geven het museum veel ademruimte. Er zijn twee exposities en een opstelling uit de vaste collectie.

We beginnen bij de moderne: Stage of Being. Moderne Kunst vind ik altijd een soort hersengymnastiek. Je ziet iets, je denkt ‘hmm’, vervolgens lees je de duiding (in soms onnavolgbare, gezwollen conservator-taal) in de hoop op meer begrip  en dan denk je alsnog ‘hmmm’, of ‘aha!’ afhankelijk van de uitleg. (Ik neem ook innerlijk afstand van  het verhaal in de gids: Ooit boden religies antwoord op leegte en eenzaamheid, maar nu…)

Stage of Being is zeer gevarieerd. Aan sommige objecten, duidelijk bedoeld om te ‘ontregelen’ loop ik voorbij. Vooral de zeer erotisch geladen (softporno-achtige) exemplaren: ‘wie ervoor staat wordt gedwongen tot voyeurisme’ lees ik in het voorbijgaan op een bordje ernaast. Genoeg om door te lopen dus. Ik hou er helemaal niet van ergens toe gedwongen te worden, zeker niet tot het voyeurschap!

Goed, er was meer dan dat. Installaties die me wat betekenis betreft niet zoveel doen maar wel boeiend zijn. Mooie structuur, mooi materiaal, sterke vormen. Of grappig.  Twee voorbeelden zie je bovenaan de pagina. Links een gehaakt object van
Louise Bourgeois, met, zeg maar, ‘moederlijke’ vormen. Rechts een mensfiguur van ‘Mass’ van Antony Gormly dat in de lucht ‘hangt’, driedimensionaal is en gemaakt van aan elkaar gelaste korte staafjes. Enorm, wat een vakmanschap!

We zagen veel. Het zwembad waar je onder het water kon lopen, de reuze man en vrouw

IMG-20180920-WA0007

IMG-20180920-WA0004

 

het doolhof van hoge bronzen wanden, de mini-liftjes, en eindeloos veel creatieve dingen, groot, klein, heel abstract, soms realistisch. Maar zo gevarieerd dat het leuk bleef. Een installatie gebouwd van houten kozijnen uit traditionele Chinese huizen die werden afgebroken vanwege de vooruitgang is een van de hoogtepunten! Het is gebouwd als een grote kamer en gevuld met lampen die weerkaatst worden aan de zijkanten en boven en onder door spiegels. Een fantastisch effect!

 

Daarna, na de lunch, het tweede deel. Ook interessant, maar de energie was tanende. De lichte, frisse schilderijen van de Amerikaanse kunstenaar Wayne Thiebaud (1920). Thiebaud vat vormen samen in die van een ‘taartpunt’. Ieder object dat hij schildert, vooral heel gewone, zoals een knakworst of een ijsje, of een taartpunt schildert hij afzonderlijk van elkaar. Hij maakt geen mooi gerangschikte composities. Alles lijkt ook wat in de lucht te hangen. Apart. Maar ik vond zijn kleurgebruik erg mooi. IJsblauw, parelmoer, azuur.

IMG-20180920-WA0008

Er hing veel moois. Maar na nog een uur kijken naar al deze ijsjes en taarten waren we zelf daar ook wel aan toe.

Thiebaud is te zien tot 28 oktober 2018
Stage of Being tot en met januari 2019

Ook nog te zien Rhapsody in Blue. Een opstelling van kunst in het bezit van het museum met Blauw als thema. Mooi gedaan.

Een bezoek meer dan waard (E15) en een tweede ook nog wel!

Foto’s Jesseka Batteau

 

Drie portretten in Harvard Art Museum

Harvard Universiteit in Cambridge ,VS, heeft een prachtig nieuw gebouw neergezet waarin alle kunstbezit nu verzameld is, Harvard Art Museum. We bezochten het onlangs en genoten. De collectie is opgedeeld in zalen die de naam dragen van de weldoeners die de kunst aan het museum schonken. Niet zo maar een schilderij hier of daar, nee, hele zalen vol met oude kunst, moderne kunst, expressionisten, impressionisten, pre-Rafaelieten, Middeleeuwse kunst, Grieks, Romeins enzovoort. Alles komt uit privé-bezit en is nagelaten aan Harvard. Niet nodig om te vermelden dat Harvard een van de rijkste universiteiten van de wereld is.

Robert Smullyan Sloan – Negro soldier

Thomas Eakins – Miss Alice Kurtz

Mary Cassatt – Woman on a striped sofa with dog

Deze portretten trokken mijn aandacht. Het eerste, van Robert Smullyan Sloan (1915-2013 Boston) is een portret uit de jaren veertig van de vorige eeuw. De afbeelding is van een zwarte Amerikaanse soldaat. Hij draagt volgens de informatie een onderscheiding voor goed gedrag en een die aangeeft dat hij heeft deelgenomen aan de strijd in de tweede W.O. in Europa en Afrika. De titel is echter Negersoldaat. Niet wat hij deed, niets over moed en inzet, maar tot welk ras hij behoort beschrijft hem. In de achtergrond zie je de gebouwen van Harlem, de zwarte achterbuurt van New York, waar het leven vaak uitzichtloos was en is. De Afro-Amerikaanse soldaten werden (en worden) in het leger gediscrimineerd en bij thuiskomst hadden ze weinig vooruitzicht omdat ze ook daar weer werden geconfronteerd met racisme. Op het eerste gezicht zie je een prachtig geschilderd portret, maar met de achtergrondinformatie krijgt het een enigszins grimmige lading. Deze moedige man, met zijn mooie outfit en warme, ernstige ogen zal straks weinig toekomst hebben in het racistische Amerika van de jaren veertig en vijftig.

Hoe anders is het leven voor de vrouw in het portret van Miss Alice Kurtz, dochter van een bankier uit Philadelphia. Geschilderd door Thomas Eakins (1844 -1916). Dit meisje heeft andere beperkingen. In haar tijd waren de rollen voor man en vrouw strikt omschreven, zeker voor dochters van de welgestelden. Eakins wijkt af van de traditionele wijze van het weergeven van vrouwen in dat hij niet idealiseert en zich niet in de eerste plaats richt op schoonheid maar op haar innerlijk. Ze kijkt dromerig en niet heel gelukkig. Je hebt het idee dat je kunt voelen wat haar stemming is. Haar vader echter was niet blij met het portret en zette het op zolder nadat het af was. Hij vond het te levensecht en niet complimenteus.

Het derde portret spreekt me aan omdat het zo speels en vrolijk is. De interactie tussen de vrouw en het hondje is zo ontspannen en zonder spanning. Ze heeft simpel plezier in de interactie met het dier. Het is een schilderij van Mary Cassatt (1844-1926), een Amerikaanse die naar Parijs vertrok en tijdgenoot was van de impressionisten, zoals Degas. Dit portret, Woman on a striped sofa with a Dog, is nog in de klassieke traditie. Aanvankelijk probeerde ze geaccepteerd te worden door de Salon. Later schilderde ze in de impressionistische stijl als een van de weinige vrouwen. Meestal moeders en kinderen. Ietwat sentimenteel, maar wel heel treffend.

Drie gezichten, drie tijdperken, drie levens.

Kunst is leuk ook als je niet kunt kopen

Ik was bij de Kunstbeurs in de RAI in Amsterdam. Een vriendin had twee vrijkaartjes en we hebben naar hartenlust rondgelopen en kunst gekeken. Wat een variatie en wat een talent. De Kunstbeurs is een presentatie van galerieën uit heel Nederland. En de kunst is meestal heel toegankelijk. Abstract of realistisch en weinig echt conceptuele kunst. baldessari-boring-art.jpg (500×370)Wat mij niet spijt. Kunst hoeft niet mooi te zijn maar moet me wel raken. Door vorm of kleur of de combinatie van beiden. Door het materiaal wat gebruikt wordt en tot verrassende resultaten leidt. Het mag zo gek of simpel zijn als maar kan. Maar als ik eerst een bordje met ondoorgrondelijke tekst moet lezen om te begrijpen dat wat voor me ligt of hangt een diepe kunstzinnige betekenis heeft en ook nog 10.000 euro kost ben ik snel weg. Het zal wel, denk ik dan. Zoals bij het kunstwerk op het plaatje.

Een paar hoogtepunten waar ik blij van werd. Vrijwel aan het begin van de lange gangen met galeries lopen we een grote hoge tent binnen die een Arabische sfeer ademt.

My Second Skin,
foto Erikjan Koopmans
via Google

Zo’n tent die uit kleurig geweven wandkleden en tapijten bestaat. Als we goed kijken zien we dat het metershoge doeken zijn, waarop enorm uitvergrote details van textieltechnieken staan afgebeeld. Precies 46 lees ik later in een recensie. Handwerktechnieken uit de hele wereld. We knipperen wat met onze ogen maar dan herkennen we steeds meer (of raden): dit moet Chinees zijn, of iets uit Afghanistan, oh en kijk, dat is Indiaas, en dat moet iets uit de Balkan zijn. Geweldig om al die stijlen en tradities zo te eren.  Prachtige borduursels, haakwerk, breisels en weeftechnieken. Ikat uit Indonesië, zijde bloemen uit China; Sits – (oorspronkelijk kwam de stof uit India en is verwerkt vanaf de 17e, 18e eeuw in klederdracht bij ons). Ik ken het vooral van de kraplap uit Spakenburg! 

Sits

Afghanistan

Maar ook uit Afrika zien we voorbeelden, bijvoorbeeld een haaktechniek waarin lipjes van drankblikjes zijn verwerkt.

We voelen ons als kinderen in een snoepfabriek.
Het motief van de kunstenaar tot het maken van dit kunstwerk:‘ In een tijd waarin textiel tot een wegwerpartikel is verworden  brengt zij (Barbara Broekman) een ode aan het vakmanschap van textielarbeid uit alle delen van de wereld.’ 
Meer en meer lees je ook dat juist door het beheersen van deze unieke technieken vrouwen meer in hun waarde komen te staan, onder andere door projecten waarin ze op die manier in hun onderhoud leren te voorzien. Mijn dochter werkte een aantal jaren terug met Marokkaanse en Turkse vrouwen die haar veel van de traditionele handwerktechnieken lieten zien. Uiteindelijk was het de bedoeling die in een modern product te verwerken en op de markt te brengen.

Een oud citaat uit Trouw van 2-9-2006, maar ik vermoed dat dit nog net zo geldig is vandaag als toen. Het is een interview met een Afghaanse vrouw die haar zusters meer zelfstandigheid en aanzien wil brengen door een borduurproject:

Rangina Hamidi wijst op de rand van haar vuurrode omslagdoek die versierd is met kunstig borduurwerk. „Dit is gemaakt door de vrouwen die nu meedoen, zo’n 520 en vrijwel allemaal analfabeet. Toen we begonnen waren het er maar twintig. Dit borduurwerk kunnen alle vrouwen goed omdat ze dat al jong leren. Wij kopen die sjaals van hen en verkopen ze door. We hebben bijvoorbeeld net een order gekregen uit New York.” Uiteindelijk is de bedoeling dat de sjaalproductie op eigen benen kan staan.

Dit is de link naar de site van deze bijzondere kunstenares, Barbara Broekman

Een tweede hoogtepunt voor ons was het werk van Marlies Smulder, fotografe. Ze zet bloemstillevens in scene in een grote spiegelbak waarboven haar camera hangt. Op de RAI was een foto te zien hoe ze werkt. Het resultaat vind ik fenomenaal. Ik heb een afbeelding van internet ‘geplukt’ omdat ik met woorden niet kan weergeven hoe mooi het is. En in feite doet deze foto dat ook niet. Het is een impressie, meer niet. Hier kun je nog meer werk van haar zien.

Marlies Smulders – bloemstilleven

We hebben uiteraard nog veel meer gezien. Tekeningen, sieraden, beeldhouwwerk, maar na twee uur rondlopen waren we geheel verzadigd. Opnieuw, wat een diversiteit en wat een talent. Ik word er heel blij van! Eer aan de Schepper, de grote Kunstenaar.