Met de trein

Om dochter Jes en Dos even time-out van twee voortdurend in elkaars weg zittende broertjes te geven, bleef kleinzoon Niek van zondag op maandag in Scheveningen. ’s Middags mee naar de kerk waar hij doodstil en ernstig alles onderging. Zelfs de inleiding van de preek had hij in zich opgenomen want de volgende dag, op weg naar huis in de auto van zijn pappa ging hij terugvertellen wat ‘die merreer in opa’s kark over Tick Tack en Tock’ verteld had. Tot mijn stomme verbazing, trouwens.

Maandag heb ik hem met de trein naar huis gebracht. Tot station Maarn, want daar stond Niek’s pappa Dos ons op te wachten. Een heel avontuur voor Niek. ’s Ochtends vroeg hij al direct wanneer de tram ging. Ik realiseerde me dat er wel wat afleiding moest komen.

Eerst hebben we toen allemaal brieven gemaakt. Niek maakte de tekening, hele uitgebreide van treinen en hijskranen, met veel oog voor detail, die we vervolgens in een envelop stopten en beplakten met een postzegel.. Zieke oma Tonny, tante Suus, die niet bij de kerst kon zijn, mamma en pappa en oom Lukas kregen allemaal een tekening. Dat nam wel wat tijd in beslag. Om 13.30 gingen we dan eindelijk op weg, eerst met de tram. Niek heeft veel verstand van trams en treinen en wat dies meer zij, want hij merkte al gelijk op dat tramrails anders waren dan treinrails. Hmm, nu je het zegt..

In de trein koos Niek voor de bovenste verdieping en kwamen we naast een moeder te zitten met 2 dochtertjes, van wie de jongste ongeveer Niek’s leeftijd had. Niek heeft het eerste half uur zich vermaakt door ongegeneerd te staren naar dit fenomeen van 2 zusjes. Ik had hem erop attent gemaakt, niet 2 broertjes, zoals bij hem, maar 2 zusjes. Dat had duidelijk indruk gemaakt. In de volgende dagen kwamen de 2 zusjes steeds terug in zijn uitgebreide treincomposites.  Met vrolijke staartjes, die alle mensen overigens krijgen wanneer Niek ze tekent. Een bepaald vrolijke haardos.

Het 3 jarige zusje beledigde hem op een gegeven moment wel. Niek zei tegen mij dat hij een vliegtuig ging tekenen. Waarop het meisje reageerde door tegen haar moeder te zeggen dat dit geen vliegtuig was waarin we zaten. Nee, zei de moeder, hij gaat er eentje tekenen.  Niek keek mij aan met die blik waarmee mannen kijken wanneer meisjes domme opmerkingen maken…

In Utrecht moesten we overstappen. Daar hadden we 5 minuten voor om van perron 19 naar perron 14 te komen. Ampele tijd met mijn tempo, maar voor m’n gevoel wat krapjes met een 3-jarige die denkt dat we weg lopen van de trein en alleen maar in een ‘arrere trein’ wil en dus op de rem stapt. Enigszins hem tegen zijn wil voortslepend hebben we de sprinter naar Rhenen op tijd gehaald. Daar begon het toch wat lang te duren en moesten de mee gebrachte etenswaren ter verdrijving van een dreigende verveling genuttigd.

Op het perron van Maarn sprong Niek van enthousiasme bijna met een boog in de armen van Dos: Hallo pappa, ik ben met de tram en de trein en nog een trein geweest!!

Thuis had hij even tijd om over te schakelen voor broertje Kris hem even enthousiast begroette als Niek hem. Maar ja toen begon natuurlijk wel weer het harde leven van delen en samenleven.

Kris is nu 1 jaar en een heel stuk gegroeid in bewustzijn. Hij begrijpt heel goed wanneer je ‘nee’ zegt, maar wat hij met dit begrip doet is nog maar afwachten. TV, CD’s, en wat z’n grijpgrage vingertjes maar pakken willen zijn niet veilg nog. Kruip, kruip, halve stop, zitten, omkijken, lachen, kruip kruip, volle stop,omkijken, zitten, terugkijken, nog’s kijken en met volle vaart richting het verboden gebied. Het spannendste spel wat je bedenken kunt.

               

Sinterklaas

Redelijk rustig zet Niek thuis zijn op de crèche gemaakte Zwarte Pietemuts op. Hij is nog niet zo lang wakker en is eerlijk gezegd nog niet helemaal in de stemming. Als ik zijn muts bewonder zegt hij dat het geen Zwartepietemuts is, "het is een brandweermuts" (de muts heeft felrood crepepapier). Afb001OK,ook goed.

We lopen langzaam richting het stadhuis in Woudenberg. Onderweg komen we toevallig Sinterklaas tegen met zijn Pieten, net als wij op weg naar de burgemeester. Alleen zit hij in een koets. De Pieten zijn jolig en ik mag ze op de foto zetten.Niek kijkt zwijgend toe en wuift aarzelend naar de Sint. AfbpietenHij is diep onder de indruk, met name van de grote handschoenen van Sint. Hij bekijkt zijn eigen handjes en komt tot de conclusie dat die nog wel erg klein zijn vergeleken met die van de Goedheiligman.

We lopen verder en komen bij het stadhuis. Niek zit inmiddels op Opa’s schouders en heeft goed uitzicht. De plaatselijkeAfb007_3 fanfare Fidelio speelt de longen uit hun lijf. De dirigent bestijgt het bordes om de kinderen te leiden in de zang en even lijkt het of het Leger des Heils er bij aanwezig is, zo lijken de kostuums op elkaar. Niek zingt Sinterklaas Kapoentje, en raakt even Afb005_2heel goed bij de les wanneer Sint het bordes beklimt. Met grote ogen en zijn vinger in de lucht deelt hij mee dat Sint nu een trein bij zich heeft. Oeps, dat kon nog een teleurstelling worden. Niek heeft al weken geleden zijn lijstje bekend gemaakt en het verschil tussen wensen en feiten is nog een moeilijk te begrijpen complicatie. Sint heeft gewoon die trein.

‘Gaat Sint nu weer weg?’, vraagt hij dan ook met een teleurgesteld stemmetje als Sint begint aan zijn tocht door het dorp. Zijn gezichtje betrekt. Pappa en mamma realiseren zich dat hier snel wijsheid geboden is. Pappa brengt het rationeel: ‘Sint gaat nu eerst naar andere kinderen en over een poosje komt hij bij jou’. Hmmm, diep wordt er nagedacht. ‘En kijk eens wat ik hier heb’, probeert mamma het met gevoel, ‘een chocolade Sint’, uit voorzorg in haar zak gestoken. Mamma’s denken overal aan…Niek is weer even afgeleid.

Later tijdens de koffie smikkelt hij van de chocolade Sint en lijkt verzoend met de gedachte dat het nog even gaat duren voor de trein arriveert. Hoeveel tijdsbesef heeft een 3-jarige? de aandacht gaat voorlopig naar de schoen van ’s avonds, de wortel, en het bakje water voor het paard. Allemaal de eerste keer, dus spannend.
Maar Niek blijft er redelijk kalm onder. Het zal zijn tijd wel duren.Afb004
Afb008
Kris bekijkt het allemaal nog van een afstand. Hij geniet van opa’s slagroom..

hagelslag, lullabies en de plantendokter

Ik kruip weer lekker in mijn warme bed. Heb net kleinzoon Kris in slaap gewiegd en gezongen. het is 03.15 uur. Ik voel me zeer voldaan want dochter Jes heeft een belangrijke presentatie de volgende ochtend en ik heb haar een gebroken nacht bespaard. Denk ik. De dag erna hoor ik dat zij hem om 04.00 uur nog een flesje hebben gegeven. Jammer nou! Maar mijn kwartiertje met dat wangetje tegen mijn wang terwijl ik zing, dat heb ik toch weer meegekregen.
Om 06.00 uur komt Niek van 3,5 de trap oplopen naar mijn kamer, half in slaap nog en met een zielige kreun. Ik sta snel op,nog altijd met de bedoeling jes een hele nacht slaap te bezorgen. ‘Wat is er, Niek, heb je gedroomd?’ Niek kreunt ‘ja’ en kruipt bij me in bed. Ik wrijf z’n ruggetje en wonder boven wonder hoor ik verder geen piep en de koning te rijk met dat warme lijfje naast me in het eenzame logeerbed slaap ik ook weer in. Om 8 uur worden we samen wakker: oma, Niek heeft gedroomd-ik zat op een schildpad-en toen was er een grote haai-en toen werd ik een visje…Gaan we nu naar beneden? Ik moet nog even bijkomen, dus Niek zit op de rand van het bed met z’n beentjes te zwaaien terwijl hij mij observeert. Hij ziet dat ik nagellak op m’n nagels heb en bewondert m’n handen. "Mooi, oma! Kinderen hebben geen hagelslag, he, op hun vingers?" Ik moet lachen en leg uit dat het geen hagelslag maar nagellak is. Niek heeft gevoel voor humor dus hij moet zelf ook lachen om de hagelslag. Eenmaal ontbeten en aangekleed leg ik Kris weer terug in bed, die gaat z’n verloren nachtrust inhalen.

Terwijl hij slaapt halen Dos en ik, geassisteerd door Niek de voortuin leeg. Alle oude, uit hun krachten gegroeide, planten trekken we er uit. Niek vindt het heerlijk en trekt en graaft met z’ eigen schep dat het een lieve lust is. Ik kom een wormpje tegen dat we uitgebreid bekijken en weer terugstoppen in de aarde. Bij ieder volgend wormpje herhaalt zich dit ritueel: Dag wormpje, roept Niek iedere keer, ga maar terug naar je huisje. Goed zo Niek, wormen in je tuin moet je koesteren.

Niek heeft een diepe band met alles wat leeft. Dat blijkt wel uit zijn reactie toen Dos begon met het trekken aan de planten. Hij barstte in snikken uit. -Niet doen pappa, dat is zielig.- Toen Dos had uitgelegd dat de planten gewoon een beetje oud waren en er nieuwe planten zouden komen legde hij zich er bij neer, maar zielig bleef het. Hij had een goeie tussenweg bedacht en zei om mij ook gerust te stellen: Het is zielig, he,oma? Maar de planten gaan zo naar het ziekenhuis.

Kinderen blijven me verbazen en uitermate verkwikken met hun originele gedachten.

oma-dag

Vandaag was op en top oma dag. Helemaal heerlijk. Ik plak aan alle kanten, de kruimels ontbijtkoek zitten in m’n BH, maar ik zinder nog na van knuffels en kusjes en armpjes om m’n nek en handjes die naar m’ bril grijpen. Het was de dag voor vertrek naar hun huisje in Griekenland voor 3 weken vakantie en Kim en ik hebben een middagje opgepast zodat Jes en Dos de laatste dingen konden doen, zoals cadeautjes kopen voor de omvangrijke familie aldaar. Onze vrienden in Canada hadden op mijn verzoek op garagesales daar allemaal oud Fisher Price speelgoed gekocht en meegenomen. Uit de schat had ik vandaag een brandweerauto meegenomen voor Niek. Uit 1968. Prachtig vond hij hem. ’s Middags heeft hij er bijna bovenop geslapen. het ding stelde eigenlijk niet eens zoveel voor, er ontbraken onderdelen en poppetjes, maar Niek heeft een enorme fantasie. Een brandweerauto is een brandweerauto en daar kan hij uren mee spelen. Kris rollebolde er doorheen op de grond. In no time beweegt hij zich van hot naar her, al rollend en soms tijgerend. Voor hem had ik ‘roley poley’ mee, een plastic bal met figuurtjes erin die bewegen wanneer je er een duw tegenaan geeft. Het liefst wilde hij het ding in z’n mond, dus tilde hij het zware ding steeds op met z’n dikke sterke armpjes. net een gewichtheffer. Hij krijgt tandjes en z’n darmen zijn er door van streek. Niet prettig, zeker als hij er ’s nachts wakker van wordt… Verder is het een heel vrolijk ventje. Vermaakt zich prima. En heeft een zeer doordringend hoog geluksgilletje, waar hij zelf nog blijer van wordt. Op de grond ligt hij, als een Romeinse keizer op een elleboog geleund, te spelen met, uiteraard, het liefst Nieks speelgoed. Ik ging met Niek memory spelen en als een vadertje gaf Niek hem, uit voorzorg, maar vast een kaartje om op te kauwen. Het spelletje ging redelijk goed. 3 beurten mocht ik ook zoeken, maar toen was Niek z’n geduld op. Het principe had hij door, maar hij vond toen dat eigenlijk alle kaarten hem toebehoorden. OK. Ik kan tegen m’n verlies…Puzzels zijn een eitje voor hem. Ze zijn niet aan te slepen en hij legt ze in 2 minuten. Als ik wil helpen kijkt hij me aan en zegt geduldig: ‘ nee oma, dat stukje komt straks, eerst deze.’ OK. Ik kan wachten.

als ik later klein ben….

Ik liet kleinzoon Niek vandaag op de PC de foto’s zien van Alland, de olifant die in mijn bed terecht gekomen was (zie vorige blog). Hij vond het maar apart en was er niet helemaal van overtuigd dat het zijn Alland was. Ik vertelde dat ik Alland zo lief vond en Niek knikte instemmend met z’n hoofd: "Ja, hij is heel zacht,hoor!" Toen ik hem zei dat ik ook wel zo’n lieve knuffelolifant wilde bedacht hij deze slimme oplossing: "Later, als oma klein is mag je ook een knuffel in bed". Ik vond dat zo leuk bedacht. Knuffels en grote mensen horen blijkbaar niet bij elkaar. En hij is heel erg bezig met straks en later, tijdbesef. Nu, als oud mens kon ik geen knuffel in bed hebben. Maar wat nu niet kan kan altijd later. Alleen heeft hij dus oog voor een belangrijk detail: er moet wel iets aan mij veranderen. En in de magische wereld van het kind kan je groter worden, maar net zo goed kleiner. Ja, waarom ook niet?

Niek is op het kinderdagverblijf duidelijk een ander kindje dan thuis. Thuis tettert hij de oren van je hoofd, rent, gilt, lacht zich helemaal suf om zichzelf, stort hete tranen als het niet gaat zoals hij wil, is vervolgens in 3 seconden alweer vergeten waarover het drama ging,wil weten wat je aan het doen bent, nou ja, gewoon een hele actieve, alerte, intelligente peuter.

Op de creche is hij meer ingehouden, observeert meer, is wat op zichzelf. De leidsters denken dat ze te doen hebben met een teruggetrokken kind. Het is alsof de geschiedenis zich herhaalt. Zowel mamma Jes als tante Saskia vertoonden soortgelijk gedrag. Thuis niet stil te krijgen en in opperste staat van activiteit en nieuwsgierigheid, en op de creche verlegen en teruggetrokken. Ik heb een foto van Jes waarop ze als 3 jarige peuter zeer ernstig bezig is een toren te bouwen. Alleen, aan een tafeltje. Vreselijke foto. Het soort foto waarbij je als moeder denkt wat doe ik dit kind aan, laat ze toch lekker bij me thuis op schoot kruipen! En toch, je weet dat die interactie alleen maar goed is. Dat ze zo ook de wereld van een andere kant leren zien en vertrouwen opbouwen buitenshuis. Het boeit me steeds weer dat kinderen al zo vroeg echt karakter vertonen, wat je niet een andere kant uit dwingen kunt.  Ze zijn zoals ze zijn en hebben hun eigen aanpak nodig. Of eigenlijk geen aanpak. Acceptatie en rustig wachten tot ze zelf komen.

Zoals de poezen altijd bij mijn moeder op schoot kwamen (tot haar afgrijzen) omdat ze hen met rust liet en niet dwong tot contact of spelen.

En met Jes en Sas is het meer dan ‘goed’ gekomen!

Img_0227_edited

Jetlag en Niek

Daar lag ik. Overdag heerlijk naar het strand geweest met kinderen en kleinkids. ’s Middags even geslapen, geloof ik, of niet? Maakt niet uit, na een lange drukke dag lig ik rond 20.00 uur op bed. Helemaal geveld door jetlag vermoeidheid. Mijn moede lijf strekt zich eindelijk uit op de koele lakens van mijn bed, ik pak mijn boek (Captain Corelli’s Mandolin, prachtig!) en slaak een zucht van genoegen. Alle deuren staan open, het is warm, maar er staat een lekker briesje.

Ik heb drie zinnen gelezen, als ik een zacht maar zeer aanhoudend gefluister hoor van kleinzoon Niek(3), die boven ook net is gaan slapen. Met de deur open, uiteraard. De rest van de familie zit beneden, met de woonkamerdeur dicht, waarschijnlijk met evenveel genoegen te genieten van de rust. Kinders op bed, even tijd voor mezelf en de TV.

Ik wacht het even af. Jes heeft de gewoonte regelmatig aan de trap te luisteren, misschien pikt zij het op. Niemand. Het fluisteren is inmiddels verstaanbaar geworden: vliegtuig. Niek heeft meestal een verzameling lievelingsauto’s, -traktoren en -vliegtuigen mee naar bed. Van elk een. Ik krijg het bange vermoeden dat er een ontbreekt en dat er verder niemand is behalve mijzelf om op onderzoek te gaan welk vliegtuig er ontbreekt.

Oma klimt de trap op naar de 2e verdieping en vraagt Niek wat er is. Het vliegtuig met de draai, draai, draai (propeller). Juist. Oma zal even kijken op de andere kamer. Daar staat een helikopter die ik met enige aarzeling laat zien. Ik hoop stiekum dat het niet de juiste is omdat het ding allerlei geluiden maakt. Dilemma dus, probleem snel opgelost, maar tegen welke prijs?

Nee, oma, dat is niet de juiste draai-draai-draai. Dit is een helikopter en Niek wil het vliegtuig. Okay. De techniek was me even ontgaan, sorry Niek. Er zit niets anders op dan twee trappen naar beneden te gaan en pappa of mamma te vragen. Die weten en vinden het kleinood direct, dus ik kan het apparaatje afleveren. Tot grote blijdschap van Niek. Nu lekker gaan slapen hoor. Oma loopt met groot verlangen naar haar bed de trap af, maar hoort Niek roepen: Oma, deken! In alle commotie om het vliegtuig was de deken losgeraakt. Naar boven. Ingestopt. Weer naar bed.

Het lijkt goed te gaan. Er heerst diepe rust. Maar warempel na een half uur of zo hoor ik weer indringend gefluister. Het volume wordt, met gevoel voor drama, langzaam opgevoerd. Uiteindelijk hoor ik: oma, Niek beetje moeielijk slapen! Niek even naar beneden.

Oh, nee toch. Dat kunnen we niet meer aan. Niek is braaf en klimt niet zelf uit bed. Er zit niets anders op dan weer die lange trap op te klimmen en hem ervan te overtuigen dat het echt bedtijd is. Wat is er Niek? Niek herhaalt zijn klacht. Beetje moeielijk slapen. Ik neem ’t hem niet kwalijk. Na het strand was hij helemaal knock out, wel drie uur lang en nu is het erg warm. Maar om nu te zeggen: kom maar bij oma….Ik heb geen puf meer in dit clowntje.

Het Konijn biedt uitkomst. "Niek, ik ben zo moe, mag ik bij jou in bedje slapen?" Dat slaat aan (ik slaak een zucht van verlichting van binnen). "Wil je voor mij liedjes zingen en lekker naast me liggen?" vraagt Konijn op licht wanhopige toon. Ja, knikt Niek, dat lijkt hem wel wat. Oma zingt nog een lied voor Niek en Konijn en sluipt de kamer uit.

Onderaan de trap roept een onverbiddelijke Niek: Oma, deken!

us ploatje (of is het plaotje?)

Hier hoeft van oma verder geen commentaar bij…:)                                                                                 

Kris_en_mamma_3Kris_mamma_en_opaAfbeelding3742Afbeelding3747_2Afbeelding3743

waarom ik toch niet op de Veluwe wil wonen

We zijn weer een paar dagen weg geweest. Kim had een vrije zondag (helemaal vrij, een uitzondering!) en dus konden we als normale Nederlanders eens een weekendje weg. Eerst naar Woudenberg, dat vrome dorp midden op de Biblebelt, waar nog steeds onbekend is wie er nu op Oudejaarsavond met stenen naar de ME gegooid heeft. Het is daar ‘ons kent ons’ blijkbaar. Je verlinkt niet je zoon of buurman. Elfde gebod, of zo.

Een van onze kinderen heeft daar met echtegenoot een huis gekocht, rijtjeshuis, middelste van drie. Erg mooie ligging t.o. plantsoen en huis zelf is licht, ruim en eigenlijk helemaal kant en klaar. mooie keuken en badkamer, 4 slaapkamers,wasmachineruimte, tuin, schuur enzovoort.

Komt goed uit dat ik werkeloos ben nu, kan ik veel helpen. Vrijdag al wat tapijt gesloopt, nou ja echtgenoot dan, ik heb me bezig gehouden met het bellen van de KPN die weer eens een Kafka situatie had doen ontstaan. Ik zal jullie het verhaal besparen. Schoonzoon had inmiddels al haren uit z’n hoofd getrokken, dus die is de vloerbedekking aan het slepen gegaan terwijl dochter en ik nog een onderkoelde poging waagden het telefoonprobleem te doorgronden. Tegen een tarief van 0,45 euro per minuut….Uiteindelijk hebben we het hoofd in de schoot moeten leggen. Tegen het SYSTEEM kan een gewoon mens niet op.

Rond 4 uur doorgereden naar Otterlo, alwaar we een B&B gereserveerd hadden. Maar niet voordat we in de omgeving onze ogen de kost gegeven hadden. Gestopt in Scherpenzeel en bij 2 makelaars in het raam gespiekt. Wat kost nu een stulpje hier? Een paar huizen leken aardig, één terug in Woudenberg, dus we zijn gaan toeren. Straatjes in, langzaam rijden, staren, weer verder. Leuk hoor, we kregen er lol in. Maar behalve het huis in Woudenberg was er echt niks bij. Van die poppenhuizen. Dat komt natuurlijk omdat we slechts een kabouterhypotheek kunnen afsluiten, maar toch. Ook vond ik die dorpjes allemaal zo netjes…Van die keurig aangeharkte tuinen, geen stukje afval, nergens iets wat niet door de beugel kon, zelfs geen hondenpoep. Vandaar dat ze met oudejaarsavond dus allemaal uit hun dak gaan, waarschijnlijk..

Wij voelden ons niet aangetrokken tot het wonen op de Veluwe. Hoe mooi het er overigens ook is!! Want na onze huizenjacht kwamen we in Otterlo, bij Vogelvlucht. Een B&B dat eigenlijk meer een huisje is. We kregen de beschikking over een comfortabel 4 p. huisje, met ontbijt, midden in het bos. Goed verwarmd gelukkig want het vroor die nacht 6 gr. of zo.

De volgende dag hebben we Otterlo verkend. Dat was snel klaar. Het enige museum, het Tegelmuseum ging pas om 13.00 uur open en verder was er niks. Ja, het Kroller-Moller museum, daar zouden we ’s middags heen. Wel hebben we aangenaam gelouncht in Boutique Hotel. De krant gelezen, zelfs onze mail gecheckt en een heerlijke tosti zalm gegeten. Hotel is echt luxe, met fitness en zwembad. Zag er leuk uit.

Op de witte fietsen zijn we toen de Hoge Veluwe opgegaan met onze vrienden. Koud, koud, maar heerlijk om met dat weer daar te fietsen, zeg! Extra rondje gemaakt langs de Hubertusvijver.

Het museum overweldigt me iedere keer weer. Er hangt een gigantische verzameling kunst. En de beelden! Geweldig. Twee schilders zijn me dit keer bijgebleven, Verster en (opnieuw) Charley Toorop. Kroller Moller heeft een leuke site waar je veel kunst bekijken kan.

’s Avonds hebben we heerlijk gegeten bij onze vrienden in Andelst en zeer voldaan hebben we de tweede nacht als roosjes geslapen in onze Vogelvlucht bedden.

Waarom ik toch niet op de Veluwe wil wonen? Ik vind het mooi, prachtig mooi, maar ik mis iets. Uiteraard de zee, maar ook mensen, activiteit, iets bruisends. In de stad word je er af en toe doodmoe van maar gedoseerd en met mate is het op z’n tijd ook heel verfrissend.

Waar kun je nu spontaan beslissen op Valentijnsdag  je man te verwennen met een balletvoorstelling en een Koreaanse maaltijd vooraf (Kimchie House, Korte Molenstraat, Den Haag, uitstekend eten)? En dat alles op fietsafstand! Dat is het grote voorrecht van de grote stad. Toch maar hier een (klein) huis gezocht!

Via Barneveld (kerk) naar Utrecht (even de kleinzoons zien) en toen weer naar de Randstad.
We zijn weer thuis.