Lang geleden en toch ook nu

18 juli zou het 45 jaar geleden zijn dat mijn oudste zus Loes trouwde met haar liefde vanaf de middelbare school, Gert. Het was die vrijdag in 1967 33 graden in de ruimte waar de receptie was, de Beukenhof in Velp. We droegen formele trouwkleding, inclusief jacquet en hoge hoed voor de mannen, waarbij ik het geluk had, als twaalfjarige puber, een mouwloze lange jurk te dragen. Genaaid door mijn tante Rie. Op de foto die ik nog heb is duidelijk dat hij niet zo mooi valt, maar ook zie ik (en herinner ik me) dat ik apetrots was, vooral dat ik aan de arm van Gert’s broer, 10 jaar of zo ouder dan ik, op de foto mocht.

Ik weet ook nog heel goed hoe ontzettend verkouden ik was. Ik durfde mijn neus niet te snuiten, dus maakte waarschijnlijk een voortdurend snottergeluid waarop mijn broer in de kerk reageerde door te zeggen dat ik mijn neus eens moest snuiten, dit tot mijn diepe vernedering. Ik voelde me weer een kleuter, terwijl ik net tot zo’n grote hoogte was geklommen aan de arm van mijn volwassen bruiloftspartner.

Veel meer herinnering dan de hitte, mijn verkoudheid en mijn eerste (legale) sigaret die dag heb ik niet. We hebben ongetwijfeld een lied gezongen, lekker gegeten en gelachen om de droge humor van de familie van Gert.

Mijn zus is midden jaren zeventig gescheiden van Gert. Pijnlijk, maar die dingen gebeuren. Gert was als een broer voor me want hij was al in de familie, als vriendje van Loes, toen ik tot bewustzijn kwam, zo rond mijn derde. Vreemde gewaarwording om dan een scheiding te ervaren. Wij bleven afzonderlijk contact houden met Gert, met wie het al enige tijd niet goed ging.

Om een lang, pijnlijk verhaal kort te houden, Gert stierf begin jaren tachtig aan een ongeluk, waarvan het sterke vermoeden bestaat dat hij bewust tot die fatale keuze kwam. Twaalf jaar later stierf mijn zus aan suïcide. Ik las die uitdrukking ergens en ik gebruik die bewust. Beiden kozen ervoor een einde aan hun leven te maken, maar wanneer je het zo zegt klinkt dat zo gewild, zo autonoom, er is geen ruimte in die woorden voor de ziekte, de boze geest, de vertwijfeling die mensen tot zoiets brengt.

Vijfenveertig jaar sinds ze trouwden, vol idealen en dromen. Vijfendertig jaar of zo sinds de scheiding, eenendertig jaar sinds het sterven van Gert, twintig jaar sinds mijn zusje stierf. De tragiek dringt zich aan je op maar is niet in woorden haast te vatten. En de jaren gaan zo ontzettend snel voorbij.

Soms doet dat voortjagen van de tijd geen recht aan levensomvattende, altijd weer onverwacht schurende en pijnlijke gebeurtenissen zoals deze. Ik heb de neiging mezelf te vermanen dat ‘het toch al zolang geleden is’ wanneer ik opeens weer terug ben bij ‘toen’ en de littekens weer trekken en opspelen.  Maar het is goed er af en toe bij stil te staan. Gemeten naar het grote wereldleed is dit klein. Maar het grote leed is alleen te delen en begrijpen wanneer je het kleine leed mag voelen.

Trouwens wie ben ik om dit klein leed te noemen? Is er iets ergers dan je kind verliezen op deze manier? De beide moeders hebben hun kinderen jaren overleefd en hun verdriet gedragen als gelovige vrouwen doen. In hun zwakheid hun kracht gezocht bij God. Mijn moeder sprak er weinig over tot aan het einde van haar leven de blokkades wegvielen door dementie. Eigenlijk heeft ze toen voor het eerst echt gerouwd. Maar door de dementie bleef ze erin hangen, steeds weer kwamen de tranen en de het gemis. Tot, ‘dankzij’ diezelfde afschuwelijke ziekte, ook de herinnering aan Loesje (zoals mijn moeder haar noemde) vervaagde.

Tijdens haar begrafenis zongen we de psalmen en liederen die ze zelf had uitgezocht toen ze nog helder was. Niet één klaagpsalm, merkte de predikant op. Terwijl er toch genoeg reden tot klagen was. We zongen haar psalmen en liederen van verlangen. “Oh God, Gij weet hoe ik begeer, bij U te wonen in Uw hoven”. “Wien heb ik nevens u omhoog?”

Het is hoop en verlangen. Troost bij de God van Jacob, die ook de God van mijn moeder was, als het weer even pijn doet.

Jetlag

Er zit iets in mijn hoofd waarvan ik vermoed dat het in elk geval mijn hersenen zijn waarmee ik in een vorig leven kon denken.

Erom heen zit echter een soort rubberen laag die maakt dat gedachtes, voor zover die er zijn, traag en moeilijk te vatten zijn.

Mijn lijf voelt aan alsof ik in de laatste twee dagen 100 kilo zwaarder geworden ben. En mijn benen zijn zwak en willen niet.

Eigenlijk wil dit hele lichaam alleen maar plat liggen, met gesloten ogen en een zacht muziekje op de achtergrond tot de alles omarmende zoete sluimering mij weer bevangt en meevoert naar het rijk der slapenden.

Reizen is fijn, thuiskomen beter, maar jetlag is erg.

Back to the US of A – Nog tien dagen Boston, Massachusetts

De hitte is ons gevolgd. Liepen wij in Chicago al te puffen en dag of wat geleden, in Boston is het pas vandaag voor het eerst heet. Dik boven de 30 gr. gelijk. Net als in Nederland is het hier in New England vaak of te koud of te warm. Ik ben zeer dankbaar voor alle airco hier, anders zou ik het niet overleven. Mijn smeltniveau ligt rond de 25 gr.

Zwemmen in Manchester, echtgenoot in het midden, het is KOUD..

De echte trip is afgerond. Maandagavond hebben we hier in Boston de auto ingeleverd. 4000 mijl gereden. Veel dus. Maar met zeer veel plezier en zonder grote problemen, behalve veroorzaakt door onszelf door te vallen en dat soort gedoe.

Nu nog tot volgende week vrijdag logeren bij de in-laws. Schoonvader van 84 en -moeder van 90. Beiden nog gezond, hoewel schoonmoeder wat moeilijk ter been is. Ze heeft na lang aandringen een rolstoel geaccepteerd om wat meer bewegingsmogelijkheid te creëren voor haar man. Chris is nog sterk genoeg om haar te duwen en zo kunnen ze samen naar buiten voor een wandeling in de buurt. En zelfs in de rolstoel ziet ze er nog uit als een beautiful lady!

Het echte uitgaan (film, muziek en theater) gebeurt met de auto, dat is (nog) geen probleem. Alles in Amerika is ingericht op bereikbaarheid per auto, wat voor mensen die slecht ter been zijn erg nuttig is. Wie wil wandelen met een rolstoel heeft het moeilijker. Het plaveisel is oneffen en de stoepen meestal hoog. Behalve in hele bijzondere buurten waar soms aanpassingen zijn.

Nee, Amerika blijft een autoland en dat is begrijpelijk, gezien de afstanden. Wel zie je wat meer mensen fietsen, meestal met gevaar voor eigen leven, maar er verschijnen hier en daar ook fietsroutes. En dus zie je ook steeds meer fietswinkels. Met schitterende fietsen.

Over auto’s en fietsen gesproken, ik heb nu door het land heen verschillende termen gezien voor tweedehands. Tweedehands auto’s doen het hier nog steeds niet erg goed. Ze heten dan ook niet tweedehands of gebruikt, maar ‘pre-owned’, een mooi verhullend woord, zoals er zoveel bestaan in Amerika.

‘Consignment stores’, is een andere manier van benoemen van tweedehands winkels. Ik kan me herinneren dat de Kringloopwinkels ook met dat principe werkten in het begin. Je kon er spullen brengen en ze te koop aanbieden. Een percentage van de verkoop was voor de Kringloop. Tegenwoordig moet je alles afgeven en krijg je er noppes voor. Maar Marktplaats is de enige manier om gebruikte spullen aan te bieden. Zo’n ‘assignment’ winkel is veel leuker, omdat je er kunt rondlopen.

Veel tweedehands kledingwinkels werken nog wel met het percentage principe. Ik heb hier hele mooie winkels gezien met goeie meubels en andere woonaccessoires met hele leuke prijzen. En zeker geen Kringloop sfeer. Misschien met de huidige economie wel weer een goed idee voor Nederland?

Back to the US of A – De Batteaus in Illinois

Daar waren we dan. In een strip ergens in Marion, Ill. met alleen maar fastfood restaurants, benzinestations, garages en motels om ons heen. Maar we waren hier gekomen met een specifieke reden. Het uit neonlichten en asfalt bestaande Marion was de dichtsbijzijnde plek bij Energy, Ill. Een gat van niks, met honderden boerderijen erom heen. Mooi landschap, groen, golvend en bosrijk. Grote, gouden tarwevelden en grote oppervlaktes met mais. Hier in deze buurt is mijn al lang geleden overleden (1967) schoonvader geboren en getogen.

We hebben afgesproken in de First Baptist Church in Energy. Tot 1945 heette het stadje Fordville. De achterneef van mijn echtgenoot, Bill Batteau (hun grootvaders waren broers) ontmoet ons daar. Samen met de predikant Yoe, die net ontslagen is uit het ziekenhuis en er nog wat pips uitziet, maar ons niettemin vriendelijk ontvangt en rondleidt. Hij heeft een baardje van een paar dagen, wit, lang haar en draagt een felblauwe bloes met het logo van de kerk en op zijn linkerborst het woord ‘Jesus’, in de bekende Ichthus visvorm. Ik wil ook zo’n bloes voor Kim.

We zijn nu in de kerk waar de opa van mijn echtgenoot voorganger was van 1930-1940. Reverend Henry Westbrook Batteau, staat er op de foto die aan de muur hangt, temidden van portretten van alle voorgangers uit het verleden. Harry Batteau, zoals zijn familie en vrienden hem noemden, stierf jong, hij was 52 jaar. In 1942 staat er op de grafsteen die we later op het kerkhof vinden. Net als Kim’s vader, die op 51 jarige leeftijd stierf. Dezelfde leeftijd waarop Kim ontdekte dat hij extreem hoge bloeddruk had. Zou er verband zijn?

Opa Batteau heeft zijn kleinkinderen nooit kunnen ontmoeten om de simpele reden dat hij al gestorven was toen de eerste geboren werd, in 1946. Oma Batteau hertrouwde en de kleinkinderen schreven wel brieven, maar hebben haar nooit onmoet. Ze stierf in 1966. Om de een of andere reden had Wayne Batteau, mijn schoonvader, het contact met zijn ouders verbroken. Waarom? We kunnen er alleen maar naar gissen. Hij trouwde met zijn eerste liefde op zijn 19e, kreeg een dochter (Judy) en is toen gescheiden. In het streng christelijke milieu waarin hij opgroeide werd dat waarschijnlijk niet geaccepteerd. Was dat de reden voor de breuk?

Hoe dan ook, er is veel wat we (nog) niet weten. Opa Batteau was postbode en verdiende zo zijn boterham. Wanneer en hoe voelde hij de roeping ook voorganger te worden? En heeft hij ook een Bijbelschool bezocht? Waar en welke? Of was dat nog niet gebruikelijk toen?

Iemand in de kerk heeft alle oude papieren goed gearchiveerd. Op Amerikaanse wijze. Er liggen in een vergaderruimte 7 of 8 ordners, met om de kaft een hoes van witte stof met ruches. Per 10 jaar zitten daarin, in plastic hoezen, alle foto’s, jaaroverzichten enz. van de kerk. De kerk werd gesticht in 1910 als ik me goed herinner. En in het boek zit keurig van alles wat met de periode Batteau (1930-1940) te maken heeft. Geweldig, zo’n eenvoudig en toegankelijk archief.

Onder de leiding van Harry Batteau werd alles officiëler en meer volgens de voorschriften van de Baptist Union opgezet. Het zondagschoolwerk werd op poten gezet. Uit de papieren lijkt het dat hij een goeie organisator was. “During the pastorate of Rev. H.W. Batteau, the church reached the requirements of the General Standard of Excellence for Sunday School work, The enthousiasm of the members caused the church to grow from 90 in 1929, to 189 in 1937. A Sunday School enrollment of 200 was reported.” Uit de archieven van de First Baptist Church, Energy.

Wat me zo blijft verbazen dat we hier niets van wisten, tot nu toe. Grandma Batteau hertrouwde, maar ze moet toch veel gedacht hebben aan en gebeden voor haar zoon en zes kleinkinderen.

We zien een paar foto’s van kerkuitjes waarop ook Kim’s vader als tiener te zien is. We krijgen copieën, maar eigenlijk moeten ze gescand, of digitaal gecopieerd. Energy bestaat echter ook alleen maar uit gewone huizen, garages en benzinepompen. Winkeles kunnen we er niet ontdekken. We laten het maar even zo. De dominee is hulpvaardig, maar ziet er nog zo broos uit. We willen hem geen stress bezorgen.

Met Bill gaan we naar het kerkhof en zien de grafstenen van Grandpa en Grandma Batteau (later Gaither) naast elkaar. Ik weet zeker dat ze apetrots op hun kleinzoon geweest zouden zijn!

We zijn al met al weer een stapje dichter bij opa Batteau en daarmee ook bij Wayne, Kim’s vader. De volgende dag rijden we naar zijn geboortestad, West Frankfort.

Back to the US of A – Down and out in Super 8, maar eerst nog even St. Louis, Miss.

St. Louis, Missouri heeft vele waardevolle dingen om te bezichtigen. Musea, botanische tuinen, antiekmalls, en nog veel meer, maar mijn echtgenoot wilde heel graag de theologische opleiding van de Lutherse kerk, Missouri Synod, bezoeken en indien mogelijk met iemand praten over contacten in de toekomst. Mijn echtgenoot is een voorvechter van  contacten, over kerkelijke grenzen heen, waar mogelijk. Calvinisten, Lutheranen, Katholieken, laten we zoeken naar wat ons bindt in Jezus Christus op basis van Gods Woord, voor we de verschillen benadrukken. Ik hou van die benadering.

Omdat we niet veel tijd hadden besloot ik mee te rijden en in de buurt van Concordia Seminary iets te zoeken waar ik met een kop koffie een poosje kon lezen of zo. Maar we werden zo uiterst gastvrij ontvangen door de academic dean van de opleiding, Andrew Bartelt, dat ik ben gebleven. Hij gaf ons een tour over de prachtige campus (1926) van de opleiding, bood ons een lunch aan in de ‘cafetaria’ van de school en liet ons kennismaken met verschillende proffen en docenten.

Opnieuw een kennismaking met de geschiedenis van Duitse immigranten, nu de Lutherse in de 19e eeuw, waarbij de Lutherse en Gereformeerde kerken in sommige delen van Duitsland gedwongen werden tot een fusie. Eerder in Rapid City ontmoetten we de nazaten van Gereformeerde Duitsers die wegvluchten uit Duitsland vanwege economische omstandigheden.

Het was een ontzettend leuk bezoek, de spreekwoordelijke Amerikaanse gastvrijheid was weldadig. Op tijd namen we afscheid om naar West Frankfurt, Illinois te rijden, om eigen geschiedenis te zoeken.

En toen schoot dat ene spiertje of botje in echtgenoot zijn rug de verkeerde kant op. Pijn, nog meer pijn en toen was het zover.. mijn arme man kon geen kant meer op…Samen hebben we
hem met veel moeite in de auto geschoven en toen ben ik maar gaan rijden. Richting ons hotel in Marion, wat helaas dit keer een Super 8 was, min of meer op het parkeerterrein van een McDonald, met een slechtwerkende Airco en vrachtwagens die gerepareerd werden bij de 24 – uur garage, ook net onder ons raam. Oh wat een nacht hadden we toen…

Het loopt beter af, gelukkig. In ieder geval waren we nu in Illinois.

 

De volgende dag zouden we Bill Batteau ontmoeten, een achterneef van mijn echtgenoot, die ons naar de kerk zou brengen waar Kim’s grootvader voorganger was geweest tot 1942. Henry Westbrook Batteau, in de First Baptist Church in Energy Illinois.

 

Back to the US of A – St. Louis, Missouri 1

Bij St. Louis komen de rivieren Mississippi en de Missouri samen, Twee machtige rivieren die het land doorsnijden, de Missouri vanuit het westen, richting het oosten en de Mississippi vanuit het Noordwesten in zuidelijke richting worden één grote rivier: de Mississippi, die naar het zuiden stroomt en uitmondt in de Golf van Mexico bij New Orleans,

Hier, in wat wel de meest westerse stad in het oosten wordt genoemd zijn we nu twee dagen. Van het ‘platteland’ zijn we weer in de grote stad aangeland. Rijdend door Kansas merkten we al aan de toename van het verkeer en de dichtere bebouwing dat we het oosten naderden. Vanouds het dichtst bevolkte deel van Amerika. Bij St. Louis begon het Wilde Westen, de grote prairievlaktes en de gevaarlijke tochten van de kolonisten. Als symbool daarvoor staat er in St. Louis een gigantische (uiteraard..) zilverkleurige poort, als venster naar het Westen.

vanuit de auto, The Arch

Ergens las ik dat het contrast voor ons niet meer voor te stellen is omdat ook het westen van de VS nu bewerkt, beplant en bebost is door menselijk ingrijpen. Maar in de eerste helft van de 18e eeuw was er niets. Vanuit het dichtbeboste oosten keek men een niemandsland in. Kolonisten hadden geleerd om te overleven door het gebruik van hout (voor warmte en huisvesting), water en land. Maar hier in het westen vielen twee van de drie weg. Alleen land bleef over. Ook nog bevolkt met zeer vijandige indianenstammen die de blanke mensen liever dood dan levend zagen.

Die pioniers moeten mannen en vrouwen van staal geweest zijn. Ik begrijp iets meer van de grote vrijheidsdrang van dit volk, wanneer je het landschap ziet, de enorme gebieden die men tot zijn beschikking heeft en ik me realiseer dat de genen van zulke pioniers in hun bloed gieren.

Amerikanen zijn aanpakkers, doorzetters, actief, pragmatisch, ‘kom op, niet praten maar doen!’ers. En dat moet  natuurlijk ook met die geschiedenis te maken hebben.

Vandaag waren we in de kerk en zagen we er iets van terug. Een Presbyterian Church in America. Op internet gevonden en de naam en missie sprak ons aan:  New City Church, een kerk met een missie voor de stad St. Louis. Vanuit de liefde en verzoening die Jezus voor ons heeft bewerkt verzoening bewerkstelligen tussen de rassen, mn tussen de blanke en  afro-Amerikaanse bevolking. Inmiddels zijn er leden met 20 verschillende etnische achtergronden. Een tweede missie is het bijstaan van de arme bevolking in bepaalde wijken in St. Louis. Zeg maar Kanaleneiland of de Bijlmer.

In 1996 is een groep gestart met kleine projecten als het doen van klusjes voor weduwen en alleenstaande moeders. Inmiddels is er een kerkgemeenschap van rond de 200 toegewijde mensen. En heeft men zich georganiseerd in verschillende maatschappelijke, dienstverlenende takken. Veel wordt gedaan voor kwetsbare groepen als de jeugd, tienermoeders, alleenstaande moeders met tig kinderen van verschillende vaders. Ook afkick hulp en naschoolse opvang en vakantiekampen waar jongeren het nuttige met het aangename kunnen verenigen: Van klussen in de buurt, zoals verven, tuinieren tot programma’s waar ze kunnen leren voegen in de bouw.

Een andere groep die men probeert te helpen zijn vrouwen die het slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting en exploitatie.

Kijk maar eens op hun site. Het is een combinatie van Stichting Present, Hip, Stichting de Haven in Den Haag enzovoort. Deze kerk heeft een aparte stichting opgericht Restore St. Louis, waarin alles gebundeld is, Daarin werken ze ook samen met andere kerken en christelijke organisaties en bedrijven, en maken gebruik  van elkaars kracht en voorzieningen.  Vooral de coördinatie en het door en door christelijke (Jezus Christus kan werkelijk verandering brengen) karakter vond ik Inspirerend! Tegelijkertijd was men erg nuchter. Hel lijkt mooi en idealistisch maar het is hard werken en steeds weer teleurstellingen incasseren. ‘Maar ook dat is onderdeel van de weg die God met ons gaat, zo leren we afhankelijk te blijven van Jezus Christus zelf en niet van onze organisatie” aldus een van de oudelringen   bij wie we lunchten met een stel scholieren.

Een andere week

Parelpad 's ochtendsvroeg

En dan loopt een week totaal anders dan je in je agenda had gepland. Sta ik maandagmiddag opeens te poetsen in het nieuwe huisje van dochter Suzy in Den Haag, na, omdat we er toch waren, een vriendin te hebben opgezocht. We eten bij Havana omdat alles verder dicht is waar we liever wilden eten. (Ben niet zo gek op Cubaans/Mexicaans eten).

En dan zijn we ’s avonds op rouwbezoek bij Michael en Manon die net hun kindje zijn kwijtgeraakt na ernstige complicaties bij de bevalling. We mogen het jongetje zien, een prachtig kindje, 9 pond en 58 cm groot. Volgroeid en ongeschonden. Alleen in het koppie was het ernstig mis.

De ouders zijn verslagen en tegelijk moedig en nuchter. Hun oudere zoontje van bijna drie loopt rond en voor hem moeten en willen ze er zijn. Niet het verdriet verzwijgen, maar ook niet laten overheersen. Het jochie begrijpt er natuurlijk niets van. Er zou een broertje komen met wie hij kon gaan voetballen, maar nu? De ouders hebben hem verteld dat het broertje te veel pijn had en dat de Here Jezus dat niet wilde. Nu mag hij voetballen met Jezus. Zo hoop je de driejarige toch te troosten. En jezelf.

Vanmorgen wilde ik de zon en de kou voelen in mijn gezicht. Ik heb gewandeld en de krakend frisse vrieskou was weldadig. Toen heb ik mezelf getrakteerd op een paar uur bibliotheek in Utrecht. Wat boeken gepakt en met een kop koffie erbij geboeid zitten lezen over de 19e eeuw. De tijd van mijn (over)grootouders in Schiedam en Rotterdam. Een tijd van armoede voor hen en hard werken. Van grote gezinnen en ziekte en sterven van kind op kind. Door slecht water. Door bij gebrek aan borstvoeding ander eten te geven waar de baby’s niet tegen konden. Door griep, door koorts. Wat een misere.

Hoe anders kijk je tegen de wereld aan wanneer honger, ziekte en dood zo dichtbij zijn. Zonder aspirine, sinaspril en antibiotica.

Op de terugweg heb ik weer genoten van het heldere weer, maar de wind was toegenomen en in de schaduw was het ijzig koud. In de tram oefende ik nog wat met het gedicht wat ik als opdracht heb voor mijn schrijfcursus. Het moet gaan over mijn supermarkt. Ik krijg maar moeilijk inspiratie als ik aan de Jumbo denk.

Vrijdag wordt Tristan begraven. Daarom spaar ik mijn energie nog maar wat.

Gedicht van Tjitske Jansen

ALS IEMAND MIJ NOU MAAR

Als iemand mij nou maar
had opgeraapt
en in zijn zak gestopt
en daar gelaten had,
dat af en toe een hand mij vond,
voelde hoe zacht ik was
en dan weer losliet.
Of op de vensterbank gelegd,
op ’t nachtkastje,
in een rommeldoos.
De keukenla!
Ik heb nog nooit een reis gemaakt,
ik moest zo nodig wortel schieten.
Als iemand mij nou maar had opgeraapt,
er was niets aan de hand geweest,
ik was kastanjebruin geweest,
ik had geglansd, geglansd,
wat later was ik wat gaan rimpelen,
en dan, nou ja, maar nu,
nu moet ik onvrijwillig transformeren
en niet zo’n beetje ook.
En steeds als ik zo ongeveer
gewend ben aan mijn nieuwe vorm,
steeds als ik zo min of meer
geaccepteerd heb
dat ik ben zoals ik ben,
dan ben ik alweer anders.
En als het nu zo was dat ik gekozen had
om zo te zijn, dat ik het wilde:
steeds een ring erbij,
zoveel soortgenoten aan mijn takken
in hun veilig stekelhuis,
zo anders dan ikzelf,
maar wat weet ik het nog goed.

Ik heb het opgegeven
te zijn zoals ik ben.
Ik groei maar mee
met wie ik worden zal.
Af en toe hoor ik
Dat iemand zegt
Hoe mooi ik ben.
In mijn schaduw
gebeuren dingen
die de moeite waard zijn.

————————————————-
uit: ‘Het moest maar eens gaan sneeuwen’, 2003.

Tjitske Jansen

Last en lust

niet mijn poes, wel treffend voor mijn gemoedstoestand

Een weblog hebben en onderhouden is een lust. Anders begin je er niet aan. Denk ik.
Anders denk ik wanneer er een virus in mijn lijf zit, ik nergens zin in heb en eigenlijk het liefst lusteloos op de bank hang. Dan denk ik aan mijn blog, waar ik al té lang niets op gepubliceerd heb en ik voel me zo mogelijk nog meer landerig en ellendig.

Vanaf vandaag hoop ik op betere tijden. Ik las namelijk dat negatieve emoties tot betere prestaties leiden, volgens psycholoog Henk Steenbergen. Hij heeft er onderzoek naar gedaan en promoveert er 17 januari op.

Mijn toestand valt toch wel onder de negatieve emoties vind ik (nergens zin in, waarom zou ik schrijven..enzovoort.). Welaan, wie in die gemoedstoestand gaat presteren blijkt veel alerter en tot betere prestaties te komen. Dit wordt een juweel van een blog!
Ik heb dus al een paar weken bij vlagen last van een virus, dat me moe, misselijk en miserabel maakt. Ik begrijp dat er meer mensen mee kampen. Dat helpt altijd wel, vind ik, anders vraag je je na een tijdje af of je iets anders onder de leden hebt. Het schijnt met het zachte weer te maken te hebben. Alle slechte virussen en bacteriën gedijen in dat miezerige, zachte, grijs druilerige weer. Daar zijn het ook van die nare beesten voor, want wie kan zich daar nu senang in voelen?

Vandaag op de fiets gestapt en diep ademhalend de koude lucht ingezogen in de hoop dat het van binnen inmiddels een slachtveld is.

Tienduizenden Christenen in werkkampen in Noord-Korea

Open Doors Gebedsnieuws

19 december 2011

Noord-Korea: Gebed gevraagd voor Noord-Korea na overlijden Kim Jong-Il

 Afgelopen zaterdag overleed de ‘Geliefde Leider’ van Noord-Korea.  Kim Jong-Il regeerde met ijzeren vuist over het Noord-Koreaanse volk. De concentratiekampen groeiden onder zijn bewind. Christenen hadden het extra zwaar te verduren. In de vele kampen zitten tussen de 50.000 tot 70.000 christenen gevangen.

Satelietfoto op de site van Amnesty International

De verwachting is dat met de dood van Kim Jong-Il de situatie voor christenen verslechtert. De jongste zoon van de overleden leider, Kim Jong-Un, is zo’n anderhalf jaar officieel de rechterhand van zijn vader. Sinds zijn betrokkenheid is de vervolging alleen maar toegenomen. Kim Jong-Il’s opvolger wordt gevreesd voor zijn beleid. “Er zijn meer huisinvallen en er worden meer spionnen getraind om te infiltreren in de netwerken van mensenrechtenactivisten en van christenen”, vertelt Open Doors-woordvoerder Jan Vermeer.

Volgens bronnen in Noord-Korea heeft het land direct zichzelf volledig afgesloten. De grenzen zijn dicht en zelfs de gedoogde zwarte markten zijn verboden. Overal zijn agenten op straat. Het geluid van luid wenende mensen schijnt overal te horen te zijn.

We willen u oproepen om te bidden voor de christenen in Noord-Korea. Nu een nieuwe leider opstaat en de toekomst er voor christenen niet op vooruit lijkt te gaan, is gebed een krachtig wapen. Juist nu kan gebed het verschil maken in de harten van de Noord-Koreanen.

  • Bid dat God de harten van de leiders verandert zodat Noord-Korea zal veranderen.
  • Bid voor de vele Noord-Koreaanse christenen die bang zijn voor het regime van Kim Jong-Un.
  • Bid om bescherming en kracht voor de Noord-Koreaanse Kerk.