Verpletterend wereldnieuws

Ik worstel (net als iedereen, denk ik) met de stroom aan berichten uit een wereld waarin het lijkt of de ene, sterkere, helft zich tot doel heeft gesteld, de andere, zwakkere, helft van de bevolking uit te moorden. Of ten minste het leven zo zuur en verschrikkelijk mogelijk te maken.

Die zwakkere helft bestaat uit de burgers, de vrouwen, de kinderen en ouden van dagen. Kwetsbaren. Zieken, gehandicapten en stervenden. Dit maakt de andere helft niet uit. Het gaat om grotere doelen als macht, veronderstelde veiligheid, bezit, uitbreiding van grondgebied.

Zijn er oorlogen die te rechtvaardigen zijn, vraag ik me af? Op papier in elk geval wel. Een land dat aangevallen wordt mag zich verdedigen. Dat lijkt me logisch. Maar tot welke prijs? Waar en wanneer vraagt gerechtvaardigd verzet een te hoge prijs aan doden en verminkten? Waar ontaardt zelfs rechtvaardig verzet in wraak en wreed geweld?

Ik las de biografie over Willem van Oranje. Van René van Stipriaan. Daar komt de 80 jarige oorlog in de 16e en 17e eeuw in Nederland natuurlijk uitvoerig ter sprake. Een voorbeeld van rechtvaardig verzet tegen een wreed en dictatoriaal bewind van Spanje. Met de geuzen als verzetshelden. Maar de auteur beschrijft ook hoe uiterst wreed sommige van die geuzen en legerleiders tekeer gingen, vaak tegen de wens van Oranje. Hoe moeilijk dat grove geweld in de hand te houden viel. Geweld lijkt een eigen leven te gaan leiden in oorlogssituaties.

Geert Mak beschrijft in Europa (geschiedenis van de 20e eeuw), dat ik opnieuw aan het lezen ben, hoe kwaadaardige leiders een volk kunnen meeslepen in hun hang naar macht en vergelding. Onderliggende ontevredenheid over economische omstandigheden, het gevoel achteruit gesteld te worden, wakker het aan vanuit de overheid en je hebt rellen, ellende en oorlog. Zie de rellen van afgelopen zaterdag in Den Haag.

Ik ben geen pacifist. Ik geloof dat er momenten en situaties zijn waarin geweld, als uiterste redmiddel ingezet moet worden. Wij kuñnen als mensen niet een staat van volledige harmonie bereiken omdat, dat is mijn overtuiging, ons eigen hart geneigd is om ruzie te zoeken en ons gelijk te halen. Oorlog in het klein, zeg maar. (Maar misschien is mijn idee van het pacifisme niet helemaal juist. Daar moet ik mijn dochter nog eens goed naar vragen).

Geen pacifist dus. Maar wat ben ik dan wel? Daar worstel ik mee. Natuurlijk wil ik vrede, samen met de honderdduizenden mensen die nu gedood, verkracht, verwond worden of honger lijden. Met de moeders die man en zonen kwijtraken. Maar hoe bevecht je kwade krachten? Kan dat echt alleen met zachte krachten? Met geweldloos verzet? Zoals Ghandi, of Martin Luther King Jr.

In Korea werden we weer bepaald bij het lijden van het Koreaanse volk onder de Japanse bezetting van 1905-1945. Veertig jaar zuchtte het land onder het regime van de wrede Japanse overheid. De Koreaanse taal werd verboden. Iedereen moest buigen voor de shinto god, in wie de Japanse keizer aanbeden werd. Wie zich verzette kon op de doodstraf rekenen. In 1920 werden christenen ( die weigerden de keizer te aanbidden) opgesloten in een kerk, die vervolgens in brand werd gezet. Hartverscheurend. Een jonge studente, meisje nog van 18, organiseerde een protestmars ter ondersteuning van de Onafhankelijkheid Verklaring. De Japanners arresteerden haar en schoten op de menigte. Haar ouders kwamen daarbij om. In de gevangenis bleef ze zich verzetten. Schreeuwde voortdurend dat Korea zou overwinnen, en weigerde te eten. Uiteindelijk is ze veroordeeld en gedood.

Een lied gecomponeerd naar aanleiding van het verblijf in de gevangenis van deze nationale volksheldin. Het kinderkoor zingt ‘Korea zal leven!’

Ik bewonder haar strijd en haar moed. Ze zweeg niet. Ook al had haar verzet geen impact in het moment, na honderd jaar klinkt haar stem nog steeds.

Gwan Sun ju, de studente die met vele anderen demonstreerde.

Ik zwijg nog wel. Uit machteloosheid. Uit een gevoel van ‘wat maakt het uit of ik wat zeg of niet’. De vraagstukken zijn ingewikkeld. Raken gevoelige snaren. Veroordeel je het een, keur je dan automatisch het andere goed? Het debat is vaak zo zwart/wit. Voor of tegen. Ik ben iemand die tijd nodig heeft om een standpunt te bepalen. En kom dan vaak ergens uit in het grijze gebied. Of zoals een aantal Joodse en Palestijnse denkers ( Natasja van Weezel, Sinan Can, Jair Sanders) het liever noemen ‘Het Radicale Midden’. Alleen door naar verzoening te streven is er een mate van vrede te bereiken. Het leed aan beide kanten benoemen. Ik denk dan aan Nelson Mandela, die geen vergelding wilde voor wat de zwarte bevolking in Zuid-Afrika tijdens de Apartheid was aangedaan.

Maar hoe breng je dit in de praktijk? In onze samenleving die al zo gepolariseerd is. In Israel waar vergelding het enige streven lijkt. In Oekraïne waar men opeens geconfronteerd werd met een buur die hun land inpikt. In Sudan, waar de rebellengroepen en regeringslegers via onschuldige burgers hun machtsspel uitvechten, met verschrikkelijke gevolgen. Het maakt een mens moedeloos. Zijn nog meer wapens, nog meer geweld het enige antwoord?

In een volgend blog, wil ik verder denken. Er is in de loop van de geschiedenis best veel nagedacht over vrede en oorlog. Ook christenen door de eeuwen heen schreven erover. Heeft de bijbel er iets over te zeggen? Heb je een vraag of tip? Je kunt reageren op mijn blog. Je kunt ook mailen naar margreet.batteau at gmail.com

Het weer is niet alles, maar ook niet niks

Klagen mag niet. Er zijn veel ergere dingen in de wereld dan een beetje regen. Er zijn hele gebieden op aarde waar ze smachten naar water. En kom op, van een beetje regen is nog nooit iemand overleden. Kijk maar naar de mooie wolkenluchten en geniet van alle weersoorten. Hitte is toch ook niet alles? Nu doe je tenminste nog wat.

Heb ik ze allemaal gehad? De opmerkingen van de optimisten die in alles wel een zonnestraaltje ontdekken? Die bij iedere grijze wolk en na iedere regenbui zeggen: dat hebben we gehad, wat nu valt kan straks niet meer vallen en weer opgewekt aan een nieuwe kruiswoordpuzzel beginnen onder het druppelende afdak van hun voortent.

Mijn zon-doorbakken lijf en ziel kon heel wat grijs weer en regen aan bij terugkomst van een fantastische reis door de VS. En ik ben ook niet van de tropische temperaturen. Maar wat is buiten eten heerlijk, een koud glas witte wijn in de tuin op een warme avond plezierig en de vrolijke sferen van een zomerdag verheffend voor je ziel en lichaam.

Verschillende van mijn vriendinnen lijden eronder dat ze niet in de tuin kunnen werken, waardoor ze een goedkope en gezonde vorm van therapie mislopen. Hun piekerende hoofden vinden rust bij het loswoelen van de aarde en zorgvuldig verwijderen van onkruid. Alles in het leven moet je loslaten, alles loopt anders dan je hoopte of verwachtte, maar op dit kleine plekje grond heb jij (even) overzicht en rust. En met het werken in de zwarte grond is het of je woelende gedachten via je handen daar achterblijven. Even vrede in je hoofd.

Calvijn noemde bidden een vorm van tuinieren. Spitten, graven, woelen. Naar iets dat onder de grond bewaard ligt en dat je vinden kunt, schatten die God daar heeft voor ons. Zelf tuinierster én bidder heeft dat beeld me altijd aangesproken. Tuinieren en bidden kan helend zijn, maar ook zwaar of niet mogelijk. Hoe kan je tuinieren als je je arm breekt, hoe kan je bidden als je hart zwaar is en je hoofd vol?

Misschien is dit wel het antwoord van God: die rust in het wieden van onkruid wanneer het rechtstreekse gebed niet wil. De schat die Hij voor ons heeft, verstopt in de natte, naar zoete schimmel ruikende, rijke aarde. Het is bidden met je handen en ontvangen in je ziel tegelijk.

Dat het toch maar even zomer worden mag.