Black dog – Depressie 1

Ik kijk naar het pilletje in mijn hand. Een wit pilletje, met een gleufje. Het is 20 mg.Paroxetine. Dat is het werkzame bestanddeel van Seroxat, een antidepressivum. Het is de helft van de dosis die ik gebruikte. Drie maanden heb ik er over gedaan om een pilletje te minderen. Van 40 mg naar 20 mg. Met kruimels per dag probeerde ik heel geleidelijk af te bouwen. Het leek goed te gaan.

Nu neem ik , weliswaar na rijp beraad, in 1 keer weer dat 2e pilletje in. Maanden werk voor niets. Ik voel me er een beetje verslagen bij.

Ik neem een ander pilletje uit de verpakking. Ditmaal 500 mg metformine. Iets groter, ook wit, met een nummer. Het is een medicijn tegen diabetes. Sinds vorig jaar april heb ik die volksziekte. Tegen die kwaal gebruik ik ook twee keer per dag een pil. Met goed resultaat.

Waarom voelt het slikken van Paroxetine nu zo anders dan het gebruik van diabetes medicijnen? Is een depressie ook niet puur fysiologisch? Zo wordt het vaak voorgesteld tegenwoordig. Je mist bepaalde stofjes en daarom…

En toch wil je daar niet aan. Er blijft altijd een twijfel knagen dat je misschien toch door zus of zo te handelen, te denken, door dit niet en dat wel te doen, er een definitieve kentering kan komen. Anderen kunnen toch ook zonder?

Zo wordt mijn geloofsbeleving enorm gehinderd door de depressieve periodes. Twijfels slaan toe. Ik weet dat dit een gevolg is van de stoornis in mijn gevoelsleven. Maar ook dat is heel moeilijk te aanvaarden. Vooral tijdens de depressie cirkelen je gedachtes maar rond dat wat er niet is, wat er wel zou “moeten” zijn. De ervaring van verlies zoals van Buuren dat noemt. Ik schreef daarover in mijn vorige blog.

Het piekeren en malen is zo overduidelijk een symptoom van de depressie. Het kost paardenkracht om er als het ware boven te staan en je niet mee te laten sleuren in die draaikolk van gedachtes, die maar koortsachtig zoeken naar een “verklaring”.

Nog geen minuut heb ik gespendeerd aan het trachten te begrijpen waarom de insuline in mijn lichaam minder effectief is geworden zodat het bloedsuikerpeil niet op een natuurlijke wijze geregeld wordt. Het zit in mijn familie. Dat verklaart veel. Ik word ouder en het is een genetische aanleg. Daar heb ik vrede bij. Verder doe ik mijn best gezond te leven.

Maar de depressie is een ander verhaal om de een of andere reden. Die ligt aan mij. Terwijl ook die familiaal is. Maar ik wil helemaal niet op mijn familie lijken daarin! Diabetes, so what, vervelend maar geen stigma. Depressie, vele malen vervelender (eufemisme), ondragelijk en een stigma.