Ik heb altijd al eens in een tijdmachine willen zitten. Als ik erover las als kind, of op tv een programma zag, leek me dat fantastisch om mee te maken! Je stapt in zo’n kastje en opeens werd je meegevoerd naar de middeleeuwen of het Romeinse rijk. Want ik wilde ik het liefst naar het verleden.
Nu we hier in Korea zijn,voelt het af en toe alsof ik via zo’n apparaat veertig jaar niet naar het verleden, maar de toekomst in geslingerd ben. Van de tachtiger jaren in de vorige eeuw naar nu.
Jaren tachtig
Wij woonden toen in een Korea dat nog een ontwikkelingsland was. Er werd keihard gewerkt aan vooruitgang, economisch en anderszins. Maar er heerste armoede en de ontwikkeling van het gewone dagelijkse leven lag op het niveau van een Nederland van pakweg de jaren vijftig. We brandden kolen voor verwarming, heet water om te douchen was er niet. Op de kolenkachels stonden immer grote ketels met water te stomen. Voor de was of als drinkwater, want kraanwater kon je niet drinken. Voor de afwas kookte je een keteltje water extra. Wasmachines waren nauwelijks te krijgen en wat er was, was flut. (Onze hulp vond het maar niets en waste trouw alles met de hand.) We kookten op butagas; zaten in de winter, als het maar even vroor, vaak zonder water door kapotte leidingen en in de zomer was het bloedheet in huis. Oh, en auto’s waren er echt alleen voor de rijken. Alles deed je met de bus of een taxi.
2025
En nu? Korea is in veel opzichten Nederland voorbij gestreefd. Niet altijd ten goede. Het energieverbruik is hoog doordat bijna overal airco is; de luchtvervuiling is ernstig door de vele auto’s; fietsen doet men niet omdat de wegen er niet op ingericht zijn, en omdat het niet lekker fietst met de steile wegen. Het openbaar vervoer is erg goed. Overal rijden bussen en sneltreinen gaan door het hele land, en het is zeer betaalbaar. Dat laatste was al zo in de jaren tachtig, maar is onveranderd gebleven, ondanks de toename van het autobezit. En op het gebied van de digitale snelweg is het hier een walhalla. Voor buitenlanders soms niet, maar goed, dat komt wel. Bijna alles is gedigitaliseerd op de stations en in de winkels.
Een halve eeuw
Wij woonden hier dus in een armere periode en in onze herinnering is dat nog steeds Korea. We zoeken naar ons vertrouwde spullen en we gebruiken taal die in onze tijd normaal was. Maar de spullen zijn vervangen door moderne elektronica, sommige woorden die wij gebruikten, hebben een andere lading gekregen en zijn niet langer beleefd of in gebruik. Pas dan dringt het echt door dat we hier al bijna een halve eeuw geleden weggingen. Geen wonder dat de taal veranderd is! Vergelijk het met woorden als ‘mieters’ of ‘kek’. Wie gebruikt die woorden nog in Nederland?
In de jaren tachtig kon je in Korea alles laten repareren, tot en met je paraplu. Een scheur in een rubberen vat werd gewoon genaaid met touw. Ik vermoed dat men hier nu vreemd zou kijken als ik er naar zou vragen. Ik weet het niet eens zeker trouwens, want recycling is hier een Olympische Sport welhaast.
Onze vrienden zeggen vaak dat wij het hier zo moeilijk hadden. Alsof ons leven hier een lijdensweg was. Echt niet. Voor ons was het gewoon. Af en toe lastig, vooral omdat we in Nederland de CV kenden, met een druk op de knop was er warmte. Maar toen in Korea je huis warm houden kostte veel inspanning. Kolen slepen en zo. ’s Nachts het gevaarte temperen, anders moest je ’s ochtends vroeg opnieuw beginnen en een half uur op je knieën met een krant voor het luchtgat wapperen, om het kreng weer aan de gang te krijgen.
Maar die kolenkachel als warmtebron had ook iets gezelligs. en het suizen van de ketel erop gaf een vreedzame sfeer. En wat was je blij als er na 2 dagen geen water in de winter, het opeens weer uit de kranen stroomde. Of als de lampen weer aangingen na een elektriciteits uitval. Kleine blijdschappen die we als moderne mensen moeten missen. Hoewel, met al die cyber- aanvallen tegenwoordig.