Wat een vervreemdende ervaring afgelopen dinsdag!
Om 11 uur ’s avonds kondigde president Yun van Zuid-Korea plotseling de staat van beleg af in het land. We wisten niet wat we hoorden! We hadden net geboekt om er volgend jaar weer heen te gaan.
Nu besef ik dat het land niet bij iedereen in het centrum van de belangstelling staat.Toen wij 45 jaar geleden gevraagd werden er te gaan wonen en werken, moest ik ook eerst op de kaart kijken waar het lag.

We kwamen er aan januari 1980, net toen in die maand de staat van beleg was afgekondigd. De president (dictator) was eind ’79 vermoord door zijn eigen lijfwacht en de macht werd overgenomen door het leger. De situatie was gespannen, hoewel we daar weinig van meekregen.
Nu was het 2024. Zuid-Korea was en is al decennia een democratie. Chaotisch en met behoorlijk veel polarisatie. Maar toch. Vrij, met een onafhankelijke pers en gescheiden machten van recht en overheid. Echter, de president kon dus toch zomaar de staat van beleg afkondigen? Ja, dat blijkt. Dat kon hij als opperbevelhebber van het leger doen. Gelukkig was er in de grondwet in voorzien dat het parlement daar weer een eind aan kon maken. Vandaar dat het leger uitrukte, met helicopters en troepen om te voorkomen dat de parlementsleden zich als een speer konden verzamelen (het was middenin de nacht!) om de wet weg te stemmen. Je zag wel wat schermutselingen, maar mijn indruk was dat als het leger echt had gewild, er geen hond dat gebouw binnen was gekomen. Iedereen bleek, ook politie en leger, gewoon flabbergasted!

In 1980 was er bepaald geen sprake van halfhartigheid! Er werd streng en hard gehandhaafd. Niet na 12 uur ’s avonds naar buiten. De pers werd zwaar gecensureerd. Onze Time Magazine was altijd bewerkt met zwarte stift als het over de situatie in Korea ging. Geen enkele vorm van kritiek werd toegestaan. Veel dissidenten verdwenen in de gevangenis. En er vielen doden. Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het land is wat er gebeurde in Kwangzu. Studenten die in opstand kwamen tegen de arrestatie van hun politieke leider, werden keihard aangepakt. Er vielen honderden, zo niet duizenden doden. De lezingen verschillen. De Koreaanse schrijfster Han Kang, zelf afkomstig uit Kwangzu, die laatst de Nobelprijs voor de Literatuur won, schreef er een aangrijpende roman over
En, ook toen, altijd met de rechtvaardiging dat het land beschermd moest worden tegen communistische, Noord-Koreaanse invloeden. Bij iedere zweem van sympathie voor Noord-Korea kon je rekenen op arrestatie en gevangenisstraf. De man van onze hulp, die een adres van iemand in Noord-Korea doorgegeven had aan een familielid, werd veroordeeld tot jaren gevangenisstraf.
Die staat van beleg duurde tot 1987. We hebben de eerste democratisch verkozen president nog meegemaakt. Koreaanse politiek is altijd licht chaotisch en vol van heftige tegenstellingen gebleven. Veel persoonlijke machtslust, waardoor corruptie op de loer ligt. En vaak toeslaat. De grootste tegenstelling lijkt te zijn dat de ene groep toenadering tot Noord-Korea wil om ervoor te zorgen dat de gespannen relatie wat genormaliseerd wordt. Er is immers officieel nog steeds sprake van een wapenstilstand tussen de twee landen, niet van vrede.

De andere groepering, de conservatieven, zijn vuurbang voor toenadering met de communisten. Er heerst angst voor de extreme repressie van het Noorden en de herinnering aan de vreselijke burgeroorlog in de jaren vijftig wordt levend gehouden. Hele families werden uit elkaar gescheurd, met name veel christelijke gezinnen. Wie achterbleef kwam in kampen terecht, in veel gevallen. Ook nu worden grote aantallen christenen en dissidenten gevangen gehouden in werkkampen. Indertijd was Pyongyang ( nu in het Noorden) het Jeruzalem van Korea. Honderduizenden gelovigen vluchtten naar het Zuiden. In de jaren tachtig maakten wij sommigen van hen, of hun kinderen nog mee. Ze droegen een diep verdriet mee dat tijdens de kerkdienst zich vaak uitte door gehuil en geweeklaag tijdens gebeden.
Dat is, denk ik, onder andere de achtergrond van het feit dat veel christenen president Yun steunden. Niet in zijn laatste rare beslissing. Het Nederlands Dagblad meldt dat de grote meerderheid van behoudende christenen in Korea, Yun niet steunden.
Net als Trump wordt Yun (en zijn vrouw) verdacht van corruptie. Er dreigen rechtszaken zo gauw hij president af is. Dus lijkt het erop dat hij blufpoker speelde. Tot nog toe is er nog niets van hem vernomen.