Calvinisten bidden voor de vorm?

Dr. Willem Ouweneel in een artikel in het Nederlands Dagblad donderdag 19 januari 2012 over bidden. Hij zegt mooie dingen zoals: Bidden als ademhaling, en intieme omgang met God. Maar dan opeens: ‘Voor Calvinisten ligt alles vast en is bidden eigenlijk een formaliteit. Ze bidden voor de vorm, maar er verandert niets door, ze kunnen het net zo goed niet doen.(Ouweneel is lid van de Vergadering van Gelovigen)

Nou breekt mijn klomp. Dan heb je als theoloog meer dan honderd boeken geschreven en zelfs een dogmatiek en dan zeg je zulke dingen?

Volgens mij zeggen calvinisten dat bidden uitspreken is dat God Koning is en dat je alles van Hem verwacht. En dat Hij alles in Handen heeft. He’s got the whole world etc. Bidden is  meer dan met een lijstje wensen je tot God keren en hopen dat Hij genoeg invloed heeft, of jij genoeg overtuigingskracht, dat Hij zal doen wat je vraagt? Dat beaamt Ouweneel zelf in het stukje.

Het is doen wat Hij zegt: Bidt en je zal ontvangen. Bidden is voor calvinisten ook: bij God zijn. Zoals je bij een goede vriend of vriendin blij en rustig kunt worden van zijn of haar gezelschap.En soms zelfs onrustig, omdat diegene je zo goed kent dat je niets verbergen kan.

Bidden blijft een mysterie, inderdaad. Om de een of andere reden laat God de geschiedenis (HIStory) zich ontvouwen door gebed. Hoe? Ik zal dat nooit begrijpen en ik word ook wel eens moedeloos van steeds dezelfde dingen bidden. Bidden is een oefening in vertrouwen voor mij.

In Openbaring 8 (wij lezen Openbaring op dit moment samen) ziet de schrijver in een visioen dat alle ‘gebeden van de heiligen’ als wierook in een schaal voor God gebracht worden. Samen met veel reukwerk. Ik stel me voor dat er een heerlijke geur opsteeg. Daarna is er een geweldige ontplooiing van activiteiten als in een heuse actiefilm. Wij kwamen tot de conclusie dat het één met het ander in verband wordt gebracht. God gebruikt de gebeden. Maar hoe precies?

Bidden is voor mij als calvinist echt niet voor de vorm of een formaliteit.

Ik ben benieuwd met welke calvinisten Ouweneel gesproken heeft. Er is in ieder geval genoeg door calvinisten geschreven om zo’n stelling te weerspreken.

Calvijn gebruikt het beeld van de verborgen schat. God heeft een schat voor ons diep in de grond gelegd. Het gebed is de spade die je nodig hebt om bij die schat te komen.