Al dagen wachten we op de geboorte van een kleinkind. Moeder is uitgerekend maar de dame (we weten dat het een meisje is) heeft nog geen haast. De grapjes (rolbevestigend) vliegen door de ruimte van de familie-App en de onderlinge communicatie. ‘Zal je altijd zien met meisjes! Nog even dit, nog even dat, altijd te laat!’ Als ik grote broer van 7 uit school haal omdat de bevalling lijkt te beginnen, maar niet doorzet, verzinnen we welke make-up ze waarschijnlijk nog snel aan het opdoen is. We hebben lol samen. Lippenstift, poeder, parfum, ogenschaduw, en wat dies meer zij.
Thuis wachten het jongere broertje van bijna 3 en de andere oma. Die was al bij de aanstaande ouders, maar heeft zich nu even teruggetrokken bij ons. De jongens vermaken zich terwijl de oma’s om de minuut hun telefoons checken of er al iets gebeurd is. Leve het tijdperk van de WhatsApp. Moeder laten we met rust, maar ik mag met de aanstaande vader, zoonlief Appen. Hij staat het genadig toe dat er vanaf de achterste banken af en toe een wijs advies van de oma’s hun richting uitgeroepen wordt. Ondertussen halen ze gezellig hun eigen bevallingsverhalen op.
De (bijna) driejarige voelt dat er iets aan de hand is en wordt steeds drukker. Kleinzoon van 7 blijft er rustig onder. Terwijl er buiten met badmintonrackets en tuinfakkels oorlogje wordt gevoerd probeer ik iets te eten te bedenken dat de mannetjes ook lusten. Geen fans van warm eten heb ik daar aardig wat denkkracht voor nodig, en dan ook nog dit warme weer. Struikelend over de LEGO, Ipads en autootjes bedenk ik een maaltijd met pasta. Losse pasta, met vlees apart en de saus absoluut niet vermengd met beiden. De oudste eet zich moedig door de droge slierten spaghetti met erwtjes erbij. De jongste speelt, na felle weigering ook maar iets te proeven, verder met LEGO. Uiteindelijk wordt dat een boterham met smeerkaas. Ook goed.
Het is 19.00 uur en we hebben al even niets van het thuisfront gehoord. Beide jongens zitten achter een schermpje en ondertussen worden er door echtgenoot luchtbedden geregeld, want naar huis gaan zit er niet meer in. Het is warm. Het is licht. Er hangt spanning en opwinding in de lucht. Ga dan maar eens slapen als kind.
Om 19.30 uur ben ik zelf wel toe aan bed, dus ik neem het initiatief om een zekere beweging richting de slaapkamers in te zetten. Na een half uur liggen beide mannen op bed maar daar is ook alles mee gezegd. Maar slapen is een heel ander verhaal. Ik lig met de jongste in ons bed. Althans, na een minuut of tien krijg ik hem zover niet langer van de stoel op het bed te springen, maar om lekker te gaan liggen. Ik zing me een uur schor. Steeds zakken de oogjes half dicht, maar dat heerlijke moment van diepe ademhaling en slaap blijft uit. Ik weet dat de grote broer nog op zijn ipad zit (5 minuutjes had ik gezegd, maar geen horloge gegeven). Ik laat het los en geef me over en zet welgemoed een derde rondje van mijn slaapliedjes-medley in. Ondertussen app ik de andere oma of zij wil komen liggen. Misschien lukt het haar beter. De kleine heeft vaker bij haar geslapen.
Ze klimt in het bed naast de halfwakkere peuter en juist dan komt het verlossende bericht: geboren! De kleindochter is gearriveerd om 20.39 uur. Het is inmiddels 21.15. We barsten in gejubel uit en ik draag het net niet slapende, nu verbouwereerde kind naar beneden. ‘Je zusje is geboren!’ Met slaperige oogjes kijkt hij me vorsend aan. En knielt neer bij de LEGO. Boven ligt zijn broer in een diepe slaap. Wat ik ook probeer om hem wakker te maken zodat hij kan video bellen met zij ouders, het antwoord is snurk, smak, smak, en een draai naar de muur. Wachten tot morgen. Hij mag wat later naar school gelukkig.
Om 23.00 uur zijg ik neer op het inmiddels opgeblazen luchtbed in de woonkamer. Het huis is gevuld met mensen, alle kamers bezet. Wat een rijkdom om zoveel ruimte te hebben, bedenk ik, terwijl ik op het (bij beweging) nogal lawaaiige bed lig. En ik verwonder me dat zo’n minimensje van 7 pond zoveel teweeg kan brengen. Maar wat is ze kostbaar.

De volgende morgen hoor ik de oudste kleinzoon wakker worden en vertel hem dat er een verrassing is! Ik hoef hem niet te vertellen wat dat is. ‘Is het zusje er?!’ Pappa belt even later en ik hoor in de achtergrond het gesprek. Heel belangstellend, iets waar sommige volwassenen van kunnen leren, vraagt hij aan zijn moeder hoe het nu gaat, hoe de bevalling was en hoe het met de baby is. De driejarige kijkt ook even naar de baby en zijn enige, korte commentaar is: ze is dood. De twee broers spelen regelmatig schietspelletjes waarbij de een met gesloten ogen op de grond valt. Die is dan dood. Blijkbaar doet de baby met gesloten ogen hem daaraan denken. We lachen en zeggen nee hoor, ze slaapt! Dan komt het verhaal van het dochtertje van Jairus weer voorbij dat we gisteren lazen. Met zijn armpjes in de lucht gilt hij: ze leeft weer! Hallelujah!

Na een tour de force om alles en iedereen weer schoon, aangekleed en klaar te krijgen voor de rit naar huis, staan we dan eindelijk oog in oog met het nieuwste wonder van de familie. De kleindochter en het zusje.
