Ik? Jaloers?

Weleens jaloers geweest? Dan weet je hoe dat voelt! Ik ben (soms) jaloers. Stikjaloers. Ik hou van de kleur groen en dat is niet voor niets! Waarop of op wie ik dan jaloers ben? Hou op schei uit, te veel om op te noemen. Ik wil slimmer, rijker, handiger, gezonder en knapper en het liefst ook wiskundiger zijn, haha!

Ik weet wanneer ik jaloers ben want ik voel het met mijn lijf. Het is moeilijk te omschrijven, maar het is een donker, verlammend gevoel. Ik kan een voorbeeld van heel lang geleden geven (lekker veilig!) Ik fietste met een Amerikaans meisje door Nederland, vóór ik echtgenoot zelfs maar ontmoet had, dus langer dan 40 jaar en twee maanden geleden. Mijn vriendin en ik hadden met een ander Amerikaans meisje afgesproken, ergens in een cafeetje. Tussen die twee ontspon zich een gesprek over de politiek. Ze lazen allebei Time-magazine (Amerikaans weekblad) en wisselden meningen uit. Ik zat erbij en keek er naar. Wist van toeten noch blazen over Amerika, en al helemaal niets over de politieke situatie daar. Maar ik wist eigenlijk net zo weinig over de Nederlandse politieke situatie. En zoals zij daar aan het praten waren, duidelijk een mening hadden, dát kon ik niet. Niet in het Engels, en ook niet in het Nederlands. Ik voelde me dom, neerslachtig en ik besefte na een tijdje dat ik barstte van de jaloezie.
Zij hadden iets wat ik niet had en wel begeerde. Ongeveer hoe je jaloezie definieert, volgens mij.

Het heeft ertoe geleid dat ik de kranten beter ben gaan lezen om ‘bij’ te blijven. Ik ben het leuk gaan vinden. In feite een positief resultaat op een negatief gevoel. Ik heb nog steeds niet overal een uitgesproken  mening over.  Er zitten vaak veel kanten aan een zaak en ik ben tot de ontdekking gekomen dat ik de neiging heb tot verregaande empathie voor verschillende meningen. Heeft eerlijk gezegd ook met conflictvermijding te maken.
Maar goed, even terug naar de jaloezie.

Jaloezie is vergelijken. Iets wat ik niet heb, maar wel zou willen hebben en wat een ander in mijn  directe omgeving wél bezit. Materieel of immaterieel, dat maakt niet uit.

Het lastige is het grijze gebied tussen vergelijken en jaloezie, vind ik. Vergelijken is namelijk normaal. Ik bedoel, wanneer je met je oren en ogen open door het leven gaat zie je nu eenmaal verschillen. Tussen mensen, tussen bezittingen, tussen talenten, tussen arm en rijk, tussen gezondheid en ga zo maar door. Het gekke is dat wanneer iedereen om me heen ziek is, ik geen enkele jaloezie koester wanneer ik gezond ben. En als ik rijk ben en iedereen arm idem dito. Je moet dus iets echt als een gemis ervaren voor je jaloers kunt worden.

Facebook is, naast de bijbel, een bron van veel wijsheid. Je kunt werkelijk 24/7 doorbrengen met het aanklikken van links die weer doorverwijzen naar toespraken of artikelen van mensen die verstand hebben van de meest gevarieerde onderwerpen. Af en toe klik ik een link aan die me intrigeert. Zo hoorde ik iemand spreken over vergelijken en het voorkómen van jaloezie. Enigszins optimistisch en humanistisch want er zit nu eenmaal een donkere kant aan ieder mens, maar toch, leerzaam. Kern van de boodschap: bij het vergelijken met de ander en een opkomende jaloezie ontdek je dingen over jezelf. Dingen waar je blijkbaar naar verlangt of die belangrijk voor je zijn. En daar kun je iets mee…

Je reactie op de ander kun je zien als signaal:  Als die ander blakend gezond is en ik ben ziek? Dan kan ik niet zoveel doen. Ik kan wel bewust zeggen: ik vind het moeilijk om ziek te zijn. Daar mag ik best af en toe verdrietig over zijn en om troost of steun vragen. Misschien doe ik dat wel te weinig. Als ik geen kinderen kan krijgen en mijn vriendinnen hebben allemaal een groeiend gezin, is de reden ook duidelijk en legitiem.  Ook dan is het uiten van je verdriet heel belangrijk.

Tot dusver goed en prima. Maar nu de lastiger zaken.  De mooie luxe keukens/badkamers van vrienden (veel van onze vrienden hebben hypotheken afgelost en zijn in de verbeter-het-huis-fase), de talenten of carrière van collega’s, hoe ga ik daar dan mee om?  Hoezo wil ik wat zij heeft? Hoezo raak ik verdrietig, van streek of verlamd als hij zo makkelijk dit of dat heeft of doet? Wat leer ik dan over mezelf? Als ik te snel denk ‘ik mag niet jaloers zijn’ mis ik misschien wel goeie informatie over hoe mijn klokje tikt. En ‘ik wil hebben wat jij moeiteloos lijkt te bezitten’ is natuurlijk ook lariekoek. Je bereikt meestal dingen door inspanning. Wanneer je alleen een eindresultaat ziet is dat, scheel van jaloezie, makkelijk te begeren, maar wat eraan vooraf ging aan opoffering, hard werk en inzet zie je dan makkelijk over het hoofd. En heb ik dáár dan wel zin in?

Kortom, ja ik ben regelmatig jaloers. En ik heb veel over mezelf geleerd in de loop van de tijd. Heb me ook regelmatig laten inspireren door de ‘jaloezie’. Als ik dat echt wil zal ik die en die stappen moeten zetten. Zet je over je lamlendige gevoel heen en hoppa, accepteren of anders niet zeuren. Of zoek een creatieve oplossing als je minder geld hebt, of minder tijd of minder vul maar in.

Van jaloezie word je heel naar. Het is een soort gif en je gaat je slachtoffer voelen. Je kunt ook niet meer blij zijn voor een ander. Dat is de grootste levenskunst die ik met hulp van God steeds weer wil oefenen: tevredenheid als deugd. Tevredenheid met en dankbaarheid voor mijn eigen situatie, me laten inspireren waar het kan, als ik anders wil, maar binnen mijn grenzen. En blij zijn voor anderen wanneer ze hebben wat ik (soms) mis en vooral omzien naar mensen die in vele opzichten veel minder hebben dan ik. Hoezo jaloers?

Ach ja, en dan lees ik bij de kapper weer de Eigen Huis van deze maand. Gauw mijn eigen blog weer herlezen.

PS Tussen de duizenden filmpjes op de TED talks site kon ik het filmpje over jaloezie niet meer terug vinden.

Het groene gras van de buurman

Aan de hits te zien is mijn laatste blog voelen met je lijf populair. 176 hits die dag, dus veel gelezen in ieder geval. Als iedere lezer 1 of  2 personen wat ruimte en aandacht schenkt om pijnlijke gevoelens te delen bereiken we met elkaar toch weer een paar honderd mensen!

Zo is er het effect van kleine dingen, die grote betekenis hebben in Gods ogen. En er is het verlangen naar Grootse Dingen, die betekenis hebben in mijn ogen en dat van de mensen om me heen. Ik noem dit vanwege een gesprek dat ik onlangs had over onze onhebbelijke en onuitroeibare neiging altijd meer of anders te willen dan we hebben. IJkpunt is wat anderen (lijken te) hebben. Succes. Resultaat. Carrière. Of misschien gewoon hetzelfde als ik, maar dan hoeft die ander zich er niet zo hard voor in te spannen. Groener gras dan het mijne. Het kan echt aan je vreten als je niet oppast.

Toen wij na negen jaar buitenland terugkwamen heb ik jaren moeten vechten tegen een gevoel van voortdurend achter te lopen. Iedereen (ja, ja iedereen….je lijdt namelijk aan tunnelvisie, ziet alleen wie je wilt zien) had een huis vol met mooie spullen en ik moest weer vanaf het begin beginnen, op een paar ‘ouwe meubels’ na…Geld om alles nieuw te kopen was er niet echt, dus deden we het maar met wat we zo hier en daar op de kop konden tikken. Tweedehands, doorgevertjes…Ik vond mezelf zielig..

Ik kan er nu om glimlachen. Maar ik weet me nog wel goed te herinneren hoe dat gevoel van ‘achterlopen’ erin hakte. Ik was jaloers en jaloezie is een soort gif dat door je aderen stroomt. En er werden geen enveloppen met geld door de brievenbus gestopt. Dat las ik dan in een boek van Edith Schaeffer. Als je het echt nodig hebt zorgt God wel dat je het krijgt. Blijkbaar had ik het niet echt nodig. Ook al ging de wasmachine stuk, ik moest gewoon een krediet bij de bank opnemen. Was ik bitter? Het scheelde niet veel. Het ging ook niet om het geld zo zeer, maar omdat ik me achtergesteld voelde. Beteken ik wel iets, als ik minder heb dan vrienden of familie? Het heeft te maken met status. Met schaamte. Met wat je denkt dat hoort. En ook met waar je vindt dat je recht op hebt.

En daar komt een rare aap uit de mouw. Want waar baseer je dat eigenlijk op? En dan blijk je een hele wereld aan verwachtingen en  vooronderstellingen met je mee te slepen. ‘Alle mensen van mijn leeftijd…’, ‘alle domineesvrouwen….’, ‘alle vrouwen met mijn opleiding..’ en zo kan ik er nog wel een paar opnoemen. Vergelijken doe je altijd met wie het beter, succesvoller en gezonder vergaat dan jij. Nooit met wie op een houtje bijt, chronisch ziek is, in een rolstoel zit, van de bijstand moet rondkomen of door wat voor omstandigheden ook, niet verder komt in het leven dan het minimale en met wie aan de zijlijn staat.

Hoe kom je van dat giftige vergelijken af? Hoe kan je leren blij te zijn met wat er is, wat je hebt, wat je bent, wat je doet? Nu, vanavond, vanmorgen, vandaag. Dat is een levenskunst die je blijkbaar een leven lang moet beoefenen. Ik zie het als humor van God dat mijn redelijk wanhopige gebeden verhoord zijn, niet met dikke enveloppes (hoewel ik dat toch wel leuk gevonden zou hebben) en een design interieur maar met een passie voor tweedehands en oud. Zo heb ik wel een eigen, unieke smaak kunnen ontwikkelen.

Bonhoeffer zei, terwijl hij eenzaam opgesloten zat in een Nazi-gevangenis, vrij vertaald: Als je voortdurend verlangt naar wat er niet is raak je verlamd, als je helemaal niets verlangt verdor je. Het gaat om verlangen naar datgene wat God binnen jouw mogelijkheden plaatst.

Binnen die begrenzingen kan levensvreugde ontstaan die niet puur afhankelijk is van externe factoren, al zullen die altijd hun invloed houden.

Dat kun je ook toepassen op te groot van jezelf denken of juist te klein. Je moet beginnen met wat er is. De realiteit. Met zelfkennis. En volgens het advies van Calvijn  heb je daar ook Godskennis voor nodig. Niemand die je zo goed kent als Hij. Gods unieke design, immers?