Danken

pelgrim-met-indiaan-1024x656.jpg (1024×656)

Nederland kent van oudsher ‘Dankdag’. Maar die is van een heel andere orde dan ‘Thanksgiving’ in Amerika. ‘Dankdag voor gewas en arbeid’ is de enigszins statige titel van de (voorzover ik weet) uitsluitend kerkelijke viering van dankdag in Nederland. Jammer eigenlijk. Zoals zaaien en oogsten ver van ons af is komen te staan, zo is thuis dankbaarheid vieren ook een onbekend fenomeen geworden. Veel kerken hebben geen aparte samenkomsten meer. Het danken wordt meegenomen in de reguliere diensten op zondag. Nog weer een stapje verwijderd van de rauwe werkelijkheid van bloed zweet en tranen op de akkers. Ja, natuurlijk onze agrarische sector werkt niet meer als Adam met de blote handen in dorre aarde. Wij hebben computers en machines en weet ik wat al niet meer (ik ben geen boerendochter) die het zaaien en oogsten makkelijker maken. Laat de rest van de wereld maar ploeteren, bij ons ligt alles gewoon in de winkel, en als het klimaat even niet mee zit importeren we de spullen toch? Dus ja, dankbaarheid?

Thanksgiving in Amerika is als een oogstfeest begonnen.  Kolonisten alias vluchtelingen (of andersom) uit Engeland hadden nauwelijks het eerste jaar in Massachusets overleefd. Meer dan de helft was overleden door ontberingen en honger.  Toen er eindelijk geoogst kon worden  hielden ze een dankmaal. Samen met de oorspronkelijke bewoners van de streek,  de Wampanoag. Na veel hongerlijden was er eindelijk een overvloed aan eten. Op de vlucht voor de religieuze politie van de Anglicaanse kerk in Engeland waren de protestantse Puriteinen via Nederland naar Amerika gevlucht om daar een nieuw leven te beginnen. Tegenwoordig is er veel kritiek op de romantische versie van het verhaal, met name vanuit de beweging van de oorspronkelijke bewoners van het land. De komst van de blanke Europeanen heeft onbeschrijflijk veel ellende gebracht en hele stammen zijn uitgeroeid. Niet alleen door geweld, aanvankelijk ook door ziekte en alcohol. Het vieren van Thanksgiving wordt door hen als pijnlijk ervaren. Gezien vanuit hun perspectief zeer begrijpelijk.

gettyimages-526510338.jpg (6339×4656)
Getty images

Hoe dan ook, op het eerste oogstfeest waren meer Wampanoag aanwezig dan Puriteinen. Ze brachten geen pompoentaart en cranberries mee maar, volgens een ooggetuigeverslag, vier herten.
De Thanksgiving-viering, zoals Amerika die nu kent als familiefeest, begon in feite pas in de 19e eeuw. Hier en hier staan leuke artikelen daarover.

black-friday.jpg (500×359)Waarom dit hele verhaal? Omdat ik de traditie in Nederland zou willen introduceren. De commercie heeft Black Friday helaas wel overgenomen (koopjesdag na Thanksgiving in de VS), maar heeft het Dankfeest laten liggen. Maar danken in familie- en vriendenkring  is fantastisch. Om de tafel, met feestelijk eten en even niet over meer, maar over wat er allemaal al is om dankbaar voor te zijn. Dat hoeft niet eens perse een christelijk feest te worden, hoewel danken wel een richting naar Iemand lijkt te hebben. Het is helend en verrijkend. Voor het eerst sinds jaren vierden wij het deze keer met vrienden. Tijdens het eten, tussen de kip (nee, geen kalkoen..) en de pompoentaart in namen we een moment om persoonlijke ervaringen te delen waar we waar we God voor wilden danken. thumbnail (200×300)We zongen een lied en we lazen een oogstpsalm (psalm 62). Niks bijzonders zou je zeggen, maar de setting van een feestmaal, het intieme van het delen van onze dankpunten en het altijd vreugdvolle van samen zingen en vervolgens samen God danken en loven, maakten het verrassend mooi.

We zeiden bij het afscheid, ‘dit is iets wat we als huiskringen zouden kunnen doen volgend jaar!’ En zo is er misschien een nieuwe traditie geboren. Daar hebben we geen Puriteinen of kalkoenen voor nodig. En we hoeven er ook geen werelddeel onterecht voor te veroveren. Het is simpel gezegd een Dankbaarheidsfeest.

Home en thuis

Home. Een gevleugeld woord in ons gezin. Sinds de film ET, waarin het vertederende en komische buitenaardse wezentje terecht komt op planeet aarde en met zijn vinger blijft wijzen naar boven, naar de planeet waarheen hij terug wil: Hoooommme, ET hooooommme…!

Sindsdien gebruiken wij het woord in die betekenis. Als we ergens klaar mee zijn. Hoe leuk het verder ook was, hoe nuttig, hoe interessant, er komt dat moment waarop we elkaar aankijken en alleen maar ‘hoooomme’ hoeven te zeggen om te weten dat het menens is: echt tijd om naar huis te gaan. Echtgenoot, die altijd langer door kan dan ik, verzet geen stap meer als ik verlangend en smekend dat woord uit. Hooomme!

‘Home’ is niet: op tijd thuis zijn voor het eten, op tijd om nog wat andere klusjes af te maken, op tijd voor de oppas (vroeger), op tijd voor andere afspraken. Dan is het gewoon: tijd om naar huis te gaan. ‘Hooome’ is verlangen naar Thuis, naar rust, naar alles wat bij thuis hoort: geuren in de tuin, geluiden, plekken en gevoelens. Veilig. Weg van vreemden en anderen. Geborgen, omringd met vertrouwde en geliefde voorwerpen. Omringd met geliefden. Home.

Al dagen volg ik op TV en internet het nieuws over de repatriëring van de slachtoffers van vlucht MH 17 uit Oekraïne. Niet continu, maar met regelmaat. Ontzetting, verbijstering, ongeloof, verdriet, wanhoop, allemaal woorden die door de ether vliegen. Persoonlijke verhalen van overledenen brengen het drama dichterbij, geven het een gezicht. Maar toch. Hoe rouw ik zelf? Ik die niet persoonlijk betrokken ben, maar wel geraakt. Wat als mijn kind, mijn partner, collega, buurman/vrouw, broer of zus daar zou liggen, op dat brandend hete korenveld..? Als ik al die vreselijke details zou moeten toepassen op hun lichamen, hun bezittingen misschien zou herkennen..?

Maar die voorstelling laat ik niet toe, nou ja een moment, even, om iets van die zwaarte te voelen. Maar ik laat me er niet in meeslepen. Dus blijven mijn ogen droog, hoewel mijn hart huilt. Ik zie Maxima die de hand van Willem Alexander vasthoudt tijdens de indrukwekkende ceremonie op het vliegveld van Eindhoven, waar de eerste 40 kisten met slachtoffers gisteren aankwamen, en dat ontroert. Ik hoor de uitroep van een wanhopige nabestaande als de eerste kist uit de buik van het vliegtuig verschijnt.  Ik zie minister Timmermans met de armen om een nabestaande heen, terwijl ze duidelijk samen snikken. Ik zie de hand van minister Hennis later op de schouder van minister Timmermans, troostend. Ook dat ontroert.

De de lange stoet van 40 rouwwagens vertrekt, richting Hilversum. Met duizenden mensen langs de kant van de wegen, op de viaducten en vluchtstroken. En dan is er onderweg opeens dat ene spandoek. Op een viaduct opgehangen terwijl de stoet voorbij komt. Dan hangt daar zomaar een banner, met daarop in grote letters ‘HOME’  geschreven. Plotseling rollen de tranen over mijn wangen. Home. Na alle ellende en gesol en gedoe en onzekerheid en het ondragelijk lange wachten voor nabestaanden. Na dagenlang onbeschermd in een oorlogsgebied gelegen te hebben. Na in zakken, gestapeld in een soort Auschwitz-achtige treinwagons, vervoerd te zijn, zijn de gestorven geliefden eindelijk waardig en eervol ontvangen. Met diep respect voor hun geschonden lichamen.

Ze zijn nu in ieder geval thuis. HOME.