In juni opende de Hermitage in Amsterdam haar deuren. Prachtig gelegen aan de Amstel bevindt het museum zich in een oud pand uit de 17e eeuw, het voormalig Oude Vrouwen Huis. Opvang voor hulpbehoevende oude vrouwen van boven de vijftig (slik) door de diaconie van de Gereformeerde kerk te Amsterdam. Die liet het gebouw bouwen van het geld uit de nalatenschap van 90.000 gulden van een rijke Amsterdamse handelaar. Er woonden 400 vrouwen die met vier personen een kamer deelden. Tot in de 20e eeuw is het als verzorgingshuis in gebruik geweest.
Nu dus verbouwd en in gebruik als museum. Omdat het zo mooi aan de Amstel ligt heeft het wel wat weg van de Hermitage in St. Petersburg, het voormalig winterpaleis van de Russische tsaren gelegen aan de rivier de Neva.
De openingstentoonstelling staat in het teken van het Russische hof in de 19e eeuw. Zes tsaren regeerden in die eeuw, o.a. ook de de vader (Paul 1) en de broers (Alexander en Nicholas 1) van Anna Paulowna, die trouwde met de latere koning Willem II
Het pand is van binnen prachtig verbouwd. Veel licht. Hoge witte zalen met chroom en glas. Naast de grote zaal zijn er ook zg. kabinetten (de oorspronkelijke vrouwenslaapzalen) die wat krap zijn.
De tentoonstelling zelf is een en al pracht en praal. Veel (militaire) kostuums, veel baljurken en avondjaponnen, kostbare voorwerpen uit de paleizen en collecties van de tsaren families en prachtige portretten van de verschillende tsaren en hun echtgenotes en andere familie. Zonder meer de moeite van het bezichtigen waard.
Wrang is wel wanneer je al die weelde en overdaad bekijkt te weten dat de Russische bevolking van de honger crepeerde terwijl het hof zich uitsluitend bezig hield met kwesties van protocol en zich dag in dag uit vermaakte met toneel, muziek, bals en wat dies meer zij….
Het blijft iets vreemds zo’n hofleven.