Ziel en zaligheid

orthodox1

Dominee Vonk
Mijn vader was een trouwe volgeling van zijn Schiedamse predikant, ds. C. Vonk (1904-1993). Tijdens kerkenraadsvergaderingen gaf deze dominee les. Hij doceerde over Barth, over de gereformeerde belijdenissen, over Kuyper en weet ik wie/wat nog meer. Voor ouderlingen en diakenen zoals mijn vader, die na de lagere school direct moesten gaan werken, zonder verdere opleiding, kwam zulk onderwijs als een geschenk. Mijn vader was een intelligente man, maar in zijn jeugd  (jaren ’20 )was het bij hem armoe troef thuis en was iedere gulden bittere noodzaak. Op zijn twaalfde ging hij aan de slag als ‘jongste bediende’.

Mijn vader dronk het onderwijs van Vonk dus op als het borreltje wat hij dagelijks nuttigde : als een kostbare lekkernij. Kritisch luisteren was er niet bij:  Vonk’s woord was als Gods woord. Gelukkig heeft Vonk vele mooie en leerzame dingen gezegd en geschreven. Toen ik belijdenis deed kreeg ik 3 delen van de serie ‘De voorzeide leer’. Over de eerste vijf bijbelboeken, met veel interessante exegese en informatie. Sleutelwoord: Het verbond van God met Zijn volk.

Slapende zielen
Maar Vonk (net als ds. Telder uit Breda) ontwikkelde ook een bijzondere opvatting die veel tweestrijd en conflict veroorzaakten in de toenmalige ongedeelde, vrijgemaakte kerk. Die ook mede ten grondslag lag aan de latere scheuring in de kerk. Eerst schreef  ds. Telder het boek, ‘Sterven en dan?’ Later gevolgd door een boek(je) van ds. Vonk met de titel ‘De doden weten niets’ (waarop ik eens de humoristische toevoeging hoorde: En Vonk weet alles…maar dat terzijde) In beide boeken werd afgerekend met de klassiek, christelijke gedachte, nl. dat nadat het lichaam sterft, de ziel van de gelovige, met God verenigd, in de hemel wacht op de opstanding van het lichaam, bij de terugkomst van de Here Jezus.

In reactie op een ontaarding van dit klassieke geloof, (nl. een grote nadruk op de ziel als het méést belangrijke onderdeel van de mens, het lichaam was maar aards en deed er niet toe) kwamen Telder en Vonk met een theorie die het andere uiterste benadrukte (juist, de bekende pendulum), nl dat er helemaal niet zoiets bestaat als de onsterfelijke ziel. Dat zou een Griekse, gnostische gedachte zijn.  De kerkgeschiedenis ingeslopen.  Ziel en lichaam waren één. De hemel was voor God, daar hadden wij niets te zoeken. En God zei toch tegen Adam: wie van de boom eet zal voorzeker sterven! Wie durfde te zeggen, de ziel leeft eeuwig voort, ook als het lichaam sterft, gaf in feite toe aan de leugen van Satan. Die was een volgeling van Satan geworden.(Vonk)

Persoonlijke ervaring
Ik was een vrij serieuze tiener en las dit soort lectuur op aanraden van mijn vader. Geschokt was ik dan als mensen die ik als gelovig zag, het over de hemel en de ziel hadden. Dat was zoiets als gelovig zijn en stelen, of gelovig zijn en vloeken. Mijn jonge, consciëntieuze hart voelde zich daar niet senang bij.

Daaruit blijkt maar weer hoe sterk de invloed is van datgene wat je als kind meekrijgt. Het zijn de eerste vertrouwde werktuigen waarmee je de werkelijkheid om je heen interpreteert. Het anders doen of er anders tegenaan kijken is onveilig, wekt angstige gevoelens (bij mij i.e.g.).

Toch werden veel van mijn eerste, prille overtuigingen op de proef gesteld toen ik op de (vaag christelijke) middelbare school zat, daarna het huis uitging om te studeren en uiteindelijk mijn theologisch geschoolde man ontmoette. Die was nogal verbaasd over de Vonkiaanse leer. Had die ideeën alleen nog maar gezien bij meer sektarische groepen als de Zevendedags Adventisten.

Na ruim veertig jaar eigen bijbelleeservaring, en groeien in een relatie met God, ben ik wel zover dat ik kan zien dat de grote belofte en hoop die Jezus geeft door Zijn sterven en opstanding, juist die onbreekbare band van liefde is, door de dood heen. Is het zo klaar als een klontje wat er na mijn dood gebeurt? Nee, natuurlijk niet. Waar de hemel is, wat de hemel is, uit de glimp die we opvangen vanuit de bijbel is het er in elk geval als een koninklijk paleis. Versailles in het kwadraat, zeg maar en dan nog mooier.  Alles om te benadrukken hoe groot God is.  Maar daar gaat het ten diepste niet om. Waarom dan wel? Dat ik geen ogenblik zonder de ervaring van Gods liefde zal zijn. Dat blijkt  uit zoveel plaatsen in het NT. Ik heb er, tijdens een slapeloze nacht (door jetlag) o.a. Johannes 10-17 weer eens op nagelezen.

Hemel op aarde
Dat we voor eeuwig in de hemel zullen zingen in een witte jurk, is ook zeker niet mijn overtuiging. Integendeel. Wat Vonk benadrukte, dat de hemel niet onze eindbestemming is, lijkt me ook duidelijk in de bijbel. De hemel komt straks naar de aarde (laatste hoofdstukken van het boek Openbaring). Maar in heel de bijbel gaat het altijd eerst om onze relatie met God Zelf. Johannes 17:3, één van de mooiste teksten in de bijbel, vind ik: “Eeuwig leven is dat (wij) U kennen en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus”. Vooral als je beseft dat kennen niet ‘weten over’ is, maar liefhebben en gekend zijn.  De vorige paus zei het zo: ‘Onsterfelijkheid huist niet in de mens zelf. Ze berust op een relatie (met Jezus MB)’.

(Een mooi artikel van ds. Gert van den Brink (die overigens mijn vader begraven heeft) kun je hier lezen: RE2010_86-02.pdf. Een gezamenlijke uitgave van het weekblad de Reformatie en Opbouw, tegenwoordig Onderweg geheten.)

Het troost me om te weten dat de geesten van mijn geliefden nu al bij God zijn en het goed hebben. Mogen rusten en genieten,  iets wat ze door lichamelijke afbraak niet meer konden. Als ik ze mis vraag ik weleens aan God hen te groeten…

En straks zien we elkaar weer.

The days after

Nu is het alweer 2 dagen geleden dat mijn moeder stierf. Ik vind het vervreemdend dat zij daar nu ligt te wachten, in Schiedam, om begraven te worden. Moet ik daar niet bij haar zijn? Bij haar waken? Nee, zeg ik dan, dat is zij niet, het is haar lichaam. Zijzelf heeft geen weet meer van alleen-zijn, van wachten, van begraven worden. Tenminste daar ga ik van uit. “Terstond zult u met mij in het paradijs zijn” zei Jezus tegen de moordenaar die met Hem gekruisigd werd. En Paulus zegt ergens in het Nieuwe Testament: ” het is beter om te sterven en met Christus te zijn dan verder te leven…” En de zielen van de rechtvaardigen vragen aan God in de hemel, waar ze verblijven: “Hoe lang nog Heer, voor de verdrukkingen zullen stoppen op aarde?”. En de rijke man die in de hel terecht komt wil z’n familie gaan waarschuwen toch vooral te geloven in Jezus.

Natuurlijk is er in het ene geval sprake van een gelijkenis, in het andere geval is er sprake van veel symboliek. Maar alle voorbeelden, alle teksten in het NT gaan uit van het bewustzijn van de gestorvenen. Ze weten wie en waar ze zijn, ze communiceren, hebben lief, loven God of klagen dat ze niet dichter bij Hem kunnen komen!
Een mooie tekst in dat verband vind ik Hand. 17:28-” In Hem (God) leven wij en bewegen wij ons, in Hem zijn wij.” Zo verbonden en geborgen, nu al. En eeuwig leven is Hem kennen en liefhebben. Dat begint nu al, immers? In de hemel wachten we op de afronding, de finale.  Dan komt Jezus nog eenmaal en zullen we allemaal een nieuw (vernieuwd) lichaam krijgen en de aarde zal helemaal gelouterd, schoongemaakt worden. Waar we vervolgens zullen wonen. Misschien worden dan wel al die planeten bewoonbaar gemaakt? We zijn nl. wel met een boel mensen…

Mijn moeders lichaam wordt straks begraven, maar het is een vorm van zaaien zegt de Bijbel. Wat je zaait is niet om aan te zien, niks bijzonders. Maar wacht totdat het bloeien gaat, dan komt er iets schitterends uit. Kijk maar naar de crocussen, de narcisussen, hyacinten, scilla’s,anemonen enz. enz. die uit verschrompelde bloembolletjes tevoorschijn komen.

Dat is begraven. Zaaien en wachten op de jongste dag.

Intussen hebben we vanmorgen kleinzoon Niek’s feestje (1e verjaardag!)gevierd met z’n allen en vrienden van zijn pappa en mamma. Heerlijk om met Niek op schoot te zitten. (Hij was een beetje beduusd van alle bezoek).Troost. In de diepste zin van het woord.

Hij kreeg veel cadeautjes die hij met grote belangstelling openmaakte. Muziek genoeg. “La,la,la”, zingt hij met een schuddend bolletje wanneer hij een CD ziet. Hij kan met snelle vingertjes alles openkrijgen en als de CD-speler lager zou staan zou hij waarschijnlijk met veel plezier als DJ optreden. “Open, in, aan”, vingertje omhoog, luister…” Jaaaa! lalala”, helemaal verguld.

Kijkbijbel Kees de Korte

Van ons kreeg Niek de KijkBijbel van Kees de Kort, met de beroemde grote, expressieve platen, die in het Bijbels Museum ten toon gesteld worden.

Onze kinderen vonden ze prachtig. De blinde Bartimeus, die door Jezus weer ziende gemaakt wordt, z’n ogen wijd open gesperd.
De woeste golven en Jezus spreekt een woord: Stil! En het water is zo glad en stil als een spiegel..

Indrukwekkend was het altijd.
De platen in de kijkbijbel zijn wat kleiner, dat is jammer.

Maar voorlopig is Niek nog niet zo geestelijk geïnteresseerd. Hij is m.n. vol belangstelling voor auto’ s, dieren en vandaag wel in het bijzonder voor z’n 2 Jip en Janneke koffertjes! Prachtig vond hij die. Open en dicht. Niet altijd even makkelijk, maar kleine prutsvingertjes kregen het meestal voor elkaar. Met koffer in elke hand ging hij dan de deur door naar de gang, daaaaag, en dicht ging de deur.

Niek was op reis of naar z’n werk.