Memories of Korea – 3

Over Ds. Ted en Grace Hard, zendelingen in Korea. En een beetje geschiedenis.

Wat een markant stel mensen blijken onze gastvrouw en -heer te zijn.
Grace, docente op de basisschool op de Amerikaanse legerbasis, hartelijk, intelligent en geïnteresseerd in vele onderwerpen op het gebied van pedagogiek, theologie en christelijk geloof. Een lange, opvallende vrouw. Ze spreekt met een licht New Yorks accent en heeft een doordringende stem. Goedlachs en met gevoel voor humor. Ik voel een klik.


En Ted, docent theologie op dezelfde school als waar Kim zal gaan werken. Intelligent, vol rusteloze, onverzadigbare belangstelling voor van alles en nog wat, opvliegend, zeer begaan met het Koreaanse volk. Niet alleen op het gebied van zending in de nauwe betekenis van het woord, als evangelieverkondiging. Maar ook op de doorwerking van dat evangelie op sociaal en maatschappelijk gebied. Een van zijn passies was bijvoorbeeld het bouwen van kleine branders op zonne-energie zodat mensen op het platteland niet alleen afhankelijk van hout of (dure) kolen waren.

Wat hem karakteriseerde was vooral, dat hij altijd bezig was dingen te bedenken als mogelijke oplossingen voor de vele praktische problemen die er in het toen nog arme land altijd waren, en die het leven van de meeste mensen zwaar maakten. Hij kon zich opwinden over de koppigheid van Koreanen die liever volgens vertrouwde methodes bleven werken. Hij verzamelde hij meters en meters tweedehands theologische boeken om ze ter beschikking te stellen aan theologische opleidingen in de hele (derde) wereld. Een altijd bezige man, die principieel tegen vakanties en vrije tijd was, omdat God ook altijd werkte. Behalve op zondag. Een originele denker, dat zeker. Maar daarom ook wel eens moeilijk te volgen. Hij genoot van Kims gezelschap en er werden de nodige theologische discussies gevoerd. Hij kon heel dwars zijn en van Kim verwachtte hij dan tegengas.

Hun vijf kinderen zijn al lang het huis uit en terug in Amerika.

Een beetje geschiedenis

Ted Hard was een Korea kenner. Als jonge eerstejaars student meldde hij zich in de Tweede Wereldoorlog aan bij de Amerikaanse luchtmacht. Hij werd getraind als navigator op een B 29 bommenwerper. Zijn standplaats was de Filippijnen. Tijdens zijn trainingen daar werd hij geraakt door de armoede onder de plaatselijke bevolking, zowel fysiek als geestelijk Het deed in hem het verlangen ontstaan zendeling te worden. Na de oorlog studeerde hij verder aan Wheaton College in Chigago, waar hij zijn vrouw, Grace Vogel leerde kennen. Hij vervolgde zijn theologische studie aan Westminster Seminary in Philadelphia.

Na het behalen van zijn diploma vertrok hij naar Zuid-Korea, een land op dat moment geteisterd door een verschrikkelijke burgeroorlog (1950-52). Het communistische Noorden, in Russische handen terecht gekomen na de Tweede Wereldoorlog, was in 1950 het Zuiden binnengevallen en had, geholpen door tienduizenden Chinese soldaten, bijna heel het land bezet, met uitzondering van Busan, het uiterste Zuidoosten.
Miljoenen mensen uit het noorden vluchtten naar het zuiden, met name Busan.
Gedwongen door de Verenigde Staten en andere grote wereldmachten moest Noord-Korea zich uiteindelijk terugtrekken tot achter de 58e breedtegraad, ten noorden van Seoel, het zuiden verwoest achterlatend.

THE KOREAN WAR 1950 – 1953 (BF 397) Korean refugees leaving the battle area – women and children carrying their belongings walking along the side of the road. There are no men in the group, as they had all been conscripted. Copyright: © IWM. Original Source: http://www.iwm.org.uk/collections/item/object/205191941

Onder de vluchtelingen vanuit het noorden waren veel christenen. Pyongyang in het Noorden werd wel het Jeruzalem van Korea genoemd. De situatie in het land was chaotisch. De mensen waren straatarm en velen hadden geen dak boven hun hoofd. Men leefde in tenten of tijdelijke kampementen. Iedereen was wel een familielid of meerdere familieleden kwijtgeraakt door het trekken van een willekeurige grens van prikkeldraad en landmijnen ten noorden van Seoel. Men kon elkaar niet meer bereiken. Ouders hun kinderen niet, broers en zussen hun ouders niet, en vele broeders en zusters in Christus waren gevlucht of gedood. Die grondtoon van verdriet in de Koreaanse samenleving was een element waar wij ons maar langzaam bewust van werden, maar die op den duur voelbaar werd. Zelfs 30 jaar na datum.

Pioniersmentaliteit

In dat verwoeste en verscheurde land kwam Ted Hard aan in 1954 als zendeling namens de Orthodox Presbyterian Church. Hoewel Grace en hij al getrouwd waren, kon zij, vanwege de gevaarlijke situatie, nog niet direct met hem mee. Hun motivatie om juist in dat land als zendeling te gaan wonen was sterk en na een half jaar heeft Grace, hoogzwanger van hun derde baby, zich bij hem gevoegd met twee jonge zoons, Rodney en Sterling, die nog in de VS geboren waren. Zes weken na aankomst werd hun dochter geboren.
Om dit te kunnen moet je een pioniersmentaliteit hebben. En je niet door van alles uit het veld laten slaan. Het zijn bijzondere mensen die dit kunnen, met een persoonlijkheid die vaak in de ‘gewone’ wereld niet makkelijk in te passen valt. Laat ik het zo omschrijven. Ted was een pionier. Iemand die zich door niets of niemand liet tegenhouden wanneer hij meende een goed plan te hebben. Conflicten volgden hem dus overal. Maar veel goeds en nuttigs liet hij achter.

Dit als korte schets om een beeld te krijgen met welke bijzondere mensen wij de eerste anderhalve maand de dagen doorbrachten. Al wist ik toen nog niet van die hele geschiedenis.

Eerste indrukken


Niet lang na onze aankomst is het Koreaans Nieuw Jaar. Net als in veel andere Aziatische landen vieren de Koreanen hun feestdagen volgens de maankalender. In de jaren tachtig zeker nog. We worden gewekt door een hels kabaal van metalen trommels waar vol overgave op geslagen wordt met houten trommelstokken. Zo hard als mogelijk is, want de boze geesten moeten verjaagd. Als we gaan kijken bij de poost zien we een dansende groep mannen en vrouwen die op deze oorverdovende manier het nieuwe jaar inluiden. Goedemorgen. Later gaan we naar een park in de buurt waar veel gezinnen en stelletjes flaneren. En oude heren in prachtige kostuums. Ted spreekt ze aan in zijn redelijk vloeiend Koreaans. En wij worden natuurlijk nieuwsgierig gade geslagen. Op de dag van Seollal gaan mensen bij familie langs, met cadeaus, mooi aangekleed in Koreaanse dracht, eten traditioneel een soep met schijfjes rijstpasta. We zouden het nog acht keer meemaken.