We zouden nog eens een dansvoorstelling ‘doen’, hadden echtgenoot en ik afgesproken. Altijd een beetje zoeken, want voor je het weet kosten de kaartjes meer dan ik in een maand verdien aan Nederlandse les geven. Ooit een Podiumkaart gekregen, maar altijd wanneer je iets hebt uitgekozen wat leuk lijkt kun je niet online reserveren…een must, want pas aan de kassa betalen is te onzeker. Zit je op de achterste rij, achter een paal. Of is alles uitverkocht. Niet handig van zo’n kaart dus.
Maar goed, ik las over Scapino en dacht: dat lijkt me leuk. Ik was al tijden niet meer in Rotterdam geweest, dus de combi van een middag ronddwalen en ’s avonds een voorstelling zien was snel gemaakt.
Toen we Rotterdam inreden kwamen de herinneringen naar boven. We reden door naar de buurt van onze eerste gezamenlijke woonplek, de Boezemsingel. De oude panden waren er niet meer, dat wisten we. Ze waren al bouwvallig in de jaren ’70. We huurden een zolderverdieping indertijd. Nu niet meer voor te stellen, maar de douche ging de eerste dag al stuk en we deden de afwas in de wasbak, want een keuken zat er ook niet bij. Er stond een kastje op de overloop met een gasstel. De eerste maanden van ons huwelijk hebben we daar gekampeerd, zeg maar. We hebben drie keer rond gereden om toch weer enigszins een idee te krijgen van de buurt. Echtgenoot wist nog dat we vanuit ons zolderraam uitzicht hadden op de theologische opleiding van de Gereformeerde Gemeente. (Zoiets vergeet je immers niet…) Die zit daar nog steeds, dus vandaaruit konden we een reconstructie maken. De buurt is nu zeer exotisch geworden.
In het centrum liepen we over de Lijnbaan, langs de oude V&D, waar ik mijn eerste kookboek kocht, via de (mooie) Koopgoot, richting de Markthal, een fantastische aanwinst voor Rotterdam. Maar eerst dronken we koffie op het Stadhuisplein, vlakbij het verdwenen Steakhouse, waar we onze eerste ruzie hadden. Alles zag er daar zo aftands en bouwvallig uit! Dan heeft ons huwelijk de tand des tijds beter doorstaan, concludeerden we blij.
Natuurlijk het nieuwe station bewonderd. Wat een vooruitgang. Ik kan me niet herinneren in Rotterdam geweest te zijn in de laatste 40 jaar zonder dat er ergens in die omgeving niet een enorme verbouwing gaande was.


En toen, na in de Markthal bij Jamie’s gegeten te hebben (matig…) naar Tinto in de Ferro Dome. Toen ik af en toe in de stad ‘bouwvallig’ dacht, wist ik nog niet waar ik

later terecht zou komen. De meest desolate omgeving ooit! Een oud industrieterrein met afgestoten, lege opslagtanks en fabrieken. Zo lelijk dat het weer mooi werd. In een van die fabrieken organiseerde Scapino haar jubileumvoorstelling. Zeventig jaar. Met zg. locatietheater/dans /circus. In samenwerking met de Nits en Codarts Circus Arts. We verwachtten een soort Cirque Soleil, maar dan kleinschaliger en meer experimenteel.
Het was spectaculair. Een club fantastische dansers, musici en acrobaten. De muziek van de Nits deed me wat aan die van Bob Dylan denken. Pop-achtig en gevoelig. Een ontdekking voor me. Muziek waar de dans wonderlijk bij paste. Wat betreft de dans, ik heb weinig verstand van choreografie en meen dat er bij moderne dans nooit veel duiding mogelijk is en dat het knap, maar nogal rommelig plaatsvindt. Dat is modern, denk ik dan. Toch bleek dat een punt van kritiek te zijn in de recensies van enkele kranten. Hoe dan ook, de prestaties waren ongelooflijk. Wat wordt er keihard gewerkt door deze mensen en wat hebben ze een, naar het lijkt, perfecte beheersing over hun lichamen. Iedere beweging is doordacht. Hoekig of vloeiend, altijd indrukwekkend.
Het was een gedenkwaardig dagje uit.
Nog een video van de Nits met Kiteman als voorbeeld van de muziek.