Onkruid en de les van de stokroos

Hij is er weer. Mister Black Dog. Een combi van medicatie afbouwen, drukte, slechte nachten door de warmte en jawel, ik hoorde hem weer keffen. Altijd weer verbaast me de plotselinge verschijning van het beest. Hij zit verstopt achter een boom. Je loopt voorbij en zonder waarschuwing springt hij je in de nek en blijft daar zitten hijgen. 

Ik ga ‘gewoon’ slapen en voel het op me dalen bij het wakker worden. Een zware, beklemmende deken. Het dekbed vouw je terug bij het opstaan, maar deze deken schud je niet zo eenvoudig af. Je draagt hem mee als een terneerdrukkende, benauwende last.
En het ging zo goed! Dan komt de twijfel.
Ging het wel echt goed?
Natuurlijk was het echt!
Ja maar…
De kenmerkende vermoeiende, innerlijke dialogen waar mensen met psychische problemen meesters in zijn.  Wel waar, niet waar, toch wel, toch niet, enzovoort.
Kappen! wil ik schreeuwen als mijn driejarige kleinzoon, die dat woord geleerd heeft van zijn grote broer. Klep dicht!

Bewegen is het motto tegenwoordig. Sporten, fietsen, wandelen. Maar oh, de warmte…Ik zweet liters alleen al door in het huis wat noodzakelijke dingetjes te doen. Vroeg in de ochtend, zegt een opgewekte, energieke vriendin. Ach, lieverd, zeg ik, ik slaap vaak na een onderbroken nacht pas tegen vijf uur weer in. Ja, ik weet het.. in de avond dan maar. Ik beloof het maar weet ondertussen dat het me niet zal lukken. Of toch wel?

Werken in de tuin biedt altijd verademing. Helaas, door de hitte is er niet veel eer aan te behalen. Ik haal wat dooie bloemetjes van de armetierig bloeiende planten. Het gras is geel, de bosbessenstruik toont wat verdroogde besjes, die ik maar laat zitten voor de vogels als die ze nog pruimen. Zelfs de Hortensia’s, altijd oersterk, laten hun bladeren hangen en de bloemtrossen zijn verbleekt. Het past naadloos aan bij mijn stemming. De Fazantenbes – (Leycesteria formosa) die anders zo mooi staat te pronken is ook al schlemielig. De besjes zijn overrijp. Ze smaken wel heel lekker. Ah, daar haal ik toch weer een flard bemoediging uit de tuin. Schlemielig maar toch van waarde zijn. Niet alles is wat het lijkt.

In de achtertuin zie ik ook alleen maar niet-florerende planten en struiken. Ik weet dat het door de stemming komt. Die werkt als een filter. Bij mij zoomt alles in op onkruid, wat het niet goed doet en wat er ontbreekt. Ik loop langs een van de stokrozen en denk, somber, alweer die lelijke zuurstokroze bloemen. Schoorvoetend moet ik aan mezelf toegeven dat de Oost-Indische kers het best goed doet. Ik ben gek op die felle oranje-rode bloemen. De Lathyrus lijkt het ook wel beter dan anders te doen. Meer bloemen en steviger dan andere jaren. Iets begint een beetje door de dikke mistlaag heen te dringen. Ik voel het droge, gele, stoppelige gras onder mijn blote voeten en ruik de prikkelige geur van hooi. De droge aarde heeft een eigen aroma en er is geen slak te bekennen. En dan zie ik opeens dat de vorig jaar gezaaide stokroos bloeit. De hoop op een andere kleur dan roze had ik al opgegeven. Alles kleurt immers roze in deze tuin?
Deze is intens donkerrood! Ik kan weer (ok, een paar seconden dan) blij zijn. De verrassing van de mooie kleur is een teken van hoop voor mijn vale stemming.

Onverwacht bezoek

20131125_110659 (1)De ‘black dog’ (zie mijn vorige blogs over de black dog, een ander woord voor depressie) miste me, zo zei hij. Het werd tijd voor een bezoek. Hij was al binnen voor ik er erg in had en toen hij eenmaal op de bank lag, kon ik niet meer van hem af. Ik probeer een goede gastvrouw te zijn. Want van afwijzing en boosheid wordt het beest alleen maar zwarter en lelijker. Af en toe een aai over zijn hoofd. Maar ook weer niet té veel aandacht. Me niet af laten blaffen door ‘m, maar wel proberen in gesprek te blijven. Wel vermoeiend, hoor, zo’n hond op bezoek. Ik had hem helemaal niet gepland! En dan zit hij daar zomaar of hij nooit is weg geweest…Af en toe gaat hij op schoot liggen en daar krijg ik het echt spaans benauwd van. Zo close wil ik niet zijn met hem.

De hond vindt het best als ik wat actief blijf. Veel in de tuin doen maar, dan kwispelt hij wat om me heen en heel af en toe gaat hij slapen. Dan ben ik even op mezelf. Het gekke is dat ik dan zo’n moeite moet doen om hem niet te zoeken. Is hij nou weg? Is hij even weg? Is hij misschien helemaal weg? Maar dat zoeken maakt hem wakker…hij voelt het aan of zo. Helaas. Zijn voortdurende aanwezigheid maakt me wel gespannen, merk ik. Alles in me verzet zich tegen dat vervelende beest, maar ik moet toch zijn aanwezigheid accepteren. Hoe ik het ook draai of keer en hoe vervelend ik het ook vind,  het is ergens toch ook mijn hond.

Ik ben druk met het bezoek. Er blijft weinig tijd en energie over voor andere dingen. Rustig thuis maar wat bezig blijven, actief in de tuin bewegen, wat fietsen of wandelen, films kijken. Dan is de hond het rustigst en ik dus ook.

Ik hoop dat hij zich gauw weer gaat vervelen. Bij mij heeft hij eigenlijk alleen maar een hondenleven. Ik zal blij zijn als het zover is. Ik wil nog wel uitzoeken waarom hij nu zo plotseling verscheen, na lange tijd. Maar of dat lukt? Ik moet er maar gewoon aan wennen misschien. Af en toe wil het beest me zien. Hoewel….meestal zijn er ook wel nieuwe levenslessen, of oude die ik vergeten was.

Hondenfluisteraar

dog-whisperer-cesar-millan-Als ik er langs zap blijf ik meestal even hangen: The Dogwhisperer, Cesar Milan. Op een van de commerciële zenders, National Geographic Channel Wild. Die mooie kop alleen al van de man. Mexicaan denk ik, van oorsprong, mooi gebruind, grijs haar en een lijf zo uit de sportschool. Maar goed, dat is niet de reden dat ik blijf hangen. Hij is toch te breed en zo naar mijn smaak.

Maar zijn manier van omgaan met (probleem)honden en mensen is fenomenaal. We hebben ooit zelf honden gehad en dan herken je veel van zowel het honden- als mensen gedrag. Vooral ook wat we niet goed deden. Te lief, te weinig de baas zijn. Te veel de honden als onze baby’s zien. Het is heel verleidelijk, omdat ze als pups zo overweldigend schattig zijn. Maar slechte gewoontes die je jong niet corrigeert worden als de honden ouder worden irritant of gewoonweg gevaarlijk. Een van onze honden gromde als je aan zijn eten kwam. Dat vonden wij, naief als we waren wel lief van zo’n mini-hondje. Maar later, toen onze mini-hond groot was gromde hij nog steeds en moest je met allerlei commando’s hem bevelen zijn bak los te laten. Wij wisten het en naar ons luisterde hij, maar wee degene die zonder enig vermoeden iets wilde pakken zelfs maar in de buurt van die bak…Onze Max beet in alles wat hem niet zinde. En hard ook. Na de derde gast bij de EHBO voor een tetanus injectie was het einde verhaal en hebben we hem naar het asiel gebracht, met pijn in ons hart want het was een geweldige hond verder.

Nu hebben we geen honden meer. Ik heb er wel nog eentje die voor de buitenwereld onzichtbaar is, maar bij mij heel lastig gedrag kan vertonen. Mijn hoogst persoonlijke ‘Black Dog’ die meestal braaf in zijn bench blijft, maar af en toe opeens naast mijn bed staat, grommend en al. Voor diegenen die mijn blog nog niet zo lang volgen lees hier meer over die Zwarte Hond. Het is de naam die Churchill ooit aan zijn depressies gaf. 

Het helpt me om zo’n beeld te hanteren. Het meest destructieve van een depressie is namelijk de neiging te denken dat jij het zelf bent die al die zwarte gevoelens en gedachten genereert, terwijl het de kwaal, de ziekte is die alles vervormt. Om het buiten je zelf te plaatsen geeft moed en ruimte om de strijd aan te gaan. Het is een woeste, dreigende, blaffende en grommende hond, maar er zijn middelen en er is hulp om hem te bedwingen. Handelbaar te maken.

En daar is de link met de Hondenfluisteraar. Wat hij doet kan ik toepassen op mijn eigen onhandelbare Hond. Wat leert Cesar de baasjes namelijk? Dat zij door hun gedrag de hond beïnvloeden. Zijn ze angstig, onzeker, te lief, dan nemen dominante honden het heft in handen. De baasjes moeten zeker worden van zichzelf, rustig zijn en respectvol, maar vol overtuiging, de baas blijven. Nu is dat veel gevraagd van iemand met een depressie. Het laatste wat je voelt is rust en zekerheid immers. Maar deze baasjes vroegen ook om hulp. Het is blijkbaar iets wat je leren kunt met oefening en geduld. Veel eigenaren met een probleemhond raken geïsoleerd vanwege dat gedrag van hun beest. Als ze hulp gezocht hebben en leren omgaan met de problemen komen ze ook uit hun sociale isolement!

Moraal: Zoek een ‘Dogwhisperer voor jouw Black Dog’.

 

Repeterende breuk en pillen

Ik moet eerlijk toegeven dat ik niet meer weet waar het rekenkundig voor staat: repeterende breuk. Maar in de overdrachtelijke betekenis weet ik het maar al te goed. Ik heb laatst mijn eigen blogs herlezen in de categorie Depressie en was verbaasd om te zien hoe die repeterende breuk mijn leven van de afgelopen, laten we zeggen, acht jaar bepaalde.

Ik heb een aantal blogs geschreven over mijn Black Dog, (zoals Winston Churchill de depressies waar hij aan leed noemde). Die achtervolgt me namelijk bij tijden genadeloos. Na het herlezen van de blogs besefte ik dat er wel degelijk  een patroon zit in de schijnbaar willekeurige periodes van depressie die me overvallen. Iedere keer ben ik op de terugweg van het afbouwen van de anti-depressiva.

Het verloopt zo: Het gaat een tijd goed– Het gaat nog steeds goed– Het gaat in feite prima! –Waarom eigenlijk nog steeds die pillen slikken?– Voorzichtig begint deze vrouw met kruimeltjes minderen. Heel langzaam ga ik terug in dosering. Ik neem na iedere stap de tijd om aan te zien hoe het gaat. Best wel goed, is dan de conclusie, en ik noteer een klein gevoel van triomf.

En dan, na verloop van een aantal maanden, begint de schommeling. Die heb ik aanvankelijk niet door. Logisch. Iedereen is wel eens onevenwichtig, toch? Prikkelbaar, somber, lusteloos of wat dies meer zij. Langzaam, maar wel zeker, begint die stemming echter te overheersen. Het kost steeds meer energie om ‘gewoon’ te leven. Oh, dat heerlijke ‘gewone’ leven….Het is moeilijk uit leggen hoe moeizaam het leven verloopt van iemand die depressief is. Het malen in je hoofd, het negatieve wat dreigt over te nemen, de zelfbeschuldigingen die je steeds het hoofd moet bieden, de gevoelens van minderwaardigheid, het ontbreken van iedere natuurlijke vorm van ‘zin’. Weten dat het de depressie is, maar toch…Vooral dat constante ‘gesprek’ met jezelf is zo uitputtend.

Als het eenmaal zó ver is weet ik: tijd voor actie. En dat is tot nu toe iedere keer weer een gang naar de huisarts die zegt dat ik gewoon mijn pillen moet slikken en niet moet minderen. Blijkbaar heeft mijn brein die dosis nodig om ‘gewoon’ te functioneren. (Mijn grote zus zegt het trouwens ook altijd, ga nou niet minderen..)

Goed de conclusie is dat ik accepteren ga dat 2 pillen per dag er ‘gewoon’ bij horen. Naast het diabetes pilletje. De hogere dosering begint weer aan te slaan en het leven begint weer ‘gewoon’ te worden. Goddank.

En nu weer regelmatig bloggen. Want daar is geen ruimte voor als de Black Dog in mijn nek hijgt.  Ik zie zijn staart nu in de verte en hoop dat hij lang weg blijft. Ik beloof geen dingen te doen die hem terugroepen!

Deze YouTube video is van de WHO (World Health Organisation) en gebruikt ook het beeld van de Black Dog op een hele verhelderende en humoristische manier. De moeite waard om even te kijken.

Kikker en fietsen

Ik ben aan het fietsen geslagen. Wie mij kennen weten dat ik liever lui dan moe ben en, áls ik dan moet bewegen, wandelen prefereer. Fietsen heb ik mijn hele leven gedaan. Naar en van school (waarbij de wind altijd draaide in mijn nadeel onder schooltijd. Heen wind tegen, terug wind tegen..). Naar de winkels, naar de kerk, naar mijn werk. Het valt me dus zwaar fietsen als iets te zien dat ontspanning brengt. Het is een noodzakelijk kwaad, laten we zeggen. Functioneel, handig, beter dan de auto, maar meer ook niet. Behalve misschien dan op windstille dagen

Edoch, nu de zwarte hond mij weer achtervolgt zocht ik naar een manier om flink te bewegen. Tenslotte schreeuwt iedere krantenpagina mij tegenwoordig toe dat bewegen de goeie therapie is. Ik liet me meeslepen door echtgenoot die een ware wielrenner is. En zowaar, na een uur of zo fietsen begon ik me beter te voelen. Het gemaal in mijn hoofd vermindert, ik voel me lekkerder en het beklijft langer dan het ene uur of wat.

Ik zit dus nu in de Kikker gaat Fietsen modus. Zelfs de wind houdt me niet tegen. Hoe meer wind des te meer beweging, dus minder gemaal.

Black dog

The Black Dog is upon me again. Churchill heeft voor zijn depressieve periodes die term bedacht. Black Dog. Hij ging dan o.a. muurtjes metselen, uren lang. Geen gekke bezigheidstherapie. Je moet wat doen wanneer de depressie toeslaat, maar het kan ook weer niet teveel van je vragen. Concentratie is verminderd, je hoofd wil niet zo best en je geest wil helemaal niet.

Foto’s plakken. Was vouwen. Beetje lezen. Boodschap doen. ’t Klinkt allemaal zo gezellig en ontspannen maar zo ervaar ik het niet. Gewoon normale dingen blijven doen, terwijl je daar met een griep niet over zou denken. Ziek is ziek en dan kruip je in bed. Maar helaas, onder de wol kruipen tijdens een depressie draagt niet bij aan mijn gevoel van welzijn. Het is één van de paradoxen van deze ziekte. Juist datgene waar je het meest tegen opziet moet je doen om je ietsje beter te gaan voelen, of in elk geval niet slechter. Gedoseerd onder de mensen zijn, bewegen, W.C’s schoon maken, enzovoort. Maar wat kan een lijf zich moe voelen.

En nu weer wachten op de dag dat de medicijnen gaan werken en dat alles weer vanzelf gaat. Niemand voelt zich zo gelukkig met de gewone dagelijkse gang van zaken, als iemand die een periode van depressie achter de rug heeft, geloof ik. Er hoeft niets bijzonders op de agenda te staan. Maar weer de gewone dingen doen zonder die bodemloze vermoeidheid en tegenzin is bijna paradijselijk.

Ik las bij Maarten van Buuren in ‘Kikker gaat fietsen’ (Lemniscaat, een verslag van een depressie) dat in zijn opinie depressie o.a. leidt tot een vergroot bewustzijn. Voortdurend ben je je ervan bewust dat je reacties niet normaal zijn. De emotie is verstoord dus bij alles realiseer je je dat er iets ontbreekt. Dat leidt tot de vreemde situatie dat je pijn ervaart om wat je niet voelen kunt. Dat is weer zo’n paradox. Van Buuren noemt het de ervaring van verlies. De glazen stolp waaronder jij je bevindt en waar het lijkt dat niemand jou en jij, andersom, niemand werkelijk bereiken kunt. Dat beeld wordt door alle depressieve mensen gebruikt, de glazen plaat die scheiding aanbrengt tussen jou en de realiteit.

Ik ervaar het zelf als desintegratie. Het is alsof er een puzzelmal over mijn werkelijkheid gegaan is, waardoor die in puzzelstukjes uiteen gevallen is. De verleiding is om steeds te proberen alles aan elkaar te passen, wat niet lukt. Pas als ik me weer goed voel passen de stukjes als vanzelf in elkaar en is er weer sprake van een geheel. Van integratie.

(Nu ik dit publiceer voel ik me weer wat beter trouwens. Maar in het kader van taboe doorbreking wil ik er toch een paar blogs aan wijden.)