De theepot van oom Bram

Voor ik het over de theepot ga hebben, eerst wat over oom Bram. Oom Bram was de ongetrouwde broer van mijn vader. Mijn vader’s familie scoorde niet zo hoog op de huwelijksmarkt. Van de acht zijn er maar vijf getrouwd. En van de vijf bleven er twee kinderloos. Dat valt eigenlijk wel mee, nu ik erover nadenk. Maar de twee ongetrouwde zussen en de broer die tot op hun zestigste of zo, in een mini huisje samenwoonden maakten op mij als kind diepe indruk. Ik snapte daar niets van. In mijn wereldbeeld trouwde iedereen en dan zaten daar in de Gorzen in Schiedam DRIE vrijgezelle grote mensen bij elkaar in een kabouterhuisje, met daaraan vast een heus winkeltje. Aan de overkant was nog zo’n huisje en daar woonde eveneens een ongetrouwde dame, door ons oude tante Leens genoemd. Zij was een zus van mijn oma, met de (voor mij)  exotische achternaam Buschman. Ja, wij zijn van Duitse afkomst. Dat mag ik tegenwoordig weer vrijmoedig zeggen.

Maar even terug in de tijd. Jaren dertig, vorige eeuw. Ik weet niet hoe het zo kwam (kerk?), maar op jonge leeftijd was oom Bram verliefd op mijn moeder, toen vijftien of zo. Hij uitte dat door haar steeds op te wachten na de gymnastiek. Hij liep dan een eindje met haar op, maar zei niets, waar mijn moeder zenuwachtig van werd. Mijn moeder kon absoluut niet tegen stiltes, toen ook al niet. Op een goed moment (voor mij in elk geval) stelde Bram voor ‘uit’ te gaan. Maar, vertelde mijn moeder mij later, voor geen goud wilde ze met deze zwijgzame jongen samen weg, voor zover dat al mocht in die tijd. Geen nood, hij zou zijn (jongere) broer meenemen en zij een vriendin. De rest van het verhaal is geschiedenis. Want de charmante, spraakzame, vrolijke dandy Henk (drie jaar ouder) stal haar hart. Bram had het nakijken. Hij heeft geen wrok gekoesterd, want ik weet niet beter dan dat hij iedere zondag, toen we nog in Schiedam woonden, na de kerk (waar hij niet heen ging) op de koffie kwam om de laatste stand van de belastingen door te spreken. Hij was belastinginspecteur geworden en mijn vader was graag op de hoogte van de mazen in de (belasting)wet als vader van een gezin van vijf kinderen.

-arzberg-golfbal-

 

Dan nu de theepot. Indirect is oom Bram de oorzaak van mijn interesse in servies. Ik heb serviesgoed altijd leuk gevonden, maar het servies dat bij hem in de kast stond bij zijn overlijden was het begin van een serieuze interesse. In zijn kast, bij de boedelverdeling, vonden we een Arzberg Loffelhardt Golfbal servies. Dat wist ik toen nog niet. Maar ik vond het mooi en instinctief voelde ik aan dat het een mooie kwaliteit porselein was. Niemand had interesse, behalve ik. Mee naar huis genomen alwaar het in een kast verdween. Ik verzamelde toen nog links en rechts, willekeurig en alles kwam naast het servies in de kast te staan of ergens op een pronkplaatsje. Maar op een gegeven moment heb ik een begin gemaakt met het me meer verdiepen in merken en namen van ontwerpers van serviezen.

Toen we verhuisden naar IJselstein moest er van alles de deur uit. We gingen kleiner wonen. En wat heb ik weg gedaan in een vlaag van verstandsverbijstering? Het Golfbalservies! Op een paar bordjes, de soepkommen en een schaal na. Ik had een aanval van ‘praktisch en nuttig’ en de rest: wég. Mijn hart bloedt nog steeds nu ik op internet de prijzen zie van de (ook nog eens zeldzame) onderdelen van dit mooie 50’er jaren servies. In elk geval heb ik weer een theepot gevonden, met kopje. En dan niet denken: ik had zes kopjes! Én een theepot. En zo’n geweldig leuke schaal-met-deksel!

Moraal van het verhaal? Bedenkt voordat gij iets aan de Kringloop schenkt!

golfbal schaal