Wie is er bang voor wiskunde?

Het is de titel van een nieuw verschenen boek van een leraar wiskunde, Gerardo Soto y Koelemeijer. 

Ik ben bang voor wiskunde. Al decennia. Ik kan wel zeggen dat wiskunde, in mijn tijd nog algebra en meetkunde geheten, mij vele nachtmerries bezorgde in de jaren 1967 -1969. Ik verraad daarbij direct mijn leeftijd maar dat was volgens mij al geen geheim meer.

In 1967 zit ik in klas zes van de School met de Bijbel in Rheden. We zijn een jaar daarvoor verhuisd van stedelijk Schiedam naar dit dorpje onder de Posbank in Gelderland. Mijn moeder brengt me de eerste dag naar school. Op mijn verzoek draagt ze haar zondagse jas en hoed. Ik was al vroeg gevoelig voor kleding. De jas is van donkerrode tweed met zwarte fluwelen kraag en daarbij een zwartfluwelen hoed. Ik kon mijn onzekerheid de baas door trots te zijn op mijn mooie moeder.

In groep zes heb ik mijn draai gevonden en presteer goed. Zonder cito’s krijgen we allemaal een schooladvies. Het mijne is HBS. Maar we moeten wel toelatingsexamen doen. Op een goeie dag in de zomervakantie fietsen we als groepje richting Arnhem. Naar het Christelijk Lyceum Arnhem alwaar de toets zal worden afgenomen. Het is spannend maar ik slaag zonder problemen. Dan vangt mijn middelbare schooltijd aan.

Ik ben een talenmens. Als kind al een lezer vind ik het op de HBS heerlijk om ingewijd te worden in nieuwe talen als Frans en Duits en mijn eigen taal verder uit te pluizen. Uiteraard mopper ik mee over naamvallen en werkwoorden, maar stiekem vind ik het leuk.

Minder blij ben ik met de vakken algebra en meetkunde. Of die al in de eerste klas werden gegeven weet ik niet meer. In mijn herinnering begon de kwelling vroeg en duurde eindeloos lang. Mijn hersenen konden op geen enkele manier de abstracte formules, berekeningen en vormen bevatten. En mijn wiskundeleraar kon op geen enkele manier de disfunctie van mijn hersenen bevatten en raakte geïrriteerd als ik het ‘nog steeds’ niet snapte.

Uren bracht ik door op mijn kamertje met mijn geduldige, lieve oudste broer die zijn uiterste best deed mij enig begrip bij te brengen. Na alle oefening, perste ik soms zowaar het juiste antwoord uit mijn vermoeide brein. Maar kwam ik dan de volgende dag op school en de leraar schreef de opdrachten voor een proefwerk op het bord, stond het huilen me nader dan het lachen. Het was een groot abracadabra voor me. Hoe stom een kind zich dan kan voelen, als iedereen om je heen ijverig zit te pennen en jij hebt geen idee zelfs waar te beginnen! Dat paniekgevoel graaft diep door in een kinderziel.

Uiteindelijk ben ik in de tweede klas blijven zitten met een twee en een drie voor de vakken. Ik mocht, vanwege de goede cijfers voor andere vakken wel verder naar de HAVO. Een toen nieuwe vorm van onderwijs waar op deze school een pilot voor werd gedaan. Ik was dolblij, Alles was beter dan nog een jaar die kwelling te moeten ondergaan.

Er is dus een boek geschreven over dit fenomeen. De angst voor wiskunde. En hoe die voor leerlingen is weg te nemen. Ik wist al langer dat onder die ijverig pennende klasgenoten van mij er heus wel meer waren die minder goed waren dan het leek. Hoe het hen is vergaan weet ik niet. Mij is de ervaring van falen op deze manier altijd bijgebleven. Een leraar die grapjes maakt over jouw ‘eigenwijsheid’ en gebrek aan hersenen slaat een deukje in het zelfvertrouwen.

Vandaar dat ik de publicatie van het boek toejuich. Laten vooral leraren wiskunde hun voordeel ermee doen. En ik ben blij dat ik niet de enige ben die bang is voor wiskunde.

N.a.v Wie is er bang voor wiskunde?
Auteur: Gerardo Soto y Koelemeijer
ISBN:9789462988392