Back to the US of A – Klein medisch dossier

Na mijn val over een domme stoeptegel in Casper, Wyoming, een uithoek in het Middenwesten van Amerika, heb ik eigenlijk opmerkelijk weinig klachten. Ik ben hard bovenop mijn gezicht gevallen en mijn rechterschouder. Ik verwachtte eindeloze spier- en bottenpijn, maar alles viel mee. Wie weet dankzij mijn extra calcium en magnesiumpillen die ik al tijden slik. Wat minder is de verkleuring op mijn schouder en rond mijn oog. Het sneetje in mijn wenkbrauw is geplakt, daar zit een soort Y vormige korst, maar het vel tussen mijn wenkbrauw tot en met het ooglid is verkleurd en gezwollen. Ik heb al niet wat je noemt een strak oogvelletje (meer). Maar wat er nu zit is erg. Er hangt een soort bruingeel, gekreukeld zakje onder mijn wenkbrauw…Echtgenoot zegt natuurlijk dat het wel meevalt, maar ik vind absoluut van niet. Dit gecombineerd met mijn blauwzwarte schouder is in de zomer in bikini toch niet je van het. Temeer daar het ook nog eens verdacht lijkt.

Echtgenoot zoekt al dagen naar een T-shirt met opschrift: I didn’t do it! 

Terwijl we nog aan het wachten waren in de behandelkamer van de Eerste Hulp in Casper werd er iemand in doodsnood binnen gebracht. Een enorm gekots, gehoest en gehijg en snikkende geluiden. Is dit een spoedbevalling, een hartaanval, een dodelijk ongeluk? We luisteren met afgrijzen. Dit is tenslotte de ER. ‘Put her in 2’ roept onze nurse, ‘she can wait!’. We kijken hem verbaasd aan en hij lacht: ‘she is here everyday, we’ve gotten used to it, sorry’.

De medische hulp in het kleine ziekenhuis was erg goed. Zeer vriendelijke verpleegkundigen die me allemaal ‘honey’ en ‘darling’ noemden. De nadruk op privacy viel me weer op. Ik moest mijn bovenkleding uitdoen om de schouder te laten onderzoeken door een arts en kreeg een gewaad aangereikt om aan te doen.  Het enige nut van zo’n jurk is dat je niet in je blootje zit te wachten. Ik vind dat prettig. In Nederland is het de gewoonste zaak van de wereld. Je zit in een kamertje te wachten in je nakende nakie en een wildvreemd iemand komt binnen, schudt jouw hand, alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat ik daar in mijn blote vel zit en begint een zakelijk gesprek over hoe en wat. Ik kan er wel mee leven, maar voel me toch altijd lichtelijk ongemakkelijk.

Ik heb de jurk niet aangedaan hoor, tenslotte zat ik gewoon in mijn hemd. Maar het gebaar vond ik prettig. Verder moest ik zelf besluiten of er gehecht of geplakt moest worden en of ik een röntgen van de schouder wilde. Hechten mocht, röntgen mocht, maar echt nodig was het niet, mar de keuze was aan mij. Over dat hechten hoefde ik niet lang na te denken: plakken die boel! Een tetanus injectie leek me raadzaam. De röntgen leek me overbodig en om de gezondheidszorg niet op hogere kosten te jagen heb ik me snel laten ontslaan.

Voelen doe je met je lijf

‘Ik was misselijk en duizelig en moest van mijn fiets afstappen zo ellendig voelde ik me. Ik realiseerde me dat ik boos was en dat het zich zo bij mij manifesteerde’, aldus een goeie vriendin laatst.

‘Het voelde alsof ik met een mes van mijn buik tot aan mijn hals werd opengereten, zo’n pijn voelde ik’, een citaat van een weduwe uit een filmpje over rouw en verdriet.

Het is alsof er een zware steen op mijn borst ligt, waardoor ik niet goed kan ademhalen, alsof er een zwaar gewicht aan mijn voeten hangt, zo moe ben ik, alsof mijn tong drie keer zo dik is, zo moeilijk krijg ik een woord uit mijn mond‘, een beschrijving van iemand die depressief is.

Emoties voelen doe je blijkbaar met je lijf. Alle uitdrukkingen in onze taal ten spijt dacht ik lang dat emoties zich ergens anders afspeelden dan in mijn lichaam. Emoties zijn immers ‘geestelijk’, iets van de psyche, dus dat is een andere dan een fysieke ervaring.

Iets ligt als een steen op de maag, het komt je de strot uit, het lood in de schoenen hebben, een waas voor de ogen hebben, ergens de buik vol van hebben, niet lekker in je vel zitten, wie er meer uitdrukkingen paraat heeft mag het zeggen. Waar kunnen we anders mee voelen dan met ons lichaam? Het is het enige instrument dat ons in staat stelt te beschrijven én te signaleren wat er met ons gebeurt. Je lichaam vertelt je feilloos wat je gevoelens zijn.

Andersom is het natuurlijk niet zo dat iedere lichamelijke sensatie eigenlijk een verborgen emotie is. Voor mij was het echter een verbijsterende ontdekking dat gevoel en ervaring zo fysiek en lijfelijk zijn. Dat depressie ook voelt als een stevige griep, dat boosheid zich kan uiten in verlamming, duizelingen, misselijkheid, dat verdriet als een pijnlijke bonk in je borstkas klopt waar je letterlijk benauwd van kan zijn.

Waarom ik dit schrijf? Omdat, anders dan bij werkelijk lichamelijke aandoeningen, erover praten een enorme (tijdelijk, maar toch)verlichting van de ervaren pijn kan geven. Puur het kunnen delen met een ander van datgene wat je ervaart kan de mate van pijn verlichten. Dat is het verschil met ‘echte’ maagpijn, hartfalen, benauwdheid en andere ziektes. Dan zal praten niet helpen. Beter om naar de dokter gaan.

Maar die andere pijn, die moet gedeeld. Geef daarom mensen met verdriet, pijn, boosheid over geleden onrecht of depressie de ruimte om te vertellen. Gewoon. Dat. Ruimte, belangstelling en een luisterend oor. Oplossingen zijn niet direct nodig. Praat zelf maar niet teveel, maar als je het kunt, geef iemand ruimte en aandacht. Het maakt verschil, echt!

Ook dat voel je met je lijf.

Jaarlijkse testjes

Eenmaal per jaar ga je als diabetespatiënt even door de molen. Extra bloed- en urinetestjes, een bezoek bij de arts in plaats van de verpleegkundige of assistente. Vanmorgen ter voorbereiding nuchter bloed prikken. Netjes in mijn telefoon gezet, die rinkelt ter herinnering. Ik blijf het een crime vinden als NIET ochtendmens vroeg op te moeten staan, en tot overmaat van ramp ook nog zonder eten de deur uit te moeten.

Bij de bloedprikpersoon was ik direct aan de beurt, wat ook wel eens anders is. Maar bij haar vragende blik voel ik mij onrustig worden, er was iets wat ik mee had moeten nemen.

Natuurlijk het formulier! En nu de grijze cellen toch zijn opgeschrikt en beginnen te bewegen, het potje urine!

Terug naar huis. Grom, grom. Het potje urine blijkt voor mijn ochtendmodus een immense uitdaging. Het is namelijk niet zomaar een jampot waar je met enige moeite nog redelijk in kunt richten. Het is een minuscuul potje, met instructies die een heldere geest en een uitgeslapen hoofd vereisen, het liefst met ontbijt ondersteund. Mijn nuchtere hersenen protesteren. Ik moet heel veel doen alvorens ik  de gewenste plas mag trachten op te vangen. Ik bespaar jullie de details maar ik ben ervan overtuigd dat de instructies niet zijn uitgeprobeerd door degene die ze bedacht heeft en zeker niet met een nuchtere maag om 8 uur ’s ochtends. De drie seconden dat ik ze probeer op te volgen hebben als resultaat dat het vocht overal heenstroomt, behalve ….juist.

Na 10 minuten gerommel ben ik eindelijk klaar en weer onderweg.

Mijn kopje koffie met ontbijt eenmaal weer thuis smaakt wel bijzonder lekker.

‘ Fidgets in your legs’ of: RLS

Je valt in slaap en na een half uur word je weer wakker, kriebelbenen. Je kunt de slaap wel vergeten, je moet je bed uit en rondlopen. Misschien straks een tweede poging wagen.
Je installeert je op de bank om een videootje te kijken . Nog geen vijf minuten bezig en je loopt alweer rondjes om de bank. Dan maar staande kijken.
Je zit in de auto en smeekt de chauffeur ‘nu’ te stoppen. Je houdt het niet, je moet bewegen, er uit!

Lees verder “‘ Fidgets in your legs’ of: RLS”

ziekenhuis of dormicon?

Even een snelle update over de gezondheidssituatie van mijn moeder. Maandagochtend landden we op Schiphol, om 8 uur ’s ochtends, na een snelle vlucht uit Boston. Wind mee. dus binnen 6 uur in Nederland!

Niet lang nadat we thuis gekomen waren belde Ed, mijn broer. Hij was gebeld door de verpleeghuisarts over mijn moeder, haar gezondheid was de laatste weken sterk verslechterd. Ze was ernstig uitgedroogd vanwege veel te hoge suikers (boven de 20) en het leek erop dat ze het niet meer ging trekken. Ze was verward, at slecht, dronk te weinig etc. Wat wilde de familie. Een opname leek onvermijdelijk om haar insuline weer goed in te stellen en verder had ze andere symptomen die op Parkinson leken. Ook dat zou onderzocht moeten worden. Wilden wij nog een ziekenhuisopname? Zo niet, dan moesten we er mee rekenen dat moeders niet langer dan twee weken te leven had. De arts stelde voor om in het laatste geval te starten met Dormicon, een sedatiemiddel. Niet een bespoediging van het einde, maar een manier om haar in een soort slaaptoestand te brengen, zodat ze niet bewust zou lijden.
Bàm, ik ben met een klap weer terug in de werkelijkheid van alledag, die minder zonnig is dan de tien vrolijke dagen in de VS.

Wat te doen. Eerst maar overleggen als familie. Ziekenhuis was al direct voor ons alle vier geen optie. Al het spuiten en prikken en porren wilden we moeders niet meer aandoen. Een fragiel mens van 89 jaar, met adertjes zo dun als zijden draadjes,  overgevoelige spieren en botten, die willen we niet meer onderwerpen aan naalden en infusen en wat dies meer zij. Als het lichaam niet meer wil, dan mag ze gaan voor ons.

Maar gelijk aan de Dormicon? Dat was wel weer erg drastisch! Wat was er eigenlijk aan de hand? Heeft ze niet weer gewoon een blaasontsteking, opperde een van ons. De chronische kwaal die haar in toenemende mate ernstig ziek maakt. Zo zelfs dat omstanders denken dat ze stervende is en alle levenslust kwijt is. Dat í­s ook zo, maar een antibiotica kuur doet letterlijk wonderen. Na twee dagen eet en drinkt ze weer  en is de doodsblik in haar ogen verdwenen.

Dit brachten we in het gesprek met de arts vervolgens naar voren. Die was niet overtuigd. In zijn blik schemerde door dat hij meende te maken te hebben met kinderen van een hoogbejaarde vrouw die hun moeder niet los willen laten. Anti-biotica had geen zin, want ze kon niet meer slikken, dan moesten ze spuiten dat was pijnlijk, dat wilden we haar niet aandoen enz. enz. Ook de uitdroging konden we daar niet mee bestrijden. Echt, leek hij te zeggen, als medicus ben ik van oordeel het is óf opname, óf sterven. Ziekenhuiskwelling of de zachte omhelzing van de Dormicon.

Alle drie hadden we er geen goed gevoel bij. Vrijwel alle symptomen, die ook door de verzorgster van mijn moeder werden genoemd ter ondersteuning van de diagnose van de arts, herkenden wij als symptomen van een blaasontsteking. Maar ja, wie is hier de medicus??

Toch besloten om de uiteindelijke beslissing uit te stellen tot de volgende dag. Dat was de uiterlijke termijn, anders zou, aldus de arts, ook een opname weinig zin meer hebben.

Die nacht heb ik slecht geslapen en niet alleen vanwege de jetlag. Wat was juist? Als familie voelden we er sterk voor om toch de antibioticakuur te proberen. Maar zou Ma dan meer lijden? Zou de Dormicon niet beter zijn? Ze had al zoveel verdriet daar in dat huis, was al zo somber. Haar enige afleiding was eigenlijk het eten wat ze met smaak deed en nu was dat er ook niet meer. Moesten we haar dan toch nog kwellen met zo’n kuurtje? Ik heb wat afgewoeld en gebeden! Uiteindelijk heb ik het in mijn gebed zo verwoord: Wilt U alstublieft die beslissing ons uit handen nemen, Heer. Een moeder moet, als het zover is, ‘gewoon’ ziek worden en overlijden. Ik wil daar geen beslissingen in hoeven nemen…

De volgende dag weer naar Schiedam. Hoe zou ik haar aantreffen?? Wie schetst mijn verbazing wanneer ik haar op haar eigen plek, aan het hoofd van de tafel (wel in een rolstoel nu) aantref. Haar haar vers gepermanent, netjes in de kleren, schort voor, in afwachting van de maaltijd. Ze eet haar bord leeg, drinkt een beker met karnemelk.  Pilletje met water gaat ook naar binnen.  Over welke vrouw had die arts het gisteren eigenlijk?? Mijn moeder?

Ik geef onze beslissing door aan de verzorging om toch een anti-biotica kuur te starten. Ik krijg de mededeling dat de arts me zo nog spreken wil.
Als ik hem zie zit hij met een enigzins ongelovig gezicht naar een papier met bloeduitslagen te kijken. Tja, het is een raadsel maar moeder is niet zo uitgedroogd als hij dacht. En ja, er is een infectie,  wellicht (!) een blaasontsteking….En de gemiddelde suikerwaarden vallen in feite mee…Hij kon zich niet voorstellen dat Ma dezelfde vrouw was vandaag als de vrouw die hij 2 dagen daarvoor had gezien.

Mijn eerste gedachte was: God heeft de beslissing  ons uit handen genomen.  Mijn ABC  mag stoppen bij simpele letters als de A en B van antibiotica en blaasontsteking. Ik hoef de D van dormicon en dood nog niet te oefenen!

Mijn tweede gedachte was, heeft die man niet al te snel alarm geslagen? Werkt hij soms automatisch een scenario af, wat hij ongetwijfeld iedere dag moet doen met hoogbejaarde demente ouderen?  Heeft hij te snel conclusies getrokken op grond van  observatie zonder te wachten op uitslagen van bloed?
Maar, secundair als ik ben en confrontatie-mijdend, dacht ik die laatste gedachtes pas op de terugweg in de auto…

Hoe het verder loopt is afwachten. Mijn moeders lichaam is broos en versleten. De suikers zijn nog te hoog en wie weet wat er nog meer allemaal mis is.

Iets anders wat ik in de nacht van dinsdag op woensdag gedaan heb is psalm 84 gelezen, mijn moeders favoriete psalm die ze op haar begrafenis gezongen wil hebben.  In de oude berijming: Want God de Heer zo goed en mild, is ’t allen tijd een Zon en Schild, Hij zal genade en eer bewijzen. Hij zal ons ’t goede niet in nood onthouden, zelfs niet in de dood.

In dat geloof heeft ze altijd geleefd en zo zal ze ook mogen sterven. Op Gods tijd, gelukkig!

mijmeringen

Als je niet veel kunt lopen is het leven toch aanmerkelijk anders. Ik wilde eerst saai schrijven, maar dat is niet helemaal waar. Ik beleef genoeg, maar het is meer in de sfeer van wat me overkomt, dan waar ik voor kies.

Vandaag (strakblauwe lucht, zacht briesje, 25 graden) zou ik natuurlijk gekozen hebben voor de zee ! Ik woon 5 minuten van het strand vandaan, wat in de zomer vooral ’s ochtends vroeg altijd goed te merken is. Het kabaal dat de zeemeeuwen dan maken is onbeschrijfelijk! Hier in Scheveningen hebben we nauwelijks last van toeristen, want onze straat is peperduur om te parkeren.
Zoiets zouden ze voor meeuwen ook moeten invoeren…

Ik dwaal af. Niet naar het strand dus met m’n voet in dik verband (zie ‘hamer en beitel’ voor de oorzaak). Andere bezigheden dus gezocht binnenshuis. Bloggen. Surfen (interessant, over verpleeghuizen, inmiddels m’n hobby), lezen. Maar ik merk dat, nu ik tijd en excuus heb om te lezen, ik er toch de rust niet voor kan vinden. Ligt misschien ook aan m’n boek, The Coup, van John Updike over een Afrikaanse dictator…..Spreekt me net niet genoeg aan om er in weg te zinken…

Gisteren heb ik een paar uur gewerkt. Voor het eerst sinds 10 dagen. Juist tijdens mijn afwezigheid speelden er allerlei spannende politieke ontwikkelingen. Toen ik met ziekteverlof ging werkte ik voor 1 raadslid, nu ik terug ben voor 2! (Misschien nog wat langer wegblijven…) Evert de Niet, raadslid voor een lokale Scheveningse partij heeft gebroken met die partij en zich bij de ChristenUnie gevoegd. Hij neemt z’n zetel mee, dus nu hebben we plotseling een dubbele vertegenwoordiging in de raad, 1 SGPer en Evert CU. Helaas is het niet zonder verwijten over en weer (tussen ex-fractiegenoten en Evert) gegaan. Jammer.

Ik denk dat (lokale) belangenpartijen altijd zeer risicovol zijn wat betreft potentiële conflicten. Men gaat voor 1 belang en komt van totaal verschillende achtergronden, ook principieel. In een gemeenteraad of parlement gaat het vervolgens niet alleen over Scheveningen of ouderen of weet ik wat. Integendeel. Evert heeft een duidelijke christelijke overtuiging en werd geconfronteerd met standpunten over bijv. softdrugs, 24-uurs economie enzovoort, waar hij niet achter wilde staan.

Zeer benieuwd of hij z’n Scheveningse achterban mee krijgt bij de verkiezingen volgend jaar. Evert staat als nr. 3 op de lijst. Hetty Voogel op de 2e, verkiesbare plaats, een unicum in de samenwerking met de SGP, die tot nog toe geen vrouw op die plaats wilde. Men accepteert het nu en zal zelfs de samenwerking niet opzeggen als Hetty verkozen wordt! Een unicum tot dusver in Nederland.

 

met hamer en beitel

Gisteren eindelijk dan DE INGREEP aan mijn al jaren pijnlijke knobbel aan het gewricht onder m’n grote teen. Alles went, zelfs pijn, maar er zijn grenzen. Na steunzolen, afwikkelzooltjes (‘k ga het niet eens uitleggen, zo zat ben ik het), bergschoenen, veterschoenen, zachte schoenen, harde schoenen, dichte schoenen, open schoenen, sportschoenen, (zijn er nog meer soorten?) had ik het helemaal gezien. Ik kon gewoon niet meer lopen zonder na zeer korte tijd een brandende pijn te aan m’n voet te ontwikkelen. Eerste specialist was van het: ‘helaas -pindakaas, dit is slijtage, niets aan te doen, zoek maar stevige schoenen uit, dag mevrouw’ – soort. Nog weer een jaar verder geploeterd. Toen een 2nd opinion en tja, gisteren vervolgens onder het mes. Weliswaar verdoofd, maar zeer plaatselijk, met de nadruk op ZEER. Het deed gemeen pijn. Terwijl de dokter enthousiast met z’n hamer en beitel zwaaiend mijn bot aan het modeleren was, gaf ik aan dat het toch wel erg pijn deed: “Is dat de bedoeling?” Direct werd er weer een naald in het toch al gevoelige gebied gestoken..: ‘we zullen het een beetje bij verdoven.’

Nou ja, voor de zwakken onder jullie zal ik verder geen details meer noemen.( Zoals de tandartssboorachtige slijpmachine ….). Ik was heel erg blij toen het afgelopen was en ik met een dik verband om werd weggerolstoeld door de verpleegkundige.

Het meest vervelende was dat de arts alsmaar bleef zeggen tegen z’n stagiair: Kijk hier zie je nu een goed voorbeeld van ernstige slijtage, hier zie je goed dat er geen kraakbeen meer zit. Wist ik al wel, maar vervolgens bleef hij mij ‘geruststellen’ dat als dit niet hielp er nog wel een andere truc bestond. Hmmmm, erg bemoedigend als je net ligt bij te komen van je ‘garagebeurt’!