Ik denk in deze dagen van verhuizen en opnieuw settelen vaak aan mijn overleden moeder. Er was niemand in onze familie die verhuizen zo leuk vond als mijn moeder. Mijn haat en tegenzin komen absoluut niet uit haar genen, kan ik wel zeggen. Mijn moeder kickte op organiseren, inpakken, regelen, meubels herschikken, ruimte creeeren voor spullen, weer meubels herschikken, tijdelijke oplossingen vinden en meer van dat soort onmisbare survival zaken voor verhuizers.
Haar laatste eigen verhuizing naar een verzorgingsflat heeft ze half bewust nog meegemaakt. Ze leed aan Alzheimer, maar de schilderijtjes en andere sierspullen aan de muur heeft ze toch nog zelf geregeld dat er iemand van het huis kwam om die op te hangen. Het duurde haar te lang tot een van ons het deed, blijkbaar. Ze had niet echt goed zicht meer op hoe dat dan het mooiste was, dus hing alles op een rijtje, maar de drang om haar kamer mooi te maken was er nog.
Mij heeft ze ontelbare malen bijgestaan bij verhuizingen. Ik, die bij de eerste doos inpakken de moed al liet zakken. En zo snel het overzicht kwijt raakte dat ik wanhopig het liefst weg wilde voor een paar weken. En alles direct perfect wilde en dus alleen maar gefrustreerd rond liep te stappen. Mijn moeder was dan een held. Ze zorgde voor de ‘inwendige mens’ zoals zij en mijn vader dat zo mooi noemden, met koffie, koeken en broodjes. Vervolgens ging ze gewoon inpakken en had 100% meer energie dan ik, dus kwam er veel meer uit haar handen. Ondertussen sprak ze mij moed in, zo van: kom op, als we nu dit en dat nog doen dan kunnen we morgen, enz.
Ik weet niet of ik nou erg aardig tegen haar was in zo’n periode. Dat is het nare, ik had de neiging alles van mijn moeder als vanzelfsprekend te ondergaan, daar was ze gewoon mijn moeder voor. Ik zal dus wel flink chagrijnig geweest zijn en ook nog mijn eigen weinig doeltreffende methodes beter hebben gevonden…
Als we dan op de nieuwe woonplek aankwamen ging mijn moeder weer hard aan het werk. Uitpakken en soppen en meubels schuiven, stoffen en weer stapels broodjes smeren, koffie zetten, boodschappen doen en meer. Ze had een gewoonte die me nog bijstaat als heel irritant, omdat ik alles immers direct perfect wilde. Ze hing aan elk spijkertje, schroefje of uitstekend palletje wat ze vond in huis mijn dingen op. Ongeacht de plek, de hoogte of wat dan ook, als er ergens een haakje aan zat hing het ogenblikkelijk aan de muur. Tot mijn grote ergernis. Het hoorde daar niet en ik vond het een inmenging in mijn huiselijke zaken. Ik bepaal zelf wel waar wat komt te hangen, zei ik dan kattig.
Ach. Mijn arme moeder, heb ik, verwend jongste kind als ik was, haar wel voldoende gewaardeerd?
Laat ik trouwens mijn vader niet ongenoemd laten! Ook hij was nadrukkelijk aanwezig bij mijn verhuizingen. Bijvoorbeeld voor ik getrouwd was bij mijn studentenkamerverhuizingen. Mijn vader had een Renaultje, zo’n koekblikje. Ik begrijp nog steeds niet dat we daar iedere keer weer meer zooi in gestouwd kregen. Boedelbakken, daarvan kan ik me niets herinneren. En na aankomst ging mijn vader aan het werk met zijn boor en ander gereedschap. Planken aan de muur, kasten in elkaar, schilderijtjes en andere prullaria, hij hing het allemaal op. Mijn vader wilde alles ook wel graag perfect gelijk, dus kon hij eindeloos doorgaan. Dat heb ik dus van hem.
Zo waren we lekker bezig met z’n drietjes! Mijn moeder hing alles op, maakt niet uit waar, ik haalde het weer van de muur en in samenspraak met mijn vader kwam het waar ik wilde!
En dan was er weer koffie met koek. Of een broodje kaas.
Vind-ik-leuk Aan het laden...