Vrouw als ouderling of predikant? – intro

Voor velen een volkomen achterhaalde discussie in deze tijd: Hoezo zou een vrouw een bepaalde functie niet kunnen bekleden alleen vanwege het simpele feit dat ze vrouw is? Is ze minder dan of zo? Dat is meestal als vanzelf de conclusie. Wie iets niet mag zijn of doen is minder. Gelijkwaardigheid leidt tot gelijke behandeling. Het gaat alleen om geschiktheid voor de functie. Opleiding, karakter, enzovoorts. In sommige gevallen gaan bij gelijke geschiktheid vrouwen zelfs voor.

Zo niet in mijn kerk (Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt). Die gelijkheid is er niet. Vrouwen kunnen qua opleiding en karakter geschikt zijn voor diaken, ouderling of predikant maar omdat ze vrouw zijn komen ze voor die functie niet in aanmerking. Die is voorbehouden aan mannen.

Hopeloos ouderwets dus, kun je denken. Van buitenaf gezien is dat ook zo. Het doet denken aan het SGP vrouwenstandpunt waarbij vrouwen niet lid mogen worden van de partij en officieel ook niet mogen (mochten) stemmen. En zeker niet verkozen worden. Nu mogen vrouwen in mijn kerk wel stemmen en overal over meepraten, maar zelf tot diaken, ouderling of dominee verkozen worden, nee.

Ik merk dat ik er steeds meer moeite mee heb dit te accepteren. Ik kan het niet uitleggen aan mijn niet-gelovige vrienden en familieleden die bijna denken dat ik lid ben van een of andere sekte, maar me daar te goed voor kennen. En ook de sfeer in de kerk (wanneer ze er eens komen voor iets bijzonders) niet herkennen als benauwd en rigide. Ze zijn dan juist verbaasd over de openheid, de moderne uitstraling en de mix van generaties.

Nu vind ik het argument “ik kan het niet meer uitleggen’geen sterk genoeg argument om te denken: daarom moet het anders. Er zijn meer standpunten die als achterhaald worden gezien waarvan ik toch overtuigd ben dat de Bijbel ze leert. Over het huwelijk, over seksuele relaties buiten het huwelijk om enz. Het dwingt me wel om bepaalde tradities en gewoonten opnieuw te doordenken. Wat zit daar nu achter? Is het puur traditie of gaat het dieper?

Ik wil er dus over na gaan denken. Tenminste ik wil wat van mijn gedachten delen met wie dit blog leest. Is wat bijbels is, altijd achterhaald? Is wat ‘achterhaald’ in de moderne westerse cultuur soms toch bijbels? Is het wijs om met je cultuur rekening te houden om geen aanstoot te geven? Of moet je je juist alleen maar onderscheiden? Er staat immers in de Bijbel dat we vervolgd zullen worden en bespot?

Ik ben uiteraard een huis-tuin en keuken lezer van de bijbel en geen theoloog. Maar dat is mijn uitgangspunt, de bijbel.

Waar ik uitkom is niet zeker. Ik ben loyaal tegenover mijn eigen kerken, maar ook daar verschillen de meningen. Lees met me mee, zou ik zeggen. Alvast een link naar de site van ds. Smouter van de Nederlands Gereformeerde Kerk in Apeldoorn, die een pleidooi voert (2007) voor de ‘vrouw-in-het-ambt’. Ik ga zoeken naar online artikelen die tegenovergestelde argumenten gebruiken!

Dagboek van een verhuizing – slot

Indiaan_op_deksel 
De oude indiaan stapt van zijn paard af, leidt het naar een stukje weide om te grazen en gaat zelf zitten, met zijn rug leunend tegen een boomstam. Zijn westerse medereizigers, die hij gidst, worden onrustig. Het is nog geen tijd voor pauze, ze willen verder. De Indiaan gebaart dat ze moeten wachten. Hij legt uit: Ik blijf hier wachten op mijn ziel. Mijn lichaam is wel op deze plek, maar mijn ziel heeft het tempo niet bij kunnen houden. Ik wacht hier tot ook zij er is.

Zo heb ik een aantal maanden gewacht op mijn ziel hier in IJsselstein. Maar niet zo rustig als de Indiaan in het verhaal. De verhuizing was ingrijpend en de eerste maanden heb ik eerder ongeduldig en ijsberend rondjes gelopen. Niet dat mijn ziel rondwaarde in Scheveningen, mijn vorige woonplaats. Het leek eerder dat hij opgegaan was in het niets. Vervlogen in de lucht, poef, opgelost in het heelal. Uitdrukkingen als x91je draai niet kunnen vindenx92, x91niet kunnen aardenx92, x91met je ziel onder je arm lopenx92 proberen allemaal iets weer te geven lijkt me, van dat onbestemde, onrustige, onwezenlijke gevoel dat mij bevangt wanneer ik in een nieuwe omgeving belandt ben. Heb ik gerichte bezigheden als uitpakken, slepen met meubels en wat dies meer zij dan gaat het nog wel. Maar dan. Daar zit je dan. Leuk huis. Mooi uitzicht. Leuk stadje. Lekker vrij. Geen druk meer van allerlei afspraken. Ja. Fijn. Dicht bij de kinderen en kleinkinderen, ah, daar ontdek ik iets van die oude ziel! Maar thuis is het nog lang wachten geblazen op miss soul.

Pas nu ik wat genesteld ben realiseer ik me hoe veel energie en kracht het kostte om die eerste maanden door te komen. Ik heb weinig geschreven, veel gezocht naar karweitjes, geworsteld met een unheimisch gevoel dat dreigde om te slaan in depressie en almaar moeten zeggen: het geeft niets, rustig aan, je mag je best vreemd voelen, in opdracht van Ina die me helpt tegenwicht te biden aan die andere,xdcber-strenge ik. Die zegt steeds x91nou, dan heb je eindelijk alle vrijheid, een leuk huis en niks aan je hoofd en dan zit je nog te sikkeneuren, hou daar nou eens mee op!x92 Ik ben best een beetje bang voor die strenge dame die met een zweepje op haar rug loopt en mij dwingt voortdurend flink, vrolijk en efficixebnt te zijn..

Van kinds af aan heb ik verhuizingen, veranderingen, en nieuwe dingen gehaat. Ik ben geen avonturier, geen onderzoeker, en geen ontdekkingsreiziger. Toch brengt het leven me steeds in die positie, van vaak verhuizen, vaak veranderen, veel reizen, en veel mensen ontmoeten. Eigenlijk heb ik daardoor ook geweldig mooie en leuke ervaringen gehad en dat is nog steeds het geval. Het is goed om tot op zekere hoogte buiten je eigen veilige grenzen geduwd te worden om te leren dat de boze buitenwereld ook hele goeie dingen in zich bergt! Maar alles op zijn tijd. Er is een tijd om veiligheid te zoeken en een tijd om er weer op uit te gaan.

Zo heb ik geleerd dat iedere verhuizing nieuwe vrienden oplevert, nieuwe belevenissen en bijdrages aan mijn 'Gouden Boek van Herinneringen' voor later in het bejaardentehuis. Ik durf het weer te geloven.

Mijn ziel is aangeland

The Apostle – Robert Duvall, regisseur, producer, en acteur.

Gisteren The Apostle gezien op DVD. Wist eigenlijk niet wat te verwachten, maar ben aangenaam verrast. Een indrukwekkende rol van Robert Duvall als de evangelist die niet op kan houden het evangelie te verkondigen, in de stijl van een typisch Amerikaanse zwarte pinksterdominee. Hilarisch en tegelijk, naarmate de film vordert, innemend en confronterend, want het is hem werkelijk ernst. De komische noot hoort bij de sfeer van die kerken. Een goed voorbeeld van de cultureel gebonden beleving van ‘eerbied’. Men danst en springt luidroepend en Godlovend door de zaal heen. De toon van de film is nooit spottend of cynisch. Duvall (producent, schrijver en acteur) laat zien hoe de evangelist Sonny zich helemaal geeft aan het stichten van kerken, maar tegelijk mens is en lijdt aan zijn eigen zwakheden: agressie, geweldadigheid en lust. Vanwege zijn levensstijl, altijd op pad, wil zijn vrouw van hem scheiden, ze heeft een minnaar. De film laat in het midden of er ook geweld is geweest tegen haar. Sonny’s woede leidt tot een geweldadig incident waardoor hij op de vlucht slaat.

In een klein plaatsje in Louisiana sticht hij met veel inspanning en hulp van anderen een kerkje. Daarin is de liefde voelbaar en ontroerend aanwezig. Maar Sonny weet dat hij niet voor altijd op de vlucht kan blijven. Als de politie hem eindelijk op het spoor komt is hij klaar om mee te gaan.

Mijn partner komt oorspronkelijk, na zijn bekering, uit het soort kerk waar hier een portret van gegeven wordt. Knap is dat niets belachelijk wordt gemaakt, terwijl dit op elk moment makkelijk zou kunnen.

Wat is de boodschap van de film? Het is allereerst een portret, een biografie van een fictieve evangelist die model staat voor velen. Verlangen naar de dienst aan God, maar gehinderd worden door eigen menselijke zwakheid. ‘Maar wie vergeeft ons en heeft ons lief? Jezus!’ scanderen de kerkgangers steeds weer door de film heen. Ook Sonny leeft vanuit die vergeving en zelfs in de gevangenis pakt hij zijn ‘beroep’ weer op De aan elkaar geketende gevangenen die langs de weg werken laten zich voorzingen door Sonny: Wie red ons van alle zonden met Zijn bloed? ‘Jezus!’, roepen dan de boeven. En zo gaat het uren door. .: ‘Ik kan mijn mond niet houden’, had Sonny de politie al gewaarschuwd.

Des Hommes et Des Dieuxs


Gezien: Des Hommes et Des Dieuxs. In het Nederlands omgeroepen in het Filmhuis, Den Haag als: Van Mannen en Goden, uitverkocht..! Maar wij hadden gereserveerd, gelukkig. Regisseur: Xavier Beauvois.

Het op ware feiten gebaseerde verhaal speelt zich af in Algerije, in de jaren ’90. Acht monniken leven samen in het enige nog actief bewoonde Trappisten klooster OLVrouwe van de Atlas in Tibléhirine, een afgelegen dorp in het Atlasgebergte. De bevolking is moslim.

De meeste kloosterbewoners zijn al op leeftijd. De jongste onder hen zijn vijftigers.  Monnik/ arts, Luc, een tachtiger, die iedere dag een druk bezocht spreekuur houdt voor de dorpelingen. Ergens in de film klaagt hij dat het fysiek te zwaar wordt, soms heeft hij wel 150 consulten op een dag. Zijn verweerde, vriendelijke kop met bruin mutsje boezemt vertrouwen in. Je ziet dat de bevolking hem erg graag mag. Zijn assistent is een negentiger, Aimede, die doorschijnend is van ouderdom.

Ook het klooster is oud, sober en primitief. Het land er om heen wordt door de monniken bewerkt, mooi in beeld gebracht, zodat ze in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Zo verkopen ze o.a. honing op de markt.

In rustige beelden volgen we de monniken in hun dagelijkse bezigheden, inclusief hun godsdienstige handelingen. De gebeden, de mis, de lezingen tijdens de diensten of de maaltijden. Er wordt veel en mooi gezongen, Gregoriaans, maar ook modernere, vierstemmige liederen.

Aan het begin van de film zijn enkelen van hen aanwezig op het besnijdenis feest van de zoon van een van hun Algerijnse medewerkers. Ze gaan op in de bevolking, klappen vrolijk mee. Er is geen sprake van spanning, maar van harmonie en een vreedzaam samenleven.  ‘Dat het maar vrede mag blijven, Inshallah’, zegt een van de oudsten in het dorp. ‘Inshallah’, antwoord de priester die hem bezoekt.

De angst voor terreur die de dorpsoudste uitte is echter niet ongegrond. In het land heerst burgeroorlog en fundamentalistische rebellen hebben onlangs Kroatische (katholieke) bouwvakkers de keel doorgesneden. Men is bezorgd over de veiligheid van de monniken. De gouverneur smeekt hen zelfs Algerije te verlaten. Of tenminste het klooster te laten beveiligen door het leger. Christian, de overste, weigert categorisch. Dat levert wel spanning op onder zijn mede-monniken. Prachtig wordt verfilmd hoe de mannen allen op hun eigen wijze in tweestrijd verkeren. Angst, twijfel, gepieker, bidden, de diepste vraag beantwoorden: waarvoor ben ik hier? In Algerije, in de wereld, in het leven?

Op een gegeven moment neemt ieder voor zich een beslissing. Een mooie scene in de film. Rond de tafel komt ieder aan het woord. De meerderheid kiest voor blijven. Trouw zijn op je plek, waar moet ik anders heen, partir c’est mourir een peu, we laten de mensen niet in de steek,  ieder heeft zijn eigen beweegreden. Een van de monniken wil op den duur weg, maar wacht het af.

De spanning neemt ondertussen toe en op Kerstavond gebeurt waarop je zit te wachten:  Fundamentalisten overvallen het klooster op zoek naar hulp en medicijnen voor een gewonde onder hen. Christian, de overste, is vanuit het diepst van zijn hart ervan overtuigd dat wapens en geweld, of ze nu van het leger of van de fundamentalisten komen, niet te rijmen vallen met het doel wat de kloosterlingen in opdracht van God nastreven: vrede, liefde en gerechtigheid voor allen. De dorpsbewoners zijn hun broers en zussen en voor hen zijn ze hier. De medische goederen die ze hebben zijn voor hen. De commandant van de terroristen respecteert de moedige houding van Christian. Als die zegt dat het de nacht is waarin herdacht wordt dat Jezus, de Vredevorst geboren werd, biedt hij Christian de hand, biedt zijn excuses aan en vertrekt. Later zal het leger hem doden. Dan blijkt dat het klooster onder zijn bescherming stond.

De fundamentalisten vallen opnieuw binnen en ontvoeren de kloosterlingen. Ze eisen vrijlating van gevangen genomen terroristen. We zien de monniken in de ijzige kou voortstrompelen. Ze verdwijnen langzaam in de mist. Een ongewisse toekomst tegemoet. Wij weten dat ze vermoord zijn omdat de kerk en/of regering niet op de eisen is ingegaan. De keel doorgesneden, hun hoofden gespietst aan boomtakken zo zijn de mannen uiteindelijk terug gevonden. Een gruwelijke dood. Zinloos?

Christian zegt in de film: we zoeken de dood niet. Maar we blijven onze roeping trouw. De dorpelingen hebben geen keus. We laten hen niet in de steek.

Ik was geraakt en ontroerd door de film. En geïnspireerd! Trouw zijn, zonder spektakel, zonder grootse aandacht. Je roeping volgen ondanks alles, ook in tegenspoed. Kracht in zwakheid volbracht. Je ziet hoe een roeping of doel dat boven een mens uitstijgt tot grote moed kan leiden. Wij zijn trouw omdat Jezus trouw was tot in de dood. Wij hebben lief omdat God eerst heeft liefgehad,en in Jezus Christus ons zeer nabij kwam.

Nu interpreteer ik de film volgens mijn eigen inzicht, maar die ruimte laat Beauvois ons ook. Een film om lang over door te praten. Een paar lezenswaardige links: artikel in de Osservatore ten tijde van de gijzeling. Trouw, met een andere lezing van de gebeurtenissen.

Asia Bibi – teken een petitie tegen doodvonnis

Voor het eerst is er in Pakistan een christenvrouw, moeder van 5 kinderen, ter dood veroordeeld voor blasfemie, het bespotten van de naam van Mohammed. In een conflict met vrouwen die geen water van haar wilden aannemen omdat ze onrein zou zijn als christen had Asia gevraagd wat Mohammed dan voor de wereld had betekend? Op grond hiervan is ze aangeklaagd en inmiddels tot de doodstraf veroordeeld. Je kunt een petitie tegen de uitvoering van het vonnis tekenen op http://asiabibi.org/

Yoga of toch maar Zumba?

 Ik lig op de vloer en wacht af wat er gaat volgen. Hoog boven mij zie ik het sierlijk met rozetten gestucte plafond van de kamer waarin ik me bevind. Het is de eerste etage van een prachtig pand in een statige buurt in mijn woonplaats. Eenmaal binnen, op 1 hoog is alles een beetje groezelig en slecht onderhouden. In een kamertje waarin twee bedden staan heb ik me samen met andere dames omgekleed. Op de bedden liggen stapels dekbedden en kussens met Ikea overtrekken. Waar zouden ze die voor gebruiken? Daaronder kun je liggen bij het ontspannen – om warm te blijven.

 Ik ben op mijn proefles yoga. Ik wil iets met bewegen maar niet te zwaar en te wild. Yoga werd in mijn omgeving aangeprezen als een goeie mogelijkheid, dus ik ben met een kennis mee.

Yoga  Ik stel me voor aan de leraar. Een kleine man met grijze baard in een gebroken witte fleece trui en een broek in dezelfde kleur. Hij ligt op een soort matras met deken erover zijn ledenadministratie bij te houden. Links en rechts zijn er 2 kamers met matjes. Vandaag zijn er slechts twee andere dames. Vaste bezoekers. 60+.

 Ik vlei me als een jonge blom (60-) neer op mijn matje. We beginnen. Langzaam vandaag, om op te warmen na de vakantie. Ik kan prima meekomen. Bolle buik, diep ademen, en uitblazen. Flanken uit elkaar, en uitblazen. Voelt wel goed dat rustige en regelmatige ademhalen. Ik voel mijn bloed naar alle vergelegen adertjes en bloedvaten stromen.   

 Behalve naar mijn voeten. Die zijn ijskoud. Onder het raam waar ik lig is het niet aangenaam. Tegen de tocht zijn er al rollen gordijn tegen de houten sponningen aangelegd, maar nog voel ik de wind langs me heen stromen. Er is geen verwarming. Ik begin naar de Ikea dekbedden te verlangen.

 Na de ademhaling komen de andere oefeningen. Maar het ademen moet wel bewust blijven gebeuren. Met gesloten ogen. En de leraar gaat nu ook praten. Ik moet via mijn slokdarm naar mijn buik, de diepte in, waar ook mijn hart zit, ja mijn ziel en daar in die buik voelen we de bron van ons leven borrelen.

 Er borrelt wel iets maar of dat nu de bron van het leven is? Na een half uurtje krijgen we een rustpauze. Ademhalen, ontspannen, ogen sluiten en de bovenmeester gaat nu een verhaaltje voorlezen. Het gaat over Mozes die op weg is, die eigenwijs is maar alles heeft een doel. Een wat vaag verhaal. Poging om het christelijk geloof de yogales binnen te smokkelen?

 Ik heb wel zin in activiteit. We gaan er weer een poosje tegenaan. Best lekker maar het gaat allemaal wel wat lijzig naar mijn smaak. En het is zo stil! Een muziekje of zo zou het leuker maken, liever dan de wazige verhalen van de yogaleraar.

 Aan het eind mogen we helemaal ontspannen. Dat is meestal een heerlijk moment, maar dan moet je wel bezweet en lekker moe zijn. Ik ben inmiddels versteend en mijn voeten zijn ijsklompjes. Ik lig dus niet zo relaxed. Tot overmaat van ramp gaat de leraar ook nog een verhaaltje vertellen. Het kriebelt onweerstaanbaar van binnen. Als het verhaal eindelijk klaar is mogen we nog even muziek luisteren. DeZumba Goldberg variations. Pianissimo. Ik word er nog  onrustiger van. Toch maar Zumba?

Klaar zijn met het leven

NvveEr is een heuse lobby gaande volgens mij op radio en TV. Ik zag de afgelopen weken al drie documentaires over bejaarden die klaar waren met het leven en met of zonder steun van familie en vrienden een einde aan hun leven maakten. In de afgelopen week is door het Openbaar Ministerie aangifte gedaan tegen een oudere journalist die op TV vertelde zijn vriend door verstikking om het leven te hebben gebracht (de vriend leed aan aids, nog voor er goede medicijnen beschikbaar waren). Het was een daad op verzoek en uit liefde verricht. Een zoon stond zijn bejaarde moeder bij die 60 (!!) pillen gespaard had en verzameld en daarmee een einde aan haar leven maakte. En de derde documentaire had ook een bejaarde vrouw tot onderwerp die, zonder steun van anderen, haar leven ging beeindigen.

Wat me bij de twee bejaarde vrouwen opviel was hun grote helderheid op hoog bejaarde leeftijd. Ze waren zeer betrokken bij het leven, intelligente en belezen mensen. Ze hadden kinderen en familie die zeer aan hen gehecht waren en ze woonden nog zelfstandig. Met moeite, dat wel. een van de vrouwen had steun nodig bij het lopen maar weigerde consequent om met een rollator te lopen. Dat was onbespreekbaar.
Er was dus geen sprake van eenzaamheid, verwaarlozing, ernstige pijn, ernstig psychisch lijden. Maar een sterke overtuiging dat het zo mooi genoeg was. "Ik hoop de geboorte van dit kind niet meer mee te maken," zei een van de dames tegen haar zwangere kleindochter.

Ik kan begrip opbrengen voor het gevoel dat het leven soms wel erg lang kan duren. Ook bij ziekte denk je soms waarom moet dat lijden maar voortduren? Wat is de zin daar nu van. Mijn moeders jaren van dementie waren zwaar en pijnlijk, voor haar en voor ons als familie. Toen ze een ernstige ontsteking had waaraan ze zou sterven zonder antibiotica leek de zachte drang van de medici ook te zijn: laat haar maar gaan, ’t is goed geweest, toch? Terwijl wij als kinderen nog een hele sterke tegengestelde reactie hadden: Als het tijd is om te sterven gaan we niet nodeloos rekken, maar simpele antibiotica, als die nog werken en haar weer genezen kunnen, laten we dat in elk geval proberen. Dat was een bijna instinctmatige reactie, niet een weloverwogen principiele, volgens mij. Je moeder hou je in leven, zo lang het kan! Je houdt van haar en zelfs ondanks de dementie waren er goeie momenten waarop je kon lachen met elkaar, waarop ze lekker kon eten of trots was op een nieuwe rok. De zorg voor haar voegde ook een dimensie aan mijn leven toe.

Waren we toen zelfzuchtig? Ik weet het niet. Maar wanneer ik de bejaarde dames hoor bekruipt me het gevoel dat zij dat wel zijn. Ze hebben geliefden die er veel moeite mee hebben dat moeder,oma niet verder wil. Zijn wij dan niet belangrijk voor je? Je kunt je afvragen natuurlijk of het juist is van iemand te vragen een krakkemikkig leven voort te zetten alleen voor jou. Maar in dat krakkemikkige leven zaten nog zoveel prachtige elementen al was het alleen maar de liefde van en voor familieleden.

Daarom is dat hele zelfbeschikkingsrecht zo moeilijk en pijnlijk. Als je over je eigen leven beschikt, autonoom, wie houd je dan tegen wanneer jij tot de conclusie komt het leven niet meer de moeite waard te vinden? Maar het is lijkt me je uitgangspunt dat bepaalt hoe je de waarde van je leven ziet: van wie is het leven eigenlijk?
  Als christen (of moslim) ga je ervan uit dat je beschikt over iets heel kostbaars dat niemand kan geven en nemen dan God Zelf, die jou gemaakt heeft.  Zelf je leven beëindigen blijft dus, uitzonderingen nagelaten, een vorm van god spelen.  En ook tijdens de moeitevolle periode van de ouderdom tel je (ideaal gezien) de zegeningen die er nog zijn in plaats van te tellen hoeveel elementen van onwaardigheid er zijn.
   Het uitgangspunt van de autonomie maakt dat je zelf beslist wat nog wel en wat niet bij een waardig leven hoort. Je ontwikkelt een eigen kader. En op een gegeven moment beslis je of het nog acceptabel is volgens dat criterium. Je geeft het leven op voor de dood in de veronderstelling dat alles ophoudt of dat er een staat van vergetelheid ontstaat.
   Als gelovige in een Schepper zie je de moeitevolle ouderdom, ziekte enz. als gevolgen van de gebrokenheid van het leven die alleen Jezus weer herstellen kan, straks bij Zijn terugkomst. Nu moeten we daar nog mee leven, hoewel God belooft ons er niet alleen in te laten.

Is oud worden en aftakelen dus een eitje voor wie gelooft? Ik denk het niet. Het is voor gelovigen en ongelovigen net zo moeilijk. Maar wat je er mee doet en hoe je er mee omgaat verschilt.

vier jaar en vele vragen

Kleinzoon Niek heeft twee dagen bij ons gelogeerd en zich uitstekend vermaakt. Spelen met auto’s, lego, treinen en af en toe een potje gitaar of racen op de kar van broertje Kris die er niet was, hij heeft zich niet verveeld.

Tante Sas was er ook en het was al met al heel gezellig. Niek is een denkertje en je bent ook niet zo maar van hem af.

Spelend met het kerststalletje van de HEMA wilde hij weten wat het elfje deed bij de baby Jezus. Ik zei dat het geen elfje was maar een engel. Oh, zei Niek. Wat is dan een engel. En waar wonen die? In de hemel? Waar is die dan? Heel ver weg? Kun je er dan met een ruimteschip heen? Nee? Met een raket dan? En waarom kon je de hemel dan niet zien? Bestaat een engel echt? En elfjes dan? En waarom kwam er een engel bij baby Jezus en niet bij baby Kris (zijn broertje). Mijn antwoorden stelden hem niet tevreden. Ik zat op de rand van z’n bed en probeerde binnen zijn belevingswereld en die van zijn ouders te blijven, maar het kon zijn goedkeuring niet wegdragen. ‘Ik vind het maar een beetje raar, oma’ zei hij met een lichtelijk bezorgd gezicht omdat zijn oma in zulke wonderlijke dingen leek te geloven, ‘ga maar een liedje zingen’, besloot hij het gesprek. Toen zijn we ‘schaapje, schaapje heb je witte wol’ gaan zingen, die stonden immers ook bij het kerststalletje?

De volgende dag zijn we naar het strand gegaan, Niek’s favoriete plek. De zon scheen en de meeste sneeuw was verdwenen dus we konden eindelijk weer gewoon lopen. Wat een onbegaanbare wegen hebben we hier gehad, zeg. Geen fietspad of stoep was begaanbaar. En iedere zijstraat was een complete ijsbaan. In mijn perceptie werd er veel minder gestrooid dan vroeger. Of ben ik nu ook al in de fase van ‘ vroeger was alles beter’ aangeland, net als de koningin?

Ik verstuur ook vele ‘korte boodschapjes’ aan kinderen en vrienden. Maar dat staat echt contact niet in de weg, hoor. Het is wel zo dat wanneer SMS, mail en Hyves of Facebook het enige contact is wat een mens heeft, er iets ontspoord is, daar heeft Beatrix wel gelijk in. Maar ik vond het wat eenzijdig, haar boodschap op dat gebied. Beter vrienden op Facebook, dan de hele dag stilte en eenzaamheid. Toch?

Henri Nouwen

Lees regelmatig Henri Nouwen op dit moment. ‘De verloren zoon’. En nu ‘Bevrijd je verdriet’. Het treft me dat hij verlies, angst, pijn, altijd weet te plaatsen in een context van dat wat bij mensen hoort, maar waar mensen mogen leren dat juist daar het begin van echt leven ligt. Wie die emoties wegdrukt en ontkent zal nooit echt leren wat liefde, vreugde en bevrijding is. Het Kruis van Jezus staat symbool voor genade, maar ook voor verlies van leven en vernedering. Pas daarna stond Jezus op uit de dood. De enige weg naar de opstanding was die van het lijden.

Dat zet menselijke pijn en verdriet in een heel ander kader. De bevrijding is er immers al? Jezus heeft die verdient voor ons. Veel verdriet en verlies ontstaat uit het niet kunnen loslaten van teleurstellingen, tegenslagen, gekoesterde verwachtingen, geliefden enz. Verdriet is normaal maar vreet zich in wanneer je er aan blijft hangen. Toekomstidealen of verwachtingen zijn heel moeilijk los te laten wanneer ze anders lopen dan gehoopt. Om die dan te durven neerleggen bij God, en verder van Hem te ontvangen hoe je leven loopt, dat is een grote uitdaging in geloofsvertrouwen.

Nouwen zegt overigens niet dat dit inhoudt dat we passief afwachten. Eerder actief verwachten en alert zijn op sporen van Gods werk in ons leven. Vaak gebeurt dat op heel menselijke wijze. Gesprekken, bemoedigingen uit onverwachte hoek, gebeurtenissen die een richting wijzen enzovoort. Vaak is het een kwestie van oefening, zegt Nouwen, om die gewone dingen als zodanig te gaan herkennen.

Maarten ’t Hart, God en phytophtera

Het blijft altijd in mijn hoofd hangen dat woord: phytophtera. Nog nooit had ik ervan gehoord tot ik 14 jaar geleden bij Wageningen Research Institute (toen nog CPRO geheten) kwam te werken als receptioniste en ik regelmatig landbouwers aan de telefoon kreeg die vroegen of  er ook iemand bij ons werkte die ‘iets wist’ over phytophtera. Dat het om een vervelende aardappelziekte ging had ik snel geleerd. Sindsdien kom ik het woord steeds weer tegen, vreemd genoeg.

Lees verder “Maarten ’t Hart, God en phytophtera”